Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders (± 1092-1119)

Persoonlijke gegevens Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders 


Gezin van Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders

Hij is getrouwd met Hedwig (=Havide Hawise) de Bretagne.

Zij zijn getrouwd rond 1110.


Notities over Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders

Graaf van Vlaanderen (06-10-1111 tot 1119). Hij is een neef van Karel 'de Goede'.
Zie: http://www.ethesis.net/hapkin/hapkin_inhoud.htm
Over de jeugd van Boudewijn VII zijn we nauwelijks ingelicht. Gelukkig zijn er enkele fragmentjes over de kleine Boudewijn te vinden in de verhalencyclus rond de Eerste Kruistocht.

Over de opvoeding en opleiding die Boudewijn genoot, zijn wij nauwelijks ingelicht. Van Caenegem vermoedt uit een passage uit het dagboek van Galbert van Brugge dat de kanunniken van de Sint-Donaaskerk in Brugge een belangrijke rol gespeeld hebben in de opvoeding van Karel de Goede (VAN CAENEGEM, "Historische inleiding", 112; GALBERT VAN BRUGGE, ; De moord, 145), de neef van Boudewijn die sinds 1086 aan het Vlaamse hof verbleef. We kunnen ons dan ook afvragen of de kanunniken van Brugge diezelfde rol op zich namen bij de opvoeding van de jonge Boudewijn enkele jaren later.  "Balduinum … adolescentulum necdum militem factum", schrijft Herman van Doornik (HERMAN VAN DOORNIK, De restauratione, RHF, 394). Hij is dus op het moment van het overlijden van zijn vader in 1111 nog altijd niet tot ridder geslagen. Zoals elke oudste adellijke zoon is hij wellicht in de leer gegaan bij een voortreffelijke ridder om er de knepen van het vak te leren. Boudewijns behendigheid met de wapens is in ieder geval niet onopgemerkt gebleven, zo werd hij bij zijn aantreden door Henry van Huntingdon geroemd omdat hij zo voortreffelijk de strijdwapens kon hanteren: "iuvenis omnino strenuus armis" (HENRY OF HUNTINGDON, Historia Anglorum, 458). Ook later zal zijn krijgskunde meermaals worden opgemerkt door kroniekschrijvers, zoals bijvoorbeeld Suger:  "Comes Flandriae Balduinus, apprime militaris, elegans juvenis" (SUGER, Vita Ludovici, 43).

Zijn ambassade naar de Duitse koning Hendrik V

Zoals ondertussen al duidelijk zal zijn, zijn er nauwelijks bronnen die ons iets vertellen over handelingen of reizen van Boudewijn tijdens zijn jeugd. We kunnen dan ook slechts aan de hand van andere bekende gebeurtenissen iets veronderstellen over Boudewijns rol daarin, zoals zijn mogelijke mederegentschap (Cf. infra: zijn eventueel mederegentschap, 17). Enige uitzondering hierop is een aantekening in de Annales Blandinienses bij het jaar 1110: "Balduinus puer a patre Rotberto ad curiam Bavenberg mittitur" ( Annales Blandinienses, 27). In 1110 stuurde Robrecht II dus zijn jonge zoon Boudewijn naar het koninklijke hof in Bamberg. Waarom?

Meyer von Knonau plaatst deze ambassade van Boudewijn bij de kerstmisviering van 1109 (MEYER VON KNONAU, Jahrbücher, V, 102-103). Rooms koning Hendrik V kwam terug van een Poolse veldtocht en installeerde zijn hof in Bamberg om er kerstmis te vieren. Meyer von Knonau motiveert zijn stelling dat Boudewijn hier in 1109 kerstmis kwam vieren echter niet, maar we kunnen veronderstellen dat hij hiertoe besluit omdat er sprake is van Bamberg in de passage uit de Annales Blaninienses. Men vindt in zijn werk nergens anders een vermelding van Bamberg in de jaren 1109-1110 en omdat zijn werk wel heel exhaustief is en het beste wat voorhanden in verband met de regering van Hendrik V, ga ik ervan uit de koning slechts met kerstmis 1109 in Bamberg geresideerd heeft. Vandaar dat de enige mogelijkheid dat Boudewijn en Hendrik V elkaar in Bamberg konden ontmoeten in de kerstperiode van 1109 kon zijn.

