AUGUSTUS SIJDERS, geboren voor 1703, huwde ca. 1730 met GEESJEN NIJENHUIS.
Zij was mogelijk een dochter van Hendrik Nijenhuis en Griet N. woonachtig op boerderij Nijenhuis te Aalden. Augustus ,,trouwde in" bij zijn schoonfamilie en gebruikte sindsdien afwisselend de achternamen Sijders en Nijenhuis.
Het Nijenhuis was een oud goed dat al voorkomt op een uit 1597 daterende lijst van vermogensbestanddelen en pachten van de Zweelose Kerk [48]).
Volgens het kerkelijk lidmatenregister uit 1733 waren op Nijenhuis woonachtig: Hendrik Nienhuis, Griet Nienhuis, Hendrikjen Nienhuis (zuster van Hendrik), Geesjen Nienhuis, Augustus Snijders (bedoeld is Sijders), Egbertje Blaegjes Smeling (inwonende dienstmeid?) en Aaltjen Snijders (moet waarschijnlijk Sijders zijn).
Na de dood van Hendrik Nijenhuis (begr. Zweeloo 6 januari 1741) werd Augustus eigenaar van Nijenhuis.
In het haardstedenregister van 1744 wordt ,,August Nijenhuis" voor ,,vol" aangeslagen en moest hij 4 gl. belasting betalen.
Volgens een koopcontract van 14 februari 1740 kochten Hendrik Nijenhuis en diens zuster Hendrickien voor 1300 gl. ,,vaste goederen en effecten onder de klokkenslag van Sweel gelegen" van Hendrik Brinks (gehuwd met Jantien Driesman) en (zijn zwager) Jan Driesman uit Groningen [49]).
Op 30 april 1742 betaalde Augustus Sijders 13 gl. belasting zijnde (volgens de tekst) de 50-ste penning van de koopsom [50]).
Dit is echter, vreemd genoeg, de 100-ste penning van 1300 gl.) Dat hij de 50-ste penning moest betalen is op zichzelf al vreemd te noemen, want voor aankoop van vaste goederen was gewoonlijk de 40ste penning vereist.
Over de onderhavige transactie werd nog op 30 november 1745 een proces gevoerd.
Verkoper Jan Driesman was overleden en zijn weduwe (Hendrikjen Boerinck) was hertrouwd met Harm Hoveman die betaling van de kooppenningen eiste [51]).
De familie Nijenhuis uit Aalden en de familie Driesman uit Groningen waren aan elkaar gerelateerd.
De bovengenoemde Jantien en Jan Driesman waren kinderen van Wemeltjen Jans Nienhuijs (waarschijnlijk afkomstig uit Aalden) en Anderies Harms Driesman 52 [52]).
Het bestaan van een familieband moge ook nog blijken uit het volgende.
De eerdergenoemde Jantje Brinks-Driesman overleed kinderloos.
Haar erfgenamen waren Harm Driesman, Clara Bos, Jan Koerts, Jantjen Roelef, Augustus Sijders en zijn vrouw, Hendrikjen Nijenhuis, Jantjen Hendriks en Willem Koops en zijn vrouw Wibbechijn Koerts.
In 1749 droegen zijn hun gezamenlijke erfenis over aan Hendrik Brinks, de weduwnaar van Jantje
Driesman voor 1650 gl. Deze bedong hierbij echter dat na zijn dood zijn zwager Harm Driesman het vruchtgebruik van 1200 gl. zou hebben.
In mei 1749 betaalde Hendrik Brinks aan August Sijders, Jan Meewes, Jan Coerts en Willem Koops elk 300 gl. [53]).
Augustus Sijders was in 1750 een van de 4 eigenerfden uit Aalden die samen met de schutte en de schatbeurder het register van nieuwe getimmers ten behoeve van de grondschatting van Aalden opstelden.
Volgens deze lijst was Nijenhuis (sinds 1672) met ,,1 vack wijt 25 voet vergroot" en was er ,,aan een schaapschot 1 vak 15 voet" getimmerd [54]).
