metselaar, cafehouder, hospes
(1) Hij is getrouwd met Lijsbeth van Essen.
Zij zijn getrouwd op 6 september 1739 te Veenendaal.
civil
(2) Hij is getrouwd met Gijsbertje van Velthuijsen (ook wel Van Ooyen genoemd).
Zij zijn getrouwd op 24 mei 1750 te Driebergen.
civil
Kind(eren):
Gijsbert is tweemaal gehuwd.
Hier eerst enkele gegevens uit akten, die in het Rijksarchief te Utrecht aanwezig zijn. Onder inv:nr R.A. Veenendaal 1826/1:acte nr.2. Het betreft hier het aannemen en uitdiepen van de "Leijdsloot" beginnende aan de "Rode Haan" tot achter "Bruinenburgh" groot ca. 2400 roeden gelegen tussen de Rijn en Zuiderzee. Een en ander was publiek aanbesteed door ir. Cnibbe op 1 augustus 1748. Er is door Gijsbert reeds werkvolk en gereedschap bij elkaar getrommeld, doch dan blijkt er iets niet te kloppen en het hele spul gaat niet door. Hier neemt onze Gijsbert echter geen genoegen mee. Hij verzoekt om schadevergoeding.
Deze Gijsbert is overigens een veelzijdige persoonlijkheid. Naast het beroep van aannemer oefent hij ook nog het beroep van herbergier uit. De herberg is gevestigd aan de "Merckt" te Veenendaal. Verder hebben we nog gegevens, waaruit blijkt, dat hijin 1758 een accoord aangaat met Aart van der Meijden, pachter van het tol- en weggeld aan de "Kerckewegh" te Veenendaal. Ze komen overeen, dat Gijsbert voor de tijd van vier jaar zorg zal dragen voor het innen van het tol- en weggeld, een en ander met een bepaald percentage voor Gijsbert van de te innen gelden.
Daar we het aardig vonden om van dit gezin iets meer te weten, zijn wij eens archiefstukken na gaan kijken, betreffende enkele belastingen uit die tijd.
In 't gemeentearchief te Rhenen vonden we een stuk, waarin alle hoofden van gezinnen, met de gezinssamenstelling en de eigendommen etc. voorkomen in de jaren 1748/1749. Hieruit blijkt het volgende. Gijsbert is -dan- van beroep herbergier, eigenaar van ??????????????????????n huis. Hij bezit 3 haardsteden, dit wil zeggen dat er op drie plaatsen gestookt kan worden. Hiervoor moet hij in 1748 een belasting van 7 gulden en 19 stuivers betalen. Overigens hield onze man er wel van om zijn belastingplicht snel te voldoen, want in maart 1748 betaalde hij in een keer alle termijnen over dat jaar. Verder hebben we nog nagegaan, wat hij aan slachtgeld moest betalen. Dit bedroeg in 1745 voor het slachten van 1 hokkeling 12 stuivers en voor 1 varken 1 gulden en 10 stuivers.
Hier willen we maar mee aantonen, dat het wel enig geduld en moeite kost om iets van voorouders aan de weet te komen.
Gijsbert Ruthsz Veenvliet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1739 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijsbeth van Essen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1750 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.