Genealogie Van der Valk en van der Valck » Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr (1348-????)

Persoonlijke gegevens Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr 


Gezin van Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr

Zij is getrouwd met Dirk Jans ridder van Hodenpijl.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1366, zij was toen 18 jaar oud.

Dirk Janszn van Hodenpyl
Geboren circa 1342 Overschie, overleden rond 24 november 1406 in voor De Mennebrug. Ridder voor 1398, heemraad van Delfland 1391-1396, rentmeester van Noord-Holland 1402, leenman van Margaretha, gravin van Holland 1384. Hij was heer van Hodenpijl, Rijswijk-Blotinghe, Maasland, Rodenrijs en Nieuwkerk aan den Alm en baljuw van Delfsland. Hij was een zoon van Jan van Hodenpyl en Aleid van der Made. In de volgende jaren verkreeg hij de heerlijkheden Maasland en Rodenrijs waar hij tevens een stenen huis liet bouwen onder de naam huize Rodenrise; dit werd bekostigd door Jan I van Brederode. Hij stichtte ook het huis Te Blotinghe wat het stamhuis der Hodenpyls werd. In 1360 wordt hij tot rentemeester benoemd voor het noordelijk deel van Holland, dit blijft hij tot zijn dood doen.
Niet lang na de bouw werd de burcht als represaille weer afgebroken (1394), omdat de broer van Machteld van Heemstede en Dirk van Hodenpijl (Dirk de Blote) beschuldigd werden van betrokkenheid bij de moordaanslag op Aleid van Poelgeest, de minnares van Hertog Albrecht. Niet lang na de sloop van kasteel Hodenpijl vond een verzoening plaats en kon Dirk van Hodenpijl zijn grondbezit in Rijswijk veilig stellen.
In 1398 wist Dirk het leven van Albrecht van Beieren te redden tijdens een van de tochten tegen de Friezen.
Dirk erfde in 1376 zijn vaders lenen, waarvan dan het ambacht Hodenpijl en „die woeninghe mit 24 morghen" aldaar, nog steeds het voornaamste bestanddeel zijn 51). Wij vinden het eerste van deze berekend op 484, later -op 509 morgen en omvattend in hoofdzaak het land, dat nu de Klaas Engelbrechtspolder genoemd wordt, met het noordelijk deel van de Kerkpolder, tussen de Gaag en de Tanthofskade 32). Hier lag ook het steenhuis, op het erf van Mariestein, een hofstede noord van Schipluiden, en niet bij het huidige „Hodenpijl" tegenover de R.K. kerk53). Blijkbaar was dit slot toch weer hersteld na de ramp van 1351, misschien in een meer bescheiden vorm, dan wat destijds is ondergegaan 54). De vicarie op ,,'t Huys te Hodenpijl onder Schiplui", in 1651 vermeld, wijst op het bezit van een eigen kapel 54a), prerogatief van een adellijke bewoner. Tot het eind toe wordt in de leenregisters het ambacht steeds in vereniging met de „Ridderlijke Hofstad" vermeld55). Toch lijkt het wel zeker dat Hodenpijl zelf, althans de oudste tak der familie, zeer spoedig (na 1351?) zijn zetel naar elders heeft verlegd, misschien het eerst naar Overschie, waar Dirk al vóór 1381 „die woninge tot Rodenrise" bezat in leen van Brederode 55a). Er moet met laatstgenoemd geslacht een sterke binding zijn geweest, waarvan wij de sporen ook elders ontwaren. Ik wijs op de tiende bij Maaslandersluis, die Dirk van dezelfde leenheer hield, terwijl Brederode op zijn beurt in het ambacht Hodenpijl gegoed was, alwaar in 1371 zelfs een „Brederoderhoeve" wordt genoemd56). In 1387 staat „Dirc van Hoeypile" borg voor een schuld van Reinoud van Brederode, met verschillende andere edelen 5öa). Wat verder Rodenrijs betreft, ik houd dit voor ,,'t Huys te Hodenpijl" in Schieland, waar van Leeuwen van spreekt en dat hij ten onrechte vereenzelvigt met een bouwval („solo diritum jacet"), die Junius thuisbrengt in Vlaardingerambacht57). De hofstad Rodenrijs was echter in 1588 nog geen ruïne57"), terwijl Vlaardingen bovendien in Delfland is gelegen. Al waren de Hodenpijls ook daar ter plaatse gegoed, van een steenhuis blijkt mij nergens iets58). Wat Gouthoeven van de kwestie zegt, slaat kennelijk op het slot bij Schipluiden, ofschoon dit geen „eygen goet" is geweest, maar (naar wij zagen) een grafelijk leen58a). Het eigen huis dat Dirk bezat, was een tweede „Rodenrijs", in Schieveen, dat de zijnen uit het geslacht van die naam moet zijn aangeërfd, en dat zij in leen hadden uitgegeven aan een jongere tak van Rodenrijs en later aan Cralingen als een nazaat. Dit zou in de Jonker Fransenoorlog vernield en niet weer zijn opgebouwd.