Naast het Nijenhuis was Augustus ook nog eigenaar van een boerderij in Zweeloo.
Dit huis was tussen 1672 en 1750 met ,,1 vack 16½ voet" vergroot. Wanneer hij deze boerderij heeft verkregen is onbekend.
Waarschijnlijk wel voor 1742. In hetzelfde register uit Zweeloo [55]) komt zijn broer Geert Sijders (III c) voor als bewoner van hun ouderlijk huis.
Omdat ze in de lijst onder elkaar worden vermeld, zullen hun respectievelijke boerderijen dicht bij elkaar hebben gestaan.
Waarschijnlijk vormden de grondpercelen waarop beide boerderijen stonden oorspronkelijk een geheel; de plaats waar in 1672 de grote boerderij van Augustus Sijder (I) stond.
De boerderij waarop Geert Sijders woonde was in 1750 nog gemeenschappelijk eigendom van de erfgenamen van Martijnus Sijder (II a).
Op 20 juni 1751 verkochten zij (waaronder Augustus) hun ,,ouderlijke nagelatene goederen" aan Geert Sijders.
Augustus Sijders verhuurde zijn Zweelose bezit aan de familie Creeft.
Duidelijk is in de haardstedenregisters van 1742 en 1754 te zien dat Swaentien weduwe van Christiaan Creeft naast Geert Sijders woonde.
Naderhand werd de huur overgenomen door Cristiaan Creeft jr. Met hem streed Augustus op 30 juni 1761 voor de Etstoel om betaling van achterstallige huur ad 42 gl. te verkrijgen [56]).
Creeft verzette zich tegen de eis. Hij stelde dat Augustus hem nog 172 gl. schuldig was. Het bewijsstuk hiervoor, ,,een geproduceerde
Rekeninge", was echter ,,sonder dag of datum, dewijl de schulde, daar ingemelt, niet liquide zou zijn, en derhalven niet in compensatie sou kunnen gebragt worden tegens de eijsch."
Maar het door Augustus geleverde bewijs van diens vordering achtten Drost en Etten ook onvoldoende.
De vordering werd echter toegewezen mits ,,Augustus Sijders onder eede voor den Landschrijver Kijmmel zal verklaren dat de afrekening aldus is gemaakt zo als in het hantje (= handschrift?) van het jaar 1758 gemelt staat." Augustus
deed aldus en Christiaan Creeft moest betalen.
Nog in hetzelfde jaar (1761) verkocht Augustus zijn Zweelose boerderij aan Pieter Willems voor 300 gl. [57]).
Pieter Willems, winkelier, was gehuwd met Hillegien Cannegieter en woonachtig in Zweeloo.
Volgens de haardstedenregisters is hij zijn nieuw verworven boerderij tussen 1764 en 1774 (en waarschijnlijk pas ca. 1773) gaan bewonen.
Hij dreef er een winkel en een café. Hij was echter zelf zijn grootste klant.
Zijn dagelijkse dronkenschap en de geregelde mishandeling van vrouw en kinderen maakten dat hij door de naburen werd gevreesd en in de Zweler samenleving als gevaar werd ervaren en deden hem tenslotte in juni 1783 voor de duur van 15 jaren in het tuchthuis in Groningen belanden [58]).
Zijn boedel was inmiddels failliet en is waarschijnlijk gekocht door Jan Eefting, weduwnaar van Swaantien Sijders (Ill. f) [59]).
Augustus Sijders bleef woonachtig op Nijenhuis in Aalden.
De haardstedenregisters wijzen op een teruggang in financieel-maatschappelijke positie.
Betaalde hij in 1742 4 gl. haardstedengeld, in 1754 was dit 3 gl. en in 1764 was dit nog slechts 1 gl. Augustus Sijders stierf voor 1774.
Augustus Sijders |
Toegevoegd via een Person Discovery
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Blommers Web Site
Familiestamboom: 290157581-1