De Annales Blandiniensis schrijft deze ambassade echter bij het jaar 1110. Dit is mogelijk, want we moeten er rekening mee houden dat men in Gent tot het einde van de 12de eeuw de kerststijl hanteerde (STRUBBE en VOET,  De chronologie, 474), op die manier kan Boudewijn in het begin van het jaar 1110, vlak na kerstmis 1109, op verzoek van zijn vader Robrecht II een bezoek aan Hendrik V in Bamberg gebracht hebben. Dat Boudewijn zonder probleem de kerstperiode aan het hof van de Rooms koning mocht bijwonen, bewijst dat de relatie tussen Hendrik V en Robrecht II terug genormaliseerd was na een jarenlang conflict tussen beide vorsten en wellicht was dit een manier om die goede verstandhouding kracht bij te zetten.

Inzet van deze strijd was het land van Kamerijk, dat Robrecht II net zoals zijn vader wilde inlijven, maar deze annexatieplannen konden van oudsher rekenen op de tegenstand van de Duitse keizers. Het conflict groeide in november 1107 naar een hoogtepunt toen Rooms koning Hendrik V zich verbond met enkele vorsten uit Neder-Lotharingen, waaronder de aartsvijand van Robrecht II Boudewijn III van Henegouwen en Godfried van Brabant, en met een groot leger aankwam in het Kamerijkse (PIRENNE, "Robert II de Flandre", 443). De koning vatte de bestorming aan van Dowaai, waar graaf Robrecht II persoonlijk het bevel over de verdediging voerde. De Duitse aanval werd met zo een overtuigende kracht door de Vlamingen afgeslagen, dat Hendrik, die ook al niet happig was op een belegering in de winter, bovendien ver van zijn eigen land, besloot om zich terug te trekken. Enkele dagen later sloot hij met Robrecht II een vrede die op 25 december 1107 (PIRENNE, "Robert II de Flandre", 443) plechtig ondertekend werd. Ze kwamen overeen dat Robrecht aan de koning manschap deed voor rijkslenen en het burggraafschap van Kamerijk mocht behouden samen met le Cateau zolang Hendrik nog geen nieuwe bisschop te Kamerijk had aangesteld. Op die manier kwam een vredevolle relatie tot stand tussen de Duitse keizer en de graaf van Vlaanderen, die naderhand ook door diens zoon Boudewijn werd verder gezet.

Zijn verschijnen in aktes van Robrecht II

De jonge Boudewijn duikt een aantal keer op in aktes van zijn vader Robrecht II. In totaal zijn hiervan acht oorkonden of fragmenten van oorkonden bewaard gebleven. Vier, waaronder één valse, dateren uit de kindertijd van Boudewijn en in de overige vier kunnen we aannemen dat hij zelfstandig optrad. Koch veronderstelt dat hij meerderjarig is geworden op het einde van zijn veertiende jaar, dus in 1108 (KOCH, "Actes des comtes de Flandre", 264. Als we dit vergelijken met de gegevens uit GODDING, Le droit privé, 70, in verband met de meerderjarigheid van kinderen in de Middeleeuwen, dan kunnen we de visie van Koch bijtreden. De meerderjarigheid van jongens schommelde tussen 14, 15 en 16 jaar). Samen met zijn moeder Clementia en zijn broer Willem wordt hij vermeld in twee aktes van vóór september 1096, in de valse akte van 1102 en, zonder Willem echter, in een akte die gedateerd wordt tussen 20 juni 1100 en 26 februari 1105 (De akten zijn te vinden in: Thesaurus diplomaticus. Robrecht II en VERCAUTEREN,  Actes, 62-99, nr. 20, 21, 29 en 33). In een oorkonde van 27 februari 1110 stond Robrecht II al de grafelijke rechten die hij bezat op eigendommen van de abdij van Sint-Maarten van Ieper aan deze abdij voor het zielenheil van zichzelf, zijn vrouw, zonen Boudewijn en Willem en zijn ouders (VERCAUTEREN,  Actes, 107-109, nr. 40).