In 1396 en '98 neemt heer Dirk van Hodenpijl, ridder sinds kort 89), deel aan de Friese oorlog met vijf krijgers90), het minimum waartoe zijn rang hem verplichtte91) en een ander bewijs dat de Hodenpijls, naar aanzien en rijkdom gerekend, tot de kleine adel zijn blijven behoren 92). Als Willem VI, de nieuwe heerser, tegen de Arkelsen optrekt, laat Dirk zich door zijn zoon Wij weten niet wanneer onze Dirk weer in de gunst van zijji vorst is geraakt; vermoedelijk is het bij een verdenking gebleven en is zijn schuld aan het misdrijf voornoemd nooit zeker komen te staan. Er is althans geen enkel bewijs, dat hij ooit is verbannen en (of) zich met de hertog heeft moeten verzoenen; op 14 juli 1393 behoort hij slechts tot „les calengiés et replégiés pour le mesure fait, encore non convencu" 81), en in géén der latere stukken inzake de „ballingen van Willem Cusers doot", wordt Dirk of een andere Hodenpijl bij name vermeld 81a). In elk geval is hij in 1396 weer opgeroepen om te keuren, te schouwen en recht te doen als heemraad van Delfland82), een functie, waarin hij al vroeger benoemd was geworden 83). Het was niet zijn enige openbaar ambt; zo komt hij in 1385 reeds voor als houtvester van de Haarlemmerhout84) en later van 1402—1405 als rentmeester van Noordholland85). Ook voor andere taken heeft hem de hertog een enkele maal gebruikt86), maar tot diens raad, tot tresorier, of andere, hoge waardigheid heeft onze Dirk het niet mogen brengen. Evenmin was hij iemand van groot vermogen, naar de omvang althans van zijn grafelijke lenen gerekend87). • Wanneer de Hollandse edelen anno 1391 een bijdrage moeten leveren voor het Vastenavondfeest ten hove, hoort hij tot de laagst gewaardeerde groep, die slechts 1 lb (groot) betaalt. Hetzelfde geven ook Jan van Foreest, Matenesse, de van Tolls, vader en zoon, van der Made, van Schoten, Simon van Zaenden, terwijl Wassenaer en Heemstede 4, Poelgeest en de beide Cusers elk 3, Naaldwijk, Spangen, Woude, Raephorst, Cralingen e.a. elk 2 lb opbrengen88). In 1396 en '98 neemt heer Dirk van Hodenpijl, ridder sinds kort 89), deel aan de Friese oorlog met vijf krijgers90), het minimum waartoe zijn rang hem verplichtte91) en een ander bewijs dat de Hodenpijls, naar aanzien en rijkdom gerekend, tot de kleine adel zijn blijven behoren 92). Als Willem VI, de nieuwe heerser, tegen de Arkelsen optrekt, laat Dirk zich door zijn zoon
30) Holl. Leenk. no. 118, fol. 35 en 35vso. Uit de gegevens blijkt onomstotelijk, dat steeds hetzelfde erf is bedoeld. Bij de verkoop grenst het ten Westen aan de woning van Gerrit van Poelgeest, schoonzoon van Jan van Hodenpijl (4). 81) Zie Devillers t.a.p. met wiens opgave het kortere, ongedateeide lijstje in H.L. no. 303, fol. 77b vso zonder twijfel verband houdt. ' 81a) Vgl. nog van Mieris III, blz. 617; Holl. Leenk. no. 52, fol. 146. 192vso, 205vso; no. 303, fol. 103, 132vso, 164vso. De voorstelling in „Het Vaderland", nl. dat dit alles „niets veranderde aan het feit van zijn verbanning", lijkt daarom zonder grond. 82) Van Mieris III, blz. 646. 83) Dolk, blz. 27 en 709. Dirk wordt in die functie vermeld van 1391 — 1396, maar de benoeming was zonder twijfel voor het leven, zie t.a.p. blz. 21 en 28. Wel kan hij in zijn bediening zijn geschorst, evenals heer Philips van Polanen; vgl. van Mieris III, blz. 600. 84) Graf. Bek. no. 47, fol. 15. S5) Holl. Leenk. no. 305, fol. 12; Graf. Eek. no. 243 (ook fol. 41 en 244. 86) Zie b.v. Graf. Rek. no. 53, fol. 15, 37 en 38. 87) Vgl. de opgaven van 1390 en 1406; Holl. Leenk. no. 422, fol. Ivso; rio. 56, fol. 19vso. 88) Graf. Rek. no. 53, fol. 78 vlg.: „overmits dat die feest gheordineert was, dat men die cost nemen soude van scildekens die ghesent waren". 89) Hij is nog knaap op 14 aug. 1396, maar spoedig daarna, misschien al vóór Kuinre (27 aug.) ridder geslagen; zie noot 99 hieronder en voor zijn zegel Bijl. I; ook Holl. Leenk. no. 303, fol. 158; Graf. Rek. no. 236, fol. lOvso; no. 3590, fol. 6vso; Wapenboek „Beyeren", blz. 71; vgl. Blok, Gesch. I, blz. 339. 90) Van Mieris III, blz. 673; Holl. Leenk. no. 323, fol. 3, vgl. 19vso. 91) De z.g. „glavie": zie G. van Loon: „Beschrijving der aloude Regeeringswijze van Holland" IV, blz. 336—340. 92) 'Zo brachten de heer van Arkel en die van Egmond resp. 300 en 200 man in liet veld. Tot de ridders, die met 50 tot 10 man uitkwamen, behoorden o.m. Raephorst, Woude, Heemstede, Swieten, Cuser en Spangen.
Jan vervangen, die niet meer dan één enkele glavie aanvoert93). Hij zal toen oud en zwak zijn geweest, want is het volgend jaar, in 1406 tussen mei en november, overleden94). Uit zijn huwelijk met Machteld van Heemstede, heer Gerritsdochter, die hij lijftocht in 1376 en 1384 95), komt de rechte lijn van Hodenpijl voort.

