Genealogie inwoners Ter Aar plm. 1650-1960 » Klaas Jacobsz Kapiteijn (1749-1793)

Persoonlijke gegevens Klaas Jacobsz Kapiteijn 


Gezin van Klaas Jacobsz Kapiteijn

(1) Hij is getrouwd met Marijtje Dirksdr. van Dam.

-- Weesdag, gehouwden 26 july 1782,
--- Klaas Kapityn geeft te kennen dat zijn vrouw Marijtje van Dam is komen te overlijden, nalaatende drie minderjaargie kinderen, zonder te hebben voorsien op de voogdije van deselve; versoekt dat de voogdije over deselve aan hem mag werden gedefereerd, waarover gedelibreerd zijnde, is zijn versoek togestaan en hem deese navolgende acte verleend.
-- Appointement op 24 stuyvers, segel.
--- Alsoo Klaas Kappityn woonende alhier, onder Langer Aar, aan ons schout en weesmannan van Der Aar mondeling heeft te kennen gegeeven dat zijne huysvrouw Marijtje van DAm is komen te overlijden, nalatense drie minderjaarige kinderen, met naamen Jacob oud ruym seeven jaaren, Dirk oud ruym vier jaaren en Roelof oud ruym een half jaar, zonder te hebben voorsien op de voogdije van deselve, als meede zonder uyt haare boedel en nalatenschap te hebben gesecludeerd de weeskamer te deeser plaatse; reedenen waaromme hij sig tot ons was keerende reverentelijk verzoekende dat 't ons behaagen mogte onder ons gewoon oppergesag te committeeren en aan te stellen zoodanige voogd of voogden over de erfportie van gemelde minderjaarigen en den boedel en nalatenschap van zijne gemelde overleedene vrouwe met hem suppliant in 't gemeen beseeten en door haar ten behoeven van zijne minderjaarige kinderen met de dood ontruymd en naargelaaten, als wij zullen koomen goed te vinden en aan deselve te geeven soodanige magt als aan voogden na regten kan en mag werden gegeeven.
Soo is 't dat wij voorschreven verzoek overwoogen hebbende bij deesen tot voogd over de erfportie van gemelde minderjaarige kinderen hun in hun heder overleedene moeder nalatenschap competeerende, committeeren en aanstellen, Klaas Kapityn, de suppliant in deesen, geevende aan denselver zoodaanige magt, als aan voogden na regten kan en mag werden gegeeven, mits egter deselve voogd ten allen tijden (des gereguleerd werdende gehouwden en verpligt zal zijn aan ons te doen behoorlijke reekening, bewijs en reliqua van zijn bewind en administratie compareerde voor ons schout en weesmannen van Der Aar, Klaas Kappityn en verklaarde de voogdij in voegen voorschreven te aceepteeren en aan te neemen.
Actum ter weeskamer van Lang- en Corter Aar, huyden den 26 july 1782.
In kennisse van my, secretaris,
G. C. Born.
(bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 042 links/rechts, en 043 links).