In 1110 begon Boudewijn duidelijk actief op te treden, zoals ook zijn ambassade naar koning Hendrik V aantoont in de nadagen van 1109. Op 20 oktober 1110 ondertekende hij in Orchies zelf het charter waarin zijn vader de schenking van burggraaf Evrard aan de kanunniken van de O.L.V.kerk van Doornik bevestigde (VERCAUTEREN,  Actes, 119-120, nr. 44). In een oorkonde uit het cartularium van de abdij van Ename wordt zelfs expliciet "assensu filii sui Balduini" geschreven (KOCH, "Actes des comtes de Flandre", 264-265). Robrecht II wees de vrouw Laniarde dus met de uitdrukkelijke toestemming van zijn zoon Boudewijn aan het altaar van de kerk van Ename toe. Koch dateerde deze akte tussen mogelijk 1108 en 6 oktober 1111, dus na de emancipatie van Boudewijn en voor het overlijden van Robrecht II (KOCH, "Actes des comtes de Flandre", 264). Aangezien we Boudewijn pas echt initiatief zien nemen vanaf 1110, denk ik dat deze akte eerder in 1110-1111 te plaatsen is dan ervoor.

Was Boudewijn mederegent?

Liet Robrecht II zijn zoon al aan de regering van het graafschap deelnemen nog voor Boudewijn effectief zijn vader opvolgde als graaf? Robrecht zelf was tenslotte toch ook op jonge leeftijd tot regent van Vlaanderen aangesteld, meerbepaald toen Robrecht I op pelgrimage vertrok naar het Heilig Land (PIRENNE, "Robert II de Flandre", 437. VANDERKINDERE,  La formation, I, 302). Robrecht II lijkt zelfs naderhand medegraaf te zijn gebleven. Er is namelijk een akte bewaard gebleven die uitgevaardigd zou zijn door "Baldewinus Flandrensis comes" en in de verschillende kopieën die wij bezitten op 10 juni 1111 gedateerd wordt (akte en idee van mederegentschap: VERCAUTEREN, Actes, 141-142). Is dit het bewijs dat Boudewijn medegraaf werd nog voor zijn vader in oktober 1111 overleed? Hij was nog maar 18 jaar en hoewel dit nog zeer jong is, was hij op die leeftijd toch al meerderjarig.

We kunnen, zoals Vercauteren, dan ook veronderstellen dat Robrecht II door zijn leenheer Lodewijk VI ter hulp is geroepen in de campagne tegen Hugo du Puiset, die duurde van maart tot augustus 1111 (VERCAUTEREN,  Actes, 141). We weten tenslotte dat Robrecht II de Franse koning van augustus tot oktober bijgestaan heeft in diens strijd tegen Hendrik van Engeland en Theobald van Blois en in één van die veldslagen ook gesneuveld is. Misschien liet hij tijdens die maandenlange periode van afwezigheid de macht over aan Boudewijn, zoals hij ook eertijds zijn vrouw Clementia het regentschap over Vlaanderen toekende toen hij op kruistocht vertrok naar Palestina. In deze periode kan Boudewijn dan een aantal oorkondes uitgevaardigd hebben, waaronder de bewaard gebleven akte van 10 juni 1111, opgesteld te Veurne, waarin hij een stuk grond gelegen in Loberge aan de abdij van Broekburg schenkt ( Thesaurus diplomaticus. Boudewijn VII en VERCAUTEREN, Actes, 141-142).

Nochtans vermeldt Suger nergens dat ook Robrecht II betrokken was in Lodewijks strijd tegen Hugo du Puiset, terwijl hij Robrechts aanwezigheid tegenover Theobald van Blois wel ter sprake brengt. Er wordt ook in geen enkele tekst bevestigd dat Robrecht II in juni 1111 afwezig was in Vlaanderen of dat Boudewijn in die periode medegraaf was (VERCAUTEREN,  Actes, 142). Om deze redenen veronderstelt Vercauteren dan ook dat de redacteur van het cartularium van de abdij van Broekburg een fout beging toen hij M°C°XI° schreef in plaats van M°C°XII° (VERCAUTEREN,  Actes, 142). Zodoende moeten we de akte op 10 juni 1112 dateren en gezien Boudewijn op 6 oktober graaf van Vlaanderen werd, zijn alle problemen en speculaties hiermee van de baan.
Het huwelijk van Boudewijn VII