"II. De woning, (1536: genaamd Blotinge), met 24 morgen, (1409: vermeerderd met 9 morgen; 1618: verminderd met 1 morgen aan de Brede weg), oost: de woning van de pastoor van Rijswijk, zuid: de Brede weg (1473: . de Brede vlietweg), west: Gerard van Oudshoorn: Aleid Beins, Elsabe Floris en Dirk, haar zoon, (1473: Gerard van Poelgeest met een woning en 12 morgen), noord: het ambacht den Haag, (1406: waarvan 9 morgen vast aan de 24, zuid: een banwetering, genaamd de Vliet, west: de Heilige Geest van Rijswijk; 1497: waarvan 6 morgen ten zuiden van de hofstede bij de kerk, zuid: de Vlietweg, noord: de geest bij de hofstede , west: het kapittel van den Haag, oost: Simon Nikolaasz.).
21-3-1384: Dirk van Hodenpijl bij opdracht met lijftocht van Machteld, dochter van heer Gerard van Heemstede, zijn vrouw, op de mindere helft.

De volgende beleningen zijn gelijk aan Ons Voorgeslacht, jrg. 28, 1973, pp. 86-87 nrs. 20 en 20 A, vermeerderd met:
17-5-1406: Dirk van Hodenpijl, ridder, met 9 morgen bij opdracht uit eigen." [p. 552-3]
J. C. Kort (1984). Repertorium op de grafelijke lenen in Rijswijk 1281 - 1650 Ons Voorgeslacht, 545-571

Kind(eren):


Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Heemstede, heer Gerritsdr


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Jan van der Valk, "Genealogie Van der Valk en van der Valck", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-valk/I18008.php : benaderd 9 mei 2024), "Machteld Gerritsdr van Heemstede, heer Gerritsdr (1348-????)".