Een rosmolen genaamd De Oude Kalandermolen, te Amersfoort
Everardus Intros | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1707 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina Rijcks van Vasen |
Hij is getrouwd met Christina Rijcks van Vasen.
Zij zijn getrouwd op 27 augustus 1707 te Amersfoort.
Kind(eren):
Gebeurtenis (Death of Spouse).
Everardus Intros was mede eigenaar van een van de twee Kalandermolens in Amersfoort. na zijn overlijden word er een akte opgemaakt om de aandelen of aandeel te verdelen over zijn twee nog leven kinderen, tw. Elisabet - en Paulus Intros en twee nog levende kinderen uit het huwelijk van zijn vrouw Christian van Vasen met Johannes Jan van der Maath, tw. Maria - en Elisje Van der Maath.
De kalandermolen, is in 1656 gebouwd aan de Zuidsingel tussen het Weeshuis en de Varkensmarkt, daar werd bombazijn met behulp van een door een paard aangedreven pers glanzend gemaakt of gekalandeerd.
Er is een constructietekening met handleiding uit 1755 bewaard gebleven, waarin uitvoerig beschreven staat hoe 'de machine' bediend werd. Behalve het paard waren er ook 'twee mannen en een jongen' nodig om de molen te bedienen. 'Zijnde het paard beneden gewenst, op het roepen van de knegt boven, te blijven staan en voort te gaan wanneer het vereyst word'. Dan ging de molen draaien 'en dus door het voortsetten van het paart de gansche machine in beweging komt, en het stuk zonder persing door de nauwe passage van de op malkanderen drukkende sware rollen door gedreven wordt.'
De molen was eigendom van zestien bombazijnververs die elk een aandeel in het bedrijf bezaten. Vóór de bouw van deze kalandermolen bezat het weversgilde(?) een kalandermolen in de Utrechtsestraat tegenover De Vergulde Zwaan, welke in 1700 in het openbaar werd verkocht. Deze molen bleef echter in bedrijf zodat de participanten zich vanwege de daaruit voortvloeiende concurrentie gedwongen zagen die molen in 1702 terug te kopen. Om herhaling te voorkomen werd in dat jaar op hun verzoek door het gemeentebestuur een monopolie verleend op het kalanderen voor een periode van 25 jaar. Dit werd verlengd in 1726, 1755 en in 1777. (inv. nrs. 54, 55, 95)
De aandelen in de molen waren verhandelbaar en konden op een gegeven moment zelfs worden gesplitst in kleinere aandelen. Om dit tegen te gaan besloten de participanten in 1708 dat niet meer dan zes personen tegelijkertijd in de kalandermolen mochten deelnemen. (inv.nr. 26) Van de oorspronkelijk zestien aandelen waren er op dat moment acht opgekocht en ingenomen, één aandeel was van de gezamelijke participanten en één aandeel was door vererving in achten gesplitst. Daarvan hadden de deelgenoten inmiddels één achtste deel weten te verwerven. De verschillende eigenaren van het gesplitste aandeel eisten vervolgens hun inspraak in de vergaderingen van de kalandermolen " 't welk seer veel moeijten en ongeregeltheden baart, ja sodanigh dat daardoor en door 't geene daar verder uijt resulteert oogschijnelijk de totale ruine en verval van de voorseijde Calandermolen te dugten soude sijn" (inv. nr. 37) Daarom werd in 1716 besloten dat elk van de acht aandelen door niet meer dan één persoon in het bestuur van de molen mocht zijn vertegenwoordigd.
In 1833 wordt de kalandermolen voor een periode van negen jaar verhuurd aan de Commissie tot uitdeeling van spijs aan behoeftigen. Van deelgenoten is in het huurcontract overigens geen sprake meer. Als enige eigenaar treedt Gerrit van Loevezijn op die tussen de aankoop van zijn eerste aandeel in 1814 en de verhuur in 1833 blijkbaar de overige aandeelhouders heeft uitgekocht. (nr. 103) De waarde van zijn bezit zal niet hoog geweest zijn; al in 1814 blijkt het gebouw in een slechte staat te verkeren. In het proces-verbaal van openbare verkoop in verband met het faillissement van Nicolaas Kolff (inv.nr. 102) wordt de waarde van het te koop aangeboden 5/32 aandeel niet geschat in verband met 'de zwaare reparatien waar aan het zelve onderhevig is'. Wel is het nog steeds ingericht als kalandermolen want de nieuwe huurders krijgen toestemming om de nog aanwezige kalanderbak en de stander weg te breken en daarvoor fornuizen en ketels in de plaats te stellen. Uiteindelijk wordt het pand door de commissie gekocht. Waarschijnlijk is met die aankoop ook het archief van de kalandermolen in het bezit van de commissie gekomen.
De materiële toestand van de stukken is niet best, bovendien is er het een en ander verdwenen. In inv. nr. 55 is er sprake van een notulenboek waaruit een reglement wordt geextraheerd.
zijn huwelijk met Christina Rijcks Vaasen (Vasen)
Notariële akten
Tip: herlaad deze pagina voor een nieuwe selectie van gebeurtenissen vanuit Wikipedia.
Tip: herlaad deze pagina voor een nieuwe selectie van gebeurtenissen vanuit Wikipedia.