Datum: reg 7-14v; zoekakten image 224 van 402;
https://familysearch.org/pal:/MM9.3.1/TH-267-12657-26437-70?cc=2020117&wc=MCL4-529:341646101,342352001;
https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5009/1.3.6.35/start/10/limit/10/highlight/7;
Getuige: Jan Pietersz Kelder
Getuige: Simon Kelder
BRON: MET DANK AAN HET GEMEENTE ARCHIEF AMSTERDAM;
De dood van Hendrika Johanna werd toegelicht in de tentoonstelling over het Emma Kinder Ziekenhuis in het najaar van 2015.
De navolgende tekst is afkomstig van de archivaris.
=================
Verhaal zieke kinderen. Cholera 1866 Hendrika Johanna Kelder
Hendrika Johanna Kelder, geboren 13 november 1857, overleden 28 juni 1866 aan cholera
Sophia Kelder, geboren, 7 juni 1850, overleden 28 juni 1866 aan cholera. [BS overlijdens 1866/4/
73v, 74.]
Wonend in de Lange Leidsedwarsstraat 210 (huidig nr. 8, vlak bij de Leidsegracht) Kelderwoning
[Choleracommissie verslag 1866: 482/3]
(BR 1864: 5000/1295. Bureau Statistiek: lijsten met opgaven met overledenen 1866: 5185/522,
buurtatlas 1853: buurt 11, nr 210. 482/3 / verslag Choleracommissie 1866)
Samenstelling gezin: vader:
Moeder:
Kinderen:
Jan Kelder, schilder, 53 jaar :
Hendrica Verbeek, 50 jaar
Simon, 22 jaar
Sophia, 16 jaar
Maria, 14 jaar
Reinier, 12 jaar
Hendrika Johanna, 9 jaar
Waar gingen ze naar school? -openbare lagere school der eerste klasse, looiersgracht 19?
- openbare lagere school der tweede klasse, Raamstraat 14?
(adresboek 1887)
en waar naar de kerk?
Beeld van bedrijvigheid in de stad - voorzieningen tegen de cholera [bron PW, Choleracommissie]
Hendrika Kelder woonde met haar vader Jan, moeder Hendrika en haar broertjes en zusjes in een
kelderwoning in de Lange Leidsedwarsstraat nummer 210. Ze was negen jaar oud en de jongste van
vijf kinderen: Simon was 22, Sophia 16, Maria 14 en Reinier was 12 jaar oud.
Hendrika was gek op haar oudste zus Sophia. Ook al had Sophia een aantal vriendinnen, ze nam toch
Hendrika vaak op sleeptouw. Hendrika leerde veel van haar grote zus, ze kon zo mooi vertellen over
de dingen die ze zagen onderweg, zoals over de Inrichting voor Stadsbestedelingen verderop bij hun in
de straat, een gesticht voor arme wezen en verlaten kinderen. Wat was Hendrika blij dat ze bij haar
vader, moeder, broertjes en zusjes woonde. Vaak liepen ze langs de grachten in de buurt. 'Daar kun je
beter niet in vallen', zei Sophia, 'die zijn zo smerig, de mensen gooien daar echt alles in'.
'Waarom rijden er de laatste dagen toch zoveel karren door onze straat?' vroeg Hendrika haar zus,
op een dag ergens halverwege juni. Het antwoord was dat er binnen enkele weken een nieuw
hospitaal zou worden geopend, speciaal voor patiënten met cholera, een hele besmettelijke en
gevaarlijke ziekte. Je hoorde daar de laatste tijd steeds vaker over.
Op een ochtend was Hendrika helemaal niet lekker. Ze had buikpijn en ze was misselijk. Ze hoefde van
moeder die dag niet naar school. 's Middags kwam Sophia ziek thuis. Ze had net als Hendrika last van
buikpijn. Sophia was nog maar net thuis of ze moest overgeven. Na een paar dagen waren de zusjes
nog steeds ziek. Oe dokter vond het verstandig ze naar het Emma Kinderziekenhuis te brengen.
Hendrika en Sophia werden op 20 juni, voor de zekerheid, ter observatie opgenomen.
Hoewel de maximumleeftijd voor de kinderen die in het EKZ werden opgenomen 12 jaar was, werd
Sophia ondanks haar 16 jaren toch opgenomen. Zulke uitzonderingen werden wel vaker gemaakt.
[patiëntenboeken] Men vond het beter voor de zusjes dat ze bij elkaar bleven. Hendrika was heel blij,
want ze voelde zich altijd zo veilig bij haar grote zus.
Ze lagen nu al enkele dagen in het ziekenhuis, maar ze werden steeds zieker. Hendrika had
voortduren pijn in haar buik en ze moest af en toe overgeven. Het ergste was de diarree. Sophia was
er net zo slecht aan toe.
Op een dag kwam vader bij het bed van Sophia staan. Hij keek heel ernstig. Hendrika kon
goed horen wat hij zei. De zusjes zouden weer naar huis gaan. Hendrica was niet eens echt blij, daar
voelde ze zich te ziek voor.
De reden was dat bij de kinderen cholera was geconstateerd, een zeer besmettelijke en heel
gevaarlijke ziekte. Aangezien het ziekenhuis een heel beperkte isoleervoorziening had [jaarverslag EKZ
1866] en daar reeds twee kinderen lagen, moesten Hendrika en haar zus het hospitaal verlaten. Op
24 juni nam vader ze mee naar huis, waar ze direct in bed werden gestopt. Moeder had met een
gordijn voor de zieke zusjes een apart hoekje ingericht. Het werd aan Maria en Reinier ten strengste
verboden achter het gordijn te komen. Alleen Simon mocht daar komen, om zijn moeder bij te staan
bij de verpleging. Ondanks het risico op besmetting deed hij dit graag, hij had geen werk en hij
maakte zich graag nuttig. [BS overlijdens 1866/4/86]
De dagen die volgden waren verschrikkelijk. Hendrica en Sophia waren heel erg ziek. Op 28
juni overleed Sophia 's ochtends om 11 uur. Hendrika overleed een half uur later. [BS overlijdens
1866/4/ 73v, 74.] Vader en moeder waren gebroken. Daarom ging Simon naar het loket van de
Burgerlijke Stand om aangifte te doen van het overlijden van zijn twee zusjes. Hij was die dag
doodmoe en had een vreselijke buikpijn. Was het de spanning? Drie dagen daarna verscheen vader
Jan Kelder aan het loket van de Burgerlijke Stand. Hij gaf het overlijden aan van zijn zoon Simon.
Simon was bezweken aan de cholera op 30 juni 1866 om half twaalf in de ochtend, twee dagen na
zijn zusjes. [BS overlijdens 1866/4/86]
Hendrica Johanna Kelder |