Het huwelijk is altijd al een belangrijke zaak geweest, maar voor een regerende dynastie is het echter van cruciaal belang om de opvolging te verzekeren. Enkel uit een wettig huwelijk kunnen erfgenamen voortspruiten die later de troon zullen bestijgen en de dynastie verderzetten. Daarom is deze vraag ook relevant in ons onderzoek. De problematiek rond het huwelijk van Boudewijn VII is nog nergens onderzocht geweest en dat proberen we in dit derde hoofdstuk te verhelpen. Hoe heette zijn bruid precies? Wat is haar achtergrond? Hoe kwam dit huwelijk tot stand? Het huwelijk werd ontbonden, maar dit blijkt nogal wat voeten in de aarde te hebben gehad. Wie werkte hieraan mee en wat zou de reden voor de scheiding kunnen geweest zijn? Ten slotte bekijken we of Boudewijn nog een tweede huwelijk aanging en wat de gevolgen waren van zijn kinderloos overlijden. We kunnen hiervoor gebruik maken van de kroniek van Lambertus Waterlos en de Flandria Generosa, naast twee brieven over de annulatie van Boudewijns huwelijk van de hand van Ivo van Chartres. Achtergrondinformatie vonden we voornamelijk in encyclopedische biografieën van de betrokken personen.

Boudewijns huwelijk met Havise van Bretagne

In zijn annalen schreef Lambertus Waterlos bij het jaar 1110: "Balduinus filius Roberti comitis Flandriae accepit uxorem filiam Alani comitis Britanniae" (LAMBERTUS WATERLOS, Annales Cameracenses, 512, indien hij de paasstijl hanteerde, kan het huwelijk ook plaatsgevonden hebben in de eerste maanden van 1111). Lambertus (1108-1170) schreef vanaf 1152 en leverde in zijn annalen de geschiedenis van Kamerijk over (LAMBERTUS WATERLOS, Annales Cameracenses, 509-510;  Narrative sources. Lambertus Watrelosensis). Hij kan dus min of meer een late tijdgenoot van Boudewijn en dus een bevoorrechte bron genoemd worden. Maar meer dan dat Boudewijn, zoon van Robrecht, de graaf van Vlaanderen, de dochter van Alain, graaf van Bretagne ten huwelijk genomen heeft, vertelt hij niet. De naam van deze dochter van graaf Alain van Bretagne wordt niet opgegeven. Ook andere bronnen geven zelden haar naam prijs, zoals de Flandria Generosa. Telkens wordt zij slechts aangeduid als de dochter van Alan Fergent, hertog van Bretagne, graaf van Nantes. Over haar voornaam bestaat zelfs grote twijfel: Agnes of Havise. In recente werken wordt meestal de aanduiding Agnes van Bretagne gebruikt. Een genealogie die in 1643 werd overgeschreven, schrijft Havise ( Ex Genealogia Comitum Flandriae, 411), maar hoe betrouwbaar is deze bron? In een akte van haar broer Conan III, hertog van Bretagne, verschijnt ze wel als "sorore mea Hadeuguis" in het gezelschap van "matre mea Ermenjart" ( Ex actis sanctorum et illustrium virorum gestis, 195: Exemplar chartulae Conani Comitis de redditione et confirmatione Bellae-insulae facta monasterio Kemperlegiensi). In Bretagne noemt men haar dus Hadevige, wat het equivalent is van het Nederlandse Hadewijch.

Ze is wellicht naar de moeder van haar vader, Havoise van Bretagne genoemd. Andere vormen zijn Hedwig, Hadvise, Havide, Havise, Hawise en Havoise. In de meeste Vlaamse kronieken wordt zij echter Agnes of Agniete genoemd (DESPARS, ; Cronijcke, 263: spreekt van "Agniete"). Aangezien ze in een akte van haar broer met "Hadeuguis" wordt aangeduid en de naam Agnes niet, maar Havoise wèl voorkomt in de Bretonse vorstelijke familie, kunnen we veronderstellen dat ze wel degelijk Hadevige of Havise heette. Een interessante verklaring voor de verwarring kunnen we misschien geven via de opmerking van Meyerus "Agnem (Anisem quida scribunt)" (MEYERUS,  Flandricarum, fol. xxiv verso). Lang verbleef Havise niet in Vlaanderen en wellicht werd haar naam door het veelvuldig kopiëren, verbasterd tot Agnes: Havise - (H)avisem - Anisem - Agnes.
Zoals eerder genoemd, is Boudewijn VII wellicht rond 1093 geboren. De geboortedatum van Havise is ook niet bekend, maar haar broer Conan werd geboren in 1095 (WAQUET, "Alain IV (ou VI)", 1079). Wat maakt dat er wellicht geen groot leeftijdsverschil was tussen Boudewijn en Havise. Haar vader was Alain IV (Biografische gegevens uit: WAQUET, "Alain IV (ou VI)", 1078-1080), bijgenaamd Fergent, hertog van Bretagne.

