(1) Hij is getrouwd met Maria van den BEEK.Bron 3
Zij zijn op 12 mei 1652 te Westmaas in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwd op 26 mei 1652 te Westmaas.Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Elisabeth BORSSELAER.Bron 4
Zij zijn op 9 augustus 1676 te Tholen in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwd op 30 augustus 1676 te Tholen.Bron 5(3) Hij is getrouwd met Emma van der KEMP.Bron 6
Zij zijn op 19 oktober 1681 te Dordrecht in ondertrouw gegaan.Bron 7
Zij zijn getrouwd op 4 november 1681 te De Lindt.Johannes Dibbetz (Dibbetius), oudste zoon van Henricus Dibbetz en Johanna Bergainge is in 1627 te St. Anthoniepolder geboren, ging te Dordrecht ter Latijnsche school, werd 10 februari 1648 te Leiden ingeschreven als student en werd in 1651 proponent en beroepen tot predikant te Westmaas, in 1653 te 's-Gravendeel, in 1662 te Tholen, in 1671 te Brielle en van daar in 1673 te Dordrecht, waar zijne beroeping tot groote oneenigheid en het verspreiden van ''goddeloos en fameus libellen'' tegen den kerkeraad aanleiding gaf. Hij werd in 1706 emeriutus, overleed den 20sten October 1709 en was den 26sten Mei gehuwd met Maria Elbertsdam van der Beeck, die in 1675 te Dordrecht overleed en hem zes kinderen schonk, vier dochters en twee zonen. Hij hertrouwde in 1676 Met Elisabeth Borsselaar en na haar dood, in 1681, met Emerentia van der Kemp, weduwe van den predikant Nicasius.
Dibbets was een voortreffelijk geleerde, en hoewel geene geschriften door hem zijn uitgegeven, behalve eene ''Korte Belijdenis des geloofs'', (Dordr. 1707. 8e.), werd hij evenwel door zijne tijdgenooten als een man van buitengewone taalkennis, vooral der Oosterse taal, en doorkneed in alle soorten van geleerdheid genoemd, welke voortreffelijke gaven gepaard gingen met een buitengewoon innemend karakter en voorbeeldigen wandel.
Tijdens zijn studie twijfelde men of Dibbetz wel predikant kon worden, men oordeelde hem minder geschikt voor de openbare bediening van het Evangelie, omdat hij verlamd was.
''Hij was nog maar een jongeling zijnde van weinige maanden, door God in een nacht geslagen met lammigheid in beide de benen tot aan de knien toe, welke hem, tot op zyn overlyden, is bygebleven, zynde al 13 jaren oud geweesr, eer hy ooit had kunnen staen og gaen, wanneer hy eindelyk, door behulp van houten krukken, die met zwart laken overtrokken waren, leerde staen, en zoo vervolgens gaen, waerom hy gedacht werd nooit in staet te zullen gebragt worden, om den predikdienst te kunnen waernemen.''
Ter onderscheiding van zijn vader werd hij Dibbetz met de krukken genoemd.
Johannes DIBBETIUS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1652 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria van den BEEK | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1676 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth BORSSELAER | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1681 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Emma van der KEMP |