(1) Hij is getrouwd met Teuntje Govertsdr.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Annetje Maertensdr.Bron 3
Zij zijn getrouwd op 20 april 1636 te Bleiswijk.Bron 4
Kind(eren):
(3) Hij is getrouwd met Catharina Ariensdr.Bron 5
Zij zijn op 11 januari 1653 in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwd op 9 februari 1653 te Berkel en Rodenrijs.Bron 6Op het dorp was de schoolmeester tevens voorzanger, klokluider, koster en doodgraver. Tobias collega was omstreeks 1620 Lodewijck Pietersen, die, blijkens de notulen van de kerkenraad, nog geld van een zekere Claes Baggebout te goed had. Zijn opvolger werd Jan Pietersen. In de kerkenraad van 12 maart 1624 werd Jan Pietersen over zijn functioneren als schoolmeester aangesproken. Er waren "veele ende verscheydenen clachten ... ter ooren gecomen". Ouders klaagden dat hun kinderen "niemendalle profiteeren en toenemen" in lezen en schrijven, noch in goede discipline. Hij bleek geen "ontsach ofte autoriteijt" uit te stralen, zodat het regelmatig een zootje werd "onder de jonge jeucht". Daarnaast was Pieterse ook chirurgijn en barbier. In de dagelijkse praktijk liet hij deze functies prevaleren boven die van de schoolmeester. Bovendien bleek hij nauwelijks te kunnen zingen. In de kerk lukte hem niet goed wijs te houden bij het voorzingen van de psalmen, zodat ook de orde in de eredienst in gevaar kwam. Als excuus gaf Pietersen te kennen dat hij graag twee dagen voor de kerkdienst wilde weten welke psalmen die zondag gezongen gingen worden. Tot veel verbeteringen leidde het niet. Op 26 mei 1624 liet de kerkenraad hem de keuze, omdat hij nu eenmaal "geen twee heeren gelijck dienen can", vrijwillig afstand van de "schooldienst" te doen. Pietersen stemde hierin toe, op voorwaarde dat dit pas een jaar later inging. De kerkenraad stemde in hem tot Allerheiligen in zijn functie te houden, omdat Pietersen wel een "litmaet was die vroom in leere en leven sich altijt heeft gedragen". Op 19 augustus 1624 bleek Pietersen te zijn overleden en werd weer omgezien naar "een goet en begaaft schoolmeester".
Dat werd Jan Nothe uit Leiden. Doch het ambachtsbestuur dacht hier anders over en wilde aan deze benoeming niet meewerken. De kerkenraad was hierover ontstemd en vond het "sonder fundament of reden". Op 17 november 1624 werd dit in de kerkenraad opnieuw in stemming gebracht en toen bleek ouderling Heynderick Woutersen van gedachten te zijn veranderd en trok hij zijn stem voor Nothe in, met als reden dat zijn "cijferen" niet geweldig was. Voor de rest van de kerkenraad was dit weer geen groot bezwaar. Deze kwestie liep steeds hoger op, zelfs zo ver dat een van de wethouderen van Bleiswijk, Arien Albrechtsen Cock, niet meer aan het Avondmaal wilde gaan en de gemeente tegen dominee Erezius ophitste, zodat er weer een kerkscheuring dreigde. Om des vredeswille en om een scheuring in de kerk te voorkomen besloot de kerkenraad bakzeil te halen en trok de benoeming van Nothe weer in, met als eis dat het ambachtsbestuur hem een schadevergoeding meegaf wegens te lang aan het lijntje gehouden (december 1624).
Tegen heug en meug benoemde de kerkenraad nu Jacob Verel tot schoolmeester, hoewel ze van mening waren dat het "onwettelijck ende onordentelijck geschiet was". Hun wantrouwen en bange vermoedens kwamen uit, want Verel bleek in 1626 veel met "lichtveerdich geselschap" te verkeren, de herbergen regelmatig te bezoeken waaruit hij dikwijls dronken te voorschijn kwam, zodat hij de "jonge luijde over welcke hij gestelt is een quat exempel geeft".
Blijkbaar beterde Verel zijn leven want pas in 1644 werd hij pas opgevolgd door Claes van Vliet. Het voorlezen in de kerk liet hij zo nu en dan aan een ander over. En daar was de kerkenraad niet zo gelukkig mee, maar voor het overige is er niet veel over hem bekend. Hij zal wel naar wens hebben gefunctioneerd. Hij overleed in 1663. Zijn opvolger werd Jacobus Beyeruch, die in 1671 overleed.
Jacob VEREL | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teuntje Govertsdr | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1636 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Annetje Maertensdr | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1653 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina Ariensdr |