-- Ingekoomen het navolgend request:
--- Aan de de edele achtbare heeren schot en weesmannen van Der Aar:
Geef met verschuldigd respect te kennen Klaas Kapiteyn woonende alhier, soo voor zig zelve als voor Willem van Dam, woonende te Nieuwveen, in qualiteit als bij de door Dirk Willemsz van Dam gvewoond hebbende en op den 9e mey 1788 alhier overleeden, aangestelde voogden over de door hem nagelatene kindskinderen van zijne overleede dogter Marijtje Dirksdr van Dam, in huwelijk verwacht door de suppliant.
Dat één der kindskinderen met naame Dirk Kapiteyn op den 3 september 1789, ab intestato was komen te overlijden tot zijne erfgenaamen, nalaatende voor 'd eene helft de suppliant zijnen vader, en voor de wederhelfte zijnde twee broeders beijde minderjaarig was betreffende de weeskamer van Der Aar niet uijtgeslooten zijnde, schout en weesmannen alhier in dezelve nalatanschap werden geroepen om het intrest der minderjaarige eigendom en waar te nemen en te behartigen.
Dog dat de suppliant en zine medevoogd de geheelen boedel en nalatenschap van de voornoemde Dirk Willemsz van Dam waar in de overledene minderjaarige van een zesde part was geinteresseert, met de erfgenaame van de zelve van Dam, Maarten Cruijsqijk voor d'eene eerste en de minderjaarige kinds-kinderen voor de wederhelfte, hedden geschift, gescheijden en gedeelt.
Dat ook de overleedene van Dam bij zijner testamentaire dispositie hadde gewilt en begeerd, dat geene goederen zijnes Bonfedels zoude mogen worden verkogt, maar onderling zoude moeten worden verdeeld, en dat de suppliant als vader van zijne kinderen, tot zoo lange hij dezelve zouden moeten alimenteren, ook zoude trekken en genieten de zuivere vrugten en inkomsten dat aanbedeelde goederen, van gemelde kinderen uit die boedel en nalatenschap, waarschijnlijk met geen, andere oogmerk als om de suppliant in staat te stellen gemelde zijne kinderen die ter beter opvoedinge te kunnen geven, en dezelven in de limentatie te gemoet te komen, uytwijzen de testamenten ten deeze geannexeert. Dat de suppliant hem dan zij keerende tot u edele achtbare ootmoedig verzoekende dat uw edele achtbare de suppliant believen te authoriseeren en te qualificeeren de gemelde kinderen aanbedeelde portie uit de boedel van Dirk van Dam voornoemd als nu tusschen gemelde kinderen gemeen, en voor zoo verre het aandeel van de overledene betreft gemeen tusschen de supplianten ende de overgeblevene kinderen te blijven voort regeerende administreeren, zoo, en in dier voegen, als dezelve bij de testament van meergemelde van Dam zijn gequalificeert, alle ongeprejudicieert het regt, gezag, bewind, en de leges de gemelde weeskamer competeerende, aannemende de suppliant den inventaris van de gemelde nalatenschap ter weeskamer te 'fohaneeren'?, als mede de rekening en verantwoording van dezelve boedel ten ovdrstaan van u edele achtbare mitsgaders hunne van deze verantwoordinge uyt cragte der versogte authorisatie, ten allen tijde, op requisitie van u edele achtbare te doen, en van alles te verleenen acte in forma, ('t welk doende) (is geteekend), Klaas Kapiteijn.
Waar over gedelibereerd zijnde, is dat supplianten verzoek toegestaan en geeconventeerd, zoo als 't leijd, en den secretaris qequalifiseerd daar van uyt te geven dit volgend.
Appointement op zegel 24 stuyvers.
Alzoo Klaas Kapiteijn wonende alhier, (zoo voor zig als voor Willem van Dam, woonende te Nieuwveen) (in qualiteijt als beijde door Dirk Willemsz van Dam, gewoond hebbende en op den 9 meij 1788, alhier overleeden, aangestelde voogden over de door hem nagelaten kindskinderen van zijne overlede dogter Marijtje Dirksdr. van Dam, in euwelijk