Totstandkoming van het huwelijk

We mogen aannemen dat naar de gewoonte van die tijd de grafelijke familie van Vlaanderen en de hertogelijke familie van Bretagne de echtverbintenis tussen hun kinderen geregeld hebben. Hierover zijn echter geen bronnen bewaard gebleven. Maar als we een blik werpen op de geschiedenis van beide dynastieën en de mogelijkheden waarop ze met elkaar in contact gekomen zijn, springt één episode duidelijk in het oog: de Eerste Kruistocht, die in 1096 op gang kwam en leidde tot de val van Jeruzalem in 1099.

De oproep van paus Urbanus II kreeg grote weerklank in West-Europa en tussen augustus en oktober 1096 zetten wel vijf verschillende kruisvaartlegers zich in beweging in de richting van Constantinopel. Het leger dat uit Noord-Frankrijk afkomstig was, bestond uit Bretonnen onder leiding van hertog Alain IV (WAQUET, "Alain IV (ou VI)", 1079), Normandiërs met als aanvoerder hertog Robert Courteheuse, Vlamingen onder bevel van graaf Robrecht II (over de deelname van Robrecht II aan de Eerste Kruistocht: LUYKX,  De graven van Vlaanderen en de kruistochten, 40-72. In ruimer verband: GROUSSET,  Histoire des croisades en RILEY-SMITH, The  Oxford history of the Crusades) en verder nog milities uit o.a. Blois. Zij trokken niet zoals het Lotharingische leger onder leiding van Godfried van Bouillon in oostelijke richting via Hongarije naar Constantinopel, maar gingen zuidwaarts dwars door Frankrijk en de laars van Italië naar Apulië. Daar zag Robrecht II trouwens zijn zus Adela terug, die getrouwd was met hertog Rogier Borsa. Hij wilde echter geen tijd verliezen en in tegenstelling tot Robert Courteheuse en Stephen van Blois, die er overwinterden, stak hij na een korte rust de Egeïsche Zee over en vervolgde hij zijn weg naar Constantinopel. Daar verzamelden de verschillende kruisvaarderlegers en in mei 1097 vervolgden ze gezamenlijk hun weg naar Palestina.

Het is niet de bedoeling om hier de volledige kruistocht uit de doeken te doen, maar het moge wel duidelijk zijn dat Robrecht II en Alain IV uitgebreid de tijd hebben gehad om tijdens hun gezamenlijke reis aan de toekomst van hun kinderen te denken. Te meer daar ook Robrechts eigen huwelijk heel waarschijnlijk zoals dat van zijn zus Adela tijdens een vergelijkbare pelgrimage van hun vader Robrecht de Fries naar het Heilig Land beklonken werd (SPROEMBERG, "Clementia", 1209 en VERLINDEN, Robert Ier, 24). Ook de terugreis ondernam Robrecht II samen met zijn neef Robert Courteheuse en wellicht sloot Alain IV zich wederom bij hen aan. In Apulië scheidden hun wegen echter opnieuw, want anders dan Courteheuse die er nog een tijdlang verbleef, spoedde Robrecht II, sinds dit avontuur bijgenaamd 'van Jeruzalem', zich zonder verder oponthoud naar Vlaanderen, waar hij in de lente van 1100 aankwam (LUYKX,  De graven van Vlaanderen en de kruistochten, 71), wellicht met een huwelijksregeling op zak. Alain IV zou zijn geliefde Bretagne pas in oktober 1101 terugzien (WAQUET, "Alain IV (ou VI)", 1079).

Tien jaar later hadden zowel Boudewijn van Vlaanderen als Havise van Bretagne de huwelijksleeftijd bereikt en in 1110-1111, zo weten we uit de annalen van Lambertus Waterlