(1) Hij is getrouwd met Maritge Roochusd LEMS.
Zij zijn getrouwd rond 1605 te Poortugaal.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Neeltje Jans BLOCK.
Zij zijn getrouwd rond september 1621 te Pernis.
Kind(eren):
Tekst overgenomen uit "Groei en Evolutie van Rozenburg eens een eiland: Auteur A.J.M. Tetteroo DSW Dordrecht niet commerciele uitgave 1982.
Willem Pietersz Moerman werd geboren in het Vlaamse stadje Blankenberge en staat in het doopregister als Willem Moorman. Zijn ouders namen met hun gezin de vlucht vanuit Sluis naar het toen nog veilige Holland, tijdens de inneming van Belgie door de Spanjaarden in 1587. Willem was toen 14 jaar oud. Het gezin Moorman vestigde zich in Portugaal en raakte in goede welstand. In 1605 trad Willem Pietersz in het huwelijk met Margitgen Rokusdr, die in Hoogvliet woonachtig was. In de Nederlandsche Leeuw Jaarg. LXIX, No. 1, is de volgende huwelijksomschrijving te vinden: Willem Pietersz Moerman van Blankenburche, met Margitge Rokus, van Hoogvliet, ghetrouwdt in Portegael anno 1605. Met Blankenburche werd geen eiland, polder of zandplaat bedoeld, maar de geboorteplaats van Moerman. In vroeger tijd kwam het heel vaak voor, dat de namen werd opgeschreven, zoals die werden uigesproken. Hierdoor is menige naam verbasterd of geheel veranderd. Alom zal bekend geweest zijn, dat Moerman uit Blankenberge afkomstig was, zodat deze stadsnaam spoedig ingeburgerd raakte. Direct na hun huwelijk pachtte het jonge paar een van de zandplaten in de monde van de Maas. Dat was de Middelplaat, die reeds in 1508 bezomerkaad was. In de erfpachtvoorwaarden werden ook weer verplichtingen gesteld. Enkele daarvan zijn: het opzetten van eendekooien, het bedijken van de zandplaat en het steken van een haventje. Hieronder volgt de tekst zoals die op het rouwbord van Willem Moerman is geschreven.
Aandachtige overdenkinge over mijn wedervaren in deze bedroevende, lijdende en strijdende weerelt. Als Spaans freet gespuis heel Vlaanderen gingh kwelle, Zoo dat geen leeuw hem in 't freetste mogh aamstelle, Zoo heeft daarboven nog ons honger zware plage. Daar bij nog zware pest schiere (g)eslaage. Ik die was jong geyaard, moest vluchten door dees nood. Zogt mijn jeugdig hert te vrije van den dood. Ik ben in Holland geraakt. God heeft mij hier gegeven, Bevrijd van straf en nood, genoeg om van te leven. Maar helaas mijn gans geslagt is door dees nood verdreven. Dat nooit een straal daar van in 't minste is verschenen. Maar echter zijn geslagt is in 't licht gebleven. Mijn stam en afkomst was eertijds genaamd Morman; Dit is 't meest wat mij hier van heugen kan. Terweil ik op 't Yland mijn woning nam met zorg. Zoo kreeg ik hier nogtans de Van: Van Blankenburg. Maar omdat mijn afkomst niet blijve zou vergeten, Zoo gaat men mij Moerman van Blankenburg heeten.
God geve, dat ik Moerman van Blankenburg sweven in 's hemels Blankenburg bij God in ewigh leven. De boerderij die hij bouwde kreeg de naam 'BLANCKENBURCH". In navolging van de adel ging Moerman zich 'Moerman van Blanckenburch' noemen. Later ging deze naam over op de polder en nog later op de gehele woongemeenschap. De Voornse Domeinen hebben deze naam overgenomen. In akten van de Voornse Domeinen wordt de vader van Willem Pietersz omschreven als 'Moorman van Portegaele'. In andere akten, eveneens van de Voornse Domeinen, wordt Willem Pietersz aangeduid als Moerman van Blanckenburche. Schim (Samuel Moerman) zou het verhaal over zijn voorvader rond 1700 hebben verteld aan een notaris in Maasland.
Willem Pietersz MOERMAN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1605 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maritge Roochusd LEMS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) ± 1621 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Jans BLOCK |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.