door de suppliant zig bij requeste aan schout en weesmannen van Der Aar heeft geadereofeerd? en daarbij te kunnen gegeven.
Dat één dire kindskinderen met naame Dirk Kapiteijn op de 3 september 1789 ab intestato was komen te overlijden, tot zijne erffgenaamen nalaatende voor 'deene helft de suppliant zijne vader, en voor de wederhelfte zijne twee broeders beijde minderjaarig.
Dat voor zoverre de gemelde twee minderjaarige was betreffende de weeskamer van Der Aar niet uytgeslooten zijnde, schout en weesmannen alhier in de zelve nalatenschap wierden geroepen om het intrest dat minderjarige erffgenaamen waar te neemen, en te behartigen.
Dog dat de suppliant en zijne medevoogd de gemeene boedel en nalatenschap van de voornoemde Dirk Willemsz. van Dam, waar in de overleedene minderjaarige voor een zesde part was geinteresseert met een erffgenaame van dezelve van Dam, Maarten Kruijswijk voor d'eene helfte en de minderjaarigekindskinderen voor de wederhelfte geschift, gescheijden, en gedeelt.
Dat ook d'overleedene van Dam bij zijne testmentaire dispositie hebben gewilt en begeerd, dat geene goedeeren zijnes boedels zouden mogen werden verkogt, maar onderling zouden moeten werden verdeeld, en dat de suppliant als vader zijne kinderen tot zoo lange hij dezelve zouden moeten alimenteeren, ook zoude trekken en genieten de zuivere vrugten en inkomsten dat aanbedeelden goederen van gemelde kinderen uit die boedel en nalatenschap waarschijnlijk met geen ander oogmerk, als om de suppliant in staat te stellen, gemelde zijne kinderen des te beter opvodinge te kunnen geven en de zelve in de alimenttie te goemoet te komen, uijt wijzenis de testamente ten deeze geanneseerr dat de supplianten hem dan zij keerende tot uw edele achtbare ootmodeig verzoekende dat uw edele achtbare de suppliant gelieven te authriseeren en de qualificeeren de gemelde kinderen aanbedeelde portie uit de boedel van Driel van Dam voornoemd, als nu tusschen gemelde kinderen gemeen, en voor zoovere het aandaal van de overledene betreft gemeen tuscchen de supplianten ende overgeblevene kinderen te blijven, voortregeeren en administreeren, zoo, en in dier voegen als dezelve bij de testamente van meergemelde van Dam zijn geualificeert alles ongeprejudicieert het regt, gezag, bewind, en de leges gemelde weeskamer competeeren de, aannemende de suppliante des invantaris van de gemelde nalatenschap ter weeskamer te fohaneeren, als meede de rekening en verantwoording van dezelve bedel ten overstaan van uw edele achtbare, mitsgaders hunne verdere verantwoordinge uijt kragte de versogte authorisatie, ten allen tijde, op requisitie van uw edele achtbare te doen en van alles ten verleenen, acrte in hornia ('t Welk doende, is getekened Klaas Kapiteijn).
Waar over gedelibereerd zijnde, is der supplianten verzoek toegestaan en gedonsenteerd?, zoo als t leijd, en de secretaris gequelificeerd dar van uijt te geven het volgend:
Appointment op zegel 24 stuyvers, Alzoo Klaas Kapiteijn woonende alhier (zoo voor zich zelve als vooenoemde Willem van Dam, woonende te Nieuwveen; in qualiteijt als beijde door Dirk Willemsz van Dam, gewoond hebbende en op den 9 meij 1788 alhier overleeden, aangestelde voogden over de door hem nagelate kindskinderen van zijnde overlede dogter Marijtje Dirksdr. van Dam, in huwelijk door den suppliant zig bij requeste aan sschout en weesmannen van der Aar heeft geadresseerd en daarbij te kennen gegeven.
Dat een dier kindskinderen met naame Dirk Kapiteijn op den 19e september, ab intestato, was komen te overlijden tot zijne erffgenaamen nalatene voor d'eene helft de supplianten zijnde vader, en voor de wederhelfte zijnwe twee broeders beijde minderjarig.
Dat voor zoverre de gemelde twee minderjaarige was bereffende, de weeskamer van der Aar niet uitgeslooten zijnde, schout en weesmannen alhier in dezelve nalatenschap wierden geroepen om het intrest der minderjaarige erffgenaamen waar te neemen. en te behartigen.
Dog dat de suppliant en zijn medevoogd de gemeene boedel en nalatenschap van de voornomede Dirk Willemsz van Dam, waarin de overledene minderjaargie voor een zesde part was geinteresfeert met de erffgenaame van dezelve van Dam, Maarten Kruijswijk voor d'eene helfte en den minderjaarige kindskinderen voor de wederhelft gescheijden en gedeelt.
Dat ook dóverledene van Dam bij zijne testamentaire dispositie hadde gewilt en begeerd, dat geene goederen zijnes boedels zouden mogen werden verkogt maar onderling zouden moeten werden verdeeld, en dat de supplianten als vader van zijne kinderen tot zoo lange hij dezelve zouden moeten alimenteeren, ook zoude trekken en genieten de zuivere vrugten en inklmsten dat aanbedeelde goederen van gemelde kinderen uit die boedel en naltan schap, waarschijnlijk met geen ender oogmerk, als om de suppliant in staat te stellen, gemelde zijne kinderen des te betere opvoedinge te kunnen geven, en dezelve in de alimentatie tegemoet te komen, uijtwijzens de testamente aan dezleve requeste geannefeert.
Dat de suppliant hem dan zij keerende tot hun edele achtbare ootmoedig verzoekende, dat hun edele echtbare de suppliant geleive te authoriseeren en te qualificeeren de gemelde kinderen aanbeeelde portie uit de boedel van Dirk van Dvoornoemde als nu tusschen gemelde kinderen gemeen, en voor zoo vere het aandeel van de overledene zoon betreft gemeen tusschen den suppliant en de overgeblevene kinderen te blijven voort regeeren en administreeren zoo, als in die voegen als dezelve bij de testamenten van meergemelde van Dam zijn gequalificeert alles ongeprejudicieert het regt, gezag, bewind en de leges de gemelde weeskamer competeerende, aannemende den suppliant den inventaris van de gemelde nalatenschap ter weeskamer e fouaneeren, als mede de rekening en verantwoording van dezelve boedel ten overstaan van hun edele achtbare mitsgaders hunner verdere verantwoording uijt kragte der verzogten authorisatie, ten allen tijde, op requisitie van hun edele achtbare te doen, en van alles te verleenen acte in forma.
Zoo is 't dat schout en weesmannen 't voorschreven verzoek hebbende overwoogen, t'zelve toestaan en conventeeren zoo als 't leijd: authoriseerende en qualitieerende de suppliantten om de gemeldd kinderen aanbedeelden portie uit den boedel van Dirk van Dam veoornoemd, als nu tusschen gemelde kinderen gemeen, en voor zo verre het aandeel van de overledene zoon betrefd, gemeen tusschen de suppliant en de overgeblevene kinderen, te blijven voort regeeren en administreeren zoo, en in die voegen als dezelve bij den testamente van meergemelde van Dam zijn gequalificeert, dog alles on geprejudicieert het regt, gezag, bewind en de leges de weeskamer competeerende en mits de suppliant de inventaris van de gemelde nalatenschap ter weeskamer fouaneere als mede de reekening en verantwoording van dezelve boedel ten overstaan van schout en weesmannen, mitsgaders hunne verdere verantwoording uijt kragte der verleende authorisatie ten allen tijde op onze requisitir te doen.
Actum ter weeskamer van Lang- en Corter Aar, den 9 december 1789
In kennisse van mij, secretaris
(is geteekend) G.C. Born (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 072 links t/m 074 rechts).

Zij zijn op 21 maart 1773 te Ter Aar in ondertrouw gegaan.Bron 3


Kind(eren):

  1. Ariaantje Kapiteijn  1773-????
  2. Jacob Klaasz Kapiteijn  1775-1866 
  3. Ariaantje Kapiteijn  1777-????
  4. Dirk Kapiteijn  1779-1789
  5. Grietje Kapiteijn  1780-????


(2) Hij is getrouwd met Jacoba de Rooij.

-- Weesdag, gehouden den 26e junij 1793,
--- Compareerde voor schout en weesmannen Jacob Kapiteijn, presenteerende deeze onderstaande requeste:
Aan de edele achtbaarde heeren schout en weesmannen van Der Aar,
Geeft met verschuldigd respect te kennen Jacob Kapiteijn woonende alhier dat ijn zoon Klaas Kapiteijn, eerste weduwnaar van Marijtje van Dam en laatst in huwelijk gehad hebbende Jacoba de Rooij op den 14e junij dezes jaars 1793 is komen te overlijden, nalaatende uijt eerst gemelde huwelijk twee minderjarige zoons met naamen Jacob, oud circa 18 en Roeloff, oud circa 12 jaaren en uit tweede gemelde huwelijk eende minderjaarige dochter met naame Grietje, oud circa 3 jaaren, zonder te hebben voorzien op de voogdije van gemelde minderjaarige kinderen, als meeder zonder uijt zijn boedel en nalaatenschap in gemeenschap bezeeten met meergemelde zijne huijsvrouw Jacoba den Rooij te hebben gesecludeerd de weeskamer deezes ambachts.
Reedenen waaromme hij suppliant, als grootvader den gemelde minderjaarigen, zig in keerende tot uw edele achtbare reverentelijk verzoekende dat het uw edele achtbare mogte behaagen onder het gewoone oppergezag van u edele achtbare te commiitteeren en aan te stellen zoodanige voogden over de ervportie van gemelde minderjaarige kinderen in den boedel en nalatenschap van zijne overleedene zoon (met meergemelde zijne aanbehuwde dochter in 't gemeen bezeeten en door hem ten behoeve van dezelve minderjaarige met de dood onttuymd en naagelaaten) als u edele achtbare zullen koomen goed te vinden, ten welken zijnde hij suppliant de vrijheijd neemd, eerbiedig voor te staan Johannes Langhout en Jan Blouwman, beyde wooende alhier, als declareerende de suppliant wegens zijn hooge jaaren daartoe buijten staat te zijn; en dus aan dezelve, ofte aan die geene welke uw edele achtbaree daartoe zullen gelieven te committeeren en aan te stellen te geven zodaanige ampele magt als aan voogden na regten kan en mag werden gegeeven. Depecheerende op hun ten dien ejnde de nodige commissie in forma (onderstond). 't Welk doende secretaris (is getekend) Jacob Kapiteijn.
Waarover gedelibereerd zijnde is wel geresolveerd om aan 't verzoek van den suppliant te voldoen; doch in consideraie neemen de dat de geproponeerde persoonen somtijds wettige reedenen van excuus tot 't aanneemen van gemelde voogdije zoue kunnen allegeeren, is geresolveerd gemelde geproponeerde persoonen alvoorens tegens heeden namiddag alhier te weeskamer te ontbieden, ten eijnde hun daarover te hooren omme vervolgens finaal op 't verzoek te resolveeren.
Compareerden als boven Johannes Langhout en Jan BouwmaN en is aan communicatie gedaan van 't bij Jacob Kpiteijn bovengemelde gedaan verzoek, waarop door hun is gedeclareerd dat zij wel gewenscht hadden, dat de keuze op hun niete was gevallen; - dog considiëreerende, dat het volstrekt nodig was, dat er voogden over gemelde minderjaarige werden aangesteld; zo verklaarenden zij beijde goe ongaarnde ook uijt consideratie zo voor de nagedagtenis - van de overledene, als - voor de hoogbejaarde grootvader - grootmoeder gemelde last volwaardig op zig te willen neemen; - vertrouwende dat hun edele achtbare ruw in alle voorkomende zaaken hun met derselver wijze raad zullen gelieven bij te staan, en de nodige onderrigtinge geeven.
En is dienvolgens bij schout en weesmannen geresolveerd gemelde persoonen tot voogden over de meergemelde minderjarige aan te stellen. en den secretaris gelast aan hun daarvan uijt te geeven deze navolgende authosisatie, qualificatie.

(Uytgegeven op een zegel van 24 stuyvers)
Alzoo Jacop Kapiteyn, woonende alhier onder Langeraar, zig bij requeste aan de edele achtbare heeren schout en weesmannen van Lang- en Corter Aar heeft geadresseerd en daarbij te kennen gegeeven:
dat zijn zoon Klaas Kapiteyn, eerst weduwnaar van Marijtje van Dam, en laatst in huwelijk gehad hebbende Jacoba de Rooij op den 14 juniy deezes jaars 1793, was koomen te overlijden, nalatende uyt eerstgenoemde huwelijk twee minderjaarige zoons met naamen Jacob oud circa 18 jaaren en Roeloff oudcirca 12 jaarenm en uyt tweede genoemde huwelijk eene minderjaarige dochter met naame Grietje, oud circa drie jaaren, zonder te hebben voorzien op de voogdije van genoemde minderjaarige kinderen als meede zonder uyt zijn boedel en nalaatenschap in gemeenschap bezeeten met meergenoemde zijne huysvrouw Jacoba de Rooij, te hebben gesecludeerd de weeskamer dezes ambachts.
Reedenen, waaromme hij suppliant als grootvader van genoemde minderjaarigen zig was keerende tot hun edele achtbare reverentelijk verzoekende, dat het hun edele achtbare mogte behaagen onder het gemeene oppergezag van hun edele achtbare te committeeren aan te stellen zodaanige voogden over de ervportie van gemelde minderjaarigen, in den boedel en nalaatenschap van zijne overleedene zoon (met meergemelde zijne aanbehuwde dochter in 't gemeene bezeeten, en door hem ten behoeven van dezelve minderjaarigen met de dood ontruymd en naagelaaten) als hun edele achtbaare soude komen goed te vinden, ten welken eynde hij suppliant de vrijheyd neemde eerbiedig voor te staan Johannes Langhout en Jan Bouwman beyde woonenden alhier, als declarerende de suppliant wegens zijn hooge jaaren dar toe, buyten staat te zijn, en dus dan dezelve of aan die gene welke hun achterbare zoude gelieven te commiitteren en aan te stellen te geven zoodanige ampele magt als aan voogden na rechten kan en mag werden gegeeven, depecherenede op hun ten dien eynde de nodige commissie in forma.
Zo is 't dat hun edele achtbare in overweging neemende het intrest der minderjaarige kinderen en hunne gehoudendheyd omme ingevolge de weeskeur alhier, digeerende dieswegens voorzien in te doen bij deezen tot voogden over de nagelaatene minderjaarige kinderen van Klaas Kapiteyn in huwelijk verwekt (zo) als bij zijne tweede huysvrouw Jacoba de Jong, aanstellen en qualificeeren Johannis Langhout en Jan Bouwman, woonende alhier onder Langer Aar, omme onder ht oppergezag en toeigt van hun edele achtbare van de naagelatene weduwe, Jacoba de Rooij, in qualite als boedel houwdetir af te vorderen behoorlijke staat en inventaris van de gemeenen boedel aan haar en haare overledene man; en genoemde staat en inventaris zodraa mogelijk ter weeskaamer alhier in te leeveren; voorts omme met commmunicatien, overleg en approbatie van hun edele achtbare het intrest van gemelde minderjaarigen waar te neemen en te behartigen, en daaromtrent te observeren en naar tew komen de voorgemelde weeskeur; wijders onder 't oppergezagh en toezigt voornoemd alles te doen en te verrigten met goede en getrouwe voogden gehouden en schuldig zijn de doen,
Actum ter weeskamer van Langer en Corter Aar, huijden den 26e juny 1793,
In kennisse van mij, secretaris,
G. C. Born (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 079 rechts t/m 081 links).
(NB. Er zijn nog 19 (!) folio's over deze kwestie, deze worden (nog) niet beschreven omdat dan de genealogie van de relevante personen erg onoverzichtelijk maakt).

-- Weesdag, gehouwden den 7 december 1803.
--- Ingekomen deeze navolgende requeste
Aan schout en weesmeesters van Der Aar:
Geeven met respect te kennen, Johannes Langhout en Jan Bouwman, woonenden te LAnger Aar; in qualiteyt als door schout en weesmannen van Der Aar op den 26 juny 1793, aangestelde voogden over de drie minderjaarige kinderen van wijlen Klaas Kapitijn en administrateurs over de goederen, gemelde kinderen aangekoomen uyt den boedel en naltanschap van gemdle hunne vader Klaas Kapiteyn.
Dat Jacob Klaasz Kapitijn, een der drie gemelde kinderen den vollen ouderdom van 25 jaaren bereykt hebbende, en daar door ten zijne opzichte, de voogdije van de supplianten geeindigd zijnde, hij dan ook gaarne nu bezitter van zijn aandeel en bovengemelde goederen wilden worden, omme de administratie over dezelfven zelfs te aanvaarden.
Dat de supplinten dan ook tendien eyndse reeds met gemelde Jacob in onderhandeling zijn geweest, en getragt hebben, omme gemelde goederen (allen in landerijen bestaande) zoo na mogelijk in drie gelijke deelen te verdeelen, ddog daartoe geen middel weeten, uyt hoofden de perceelen te ongelijk in grootren zijn.
Dat de supplianten dienvolgens met dezelve zijn overeengekoomen dat het beste zoude zijn, omme meergemelde goederen puplieq in dezze winter te doen vylen en tot geld te maaken, en als dan vervolgens aan hen uyt te keeren 1/3 in het zuyver provenee denzelven en voor de pverige 2/3 ten behoeve der minderjaarige aan te koopen, het zij recepisser uyt de nieuwe heffingen ofte zoodaanige andere effecten als uluyden zullen gecovenden? en het beste oordelen.
Dat de supplianten van oordeel zijn dat in aanmerking neemende de laage prijs der effecten dit vrij voordeeliger en meer solide zal zijn dan verder de landen aan behouwden en ten behoeve der meerderjaarigen te verhuuren of te gebruyken.
Reedenen waaromme de supplianten te paaden? zijn geworden zig te keeren tot u lieden, zoals zij doen, bij deeze u lieden verzoeken den omme de supplianten te willen authoriseren omme met en beneevens meergemelde Jacob Kapitijn, meergemelde landerijen in deze maand december publicq te doen vylen en verkoopen en voorts omme voor de overscheedende 2/3 in het zuyver provenu denzelven met communicatie en o erleg van u lieden aan te koopen, zoodaanige effecten als zullen bevonden werdentot meest voordeeligst te zijn (Lagerstond). 't Welk doende etc. (is geteekend) Johannes Langhout qq, Jan Bouwman qq.
Waarover gedelibreerd zijnde is, gegeresolveerd het verzoek daarbij gedaan te accordeeren, egter onder conditie dat de supplianten alvoorens aan den president opgeeven, de wijse en bepalingen, waarop voorneemens zijn, de verkoop te reguleeren en dirigeeren. En is vervolgens de secrtearis gelast daar van uyt te geeven deeze authorisatie en qualificatie.
Alsoo Johannes Langhout en Jan Bouwman, woonende onder Langer Aar, sig in qualité als door schouten weesmannen van Der Aar, op den 26 juny 1793 aangestelde voogden, over de drie minderjaargie kinderen van wijlen Klaas Kpitijn en administrateurs van derzelven goederen bij requeste aan ons schout en weesmannen van Der Aar, hebben geaddresseerd, en daarbij te kennen gegeeven, dat Jacob Kapiteijn, een der drie gemelde kinderen den vollen ouderdom van 25 jaaren berykt hebbende, en daardoor, ten zijne opzichten, de voogdije van de supplianten geeijndigd zijnde, hij dan ook gaarne nu bezitter van zijn aandeel in bovengemelde goederen wilden worden, omme de administratie over dezelven zelfs te aanvaarden.
Dat de supplianten dan ook ten dien eyndse reeds met gemelde Jacob in onderhandeling zijn geweest, en getragt hebben, omme gemelde goederen (allen in landerijen bestaande) zo na moogelijk in drie gelijke deelen te verdeelen, dog daar toe geen middel weeten uyt hoofden de perceelen te ongelijk in grooten zijn.
Dat de supplianten dienvolgens met dezelve zijn overeengekoomen dat het beste zoude zijn, omme meergemelde goederen publicq in deese wensen te doen vylen en tot geld te makken, en als dan vdervolgens aan hem uytte keeren 1/3 in het zuyver provenu derselven , en voor de overige 2/3 ten behoeven der minderjaarige aan te koopen, het zij recepissen uyt de niewue heffingen ofte zoodanige andere effecten als u lieden zullen goedvinden en het beste oordelen.
Dat de supplianten van oordeel zijn dat in aanmerking neemende de laage prijs der effecten dit vrij voordeeliger en meer solide zal zijn, dan verder de landen aan te houwden en ten behoeven der minderjaarige te verhuuren off te gebruyken.
Reedenen waar omme de supplianten te raaden waaren geworden, sig te keeren tot ons, soo als zij waaren alsmede bij deezen ons verzoekende, omme de supplianten te willen authoriseeren, omme met en beneevens meergemelde Jacob Kapitijn voorgemelde landerijen in de maand december publicq te doen vylen en verkoopen, en voorts omme voor de overschietende 2/3 in het zuyver provenu derzelven met communicatie en overleg van ons aan te koopen, zodanige effecten als zullen bevonden worden het meest voordeligst te zijn, soo is 't wat wij 't voorschreven verzoek rijpelijk hebben overwoogen, en n ons alvoorens door de supplianten te hebben doen opgeeven de wijse en bepaalingen, waarop gemelde publiqiue verkoop zal worden gehouden en gedirigeerd, oordelende dat de versogte publique verkoop vor 't voordeel der minderjaarige verre te perfecteren is, boven 't verder aanhoudende der gemede landerijen het voorzegde vrsoek hebben toegestaan en geconsenteerd gelijk wij doen bij deezer.
Authoriseeren dienvolgens en quatificeeren de supplianten, omme de ingemelde nalatenschap bevonden werdende landerijen in deese maand december publicq te doen vylen, verkoopen en tot gelden te maaken, met last, omme van den afloop derselven verkoop aan ons onverwijld behoorlijk kennis te geeven, ten eijnde over de belegging der gelden nader te disponeeren.
Gedaan ter weeskamer van Der Aar, huyden den 7 december 1800 en drie (Lagerstond). Ter ordonnantie van scout en weesmannen voornoemt (is geteekend) G.C. Born, secretaris (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 132, 133 en 134 resp. links en rechts).

Zij zijn getrouwd rond 1778.


Kind(eren):


Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Klaas Jacobsz Kapiteijn?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Klaas Jacobsz Kapiteijn

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Klaas Jacobsz Kapiteijn


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

Bronnen

  1. DTB Ter Aar, boek 1a, akte folio 005
  2. weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 079 rechts
  3. DTB Ter Aar, boek 1a, akte fol 061


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Kapiteijn


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Leonard van Kessel, "Genealogie inwoners Ter Aar plm. 1650-1960", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-ter-aar/I45154.php : benaderd 2 mei 2024), "Klaas Jacobsz Kapiteijn (1749-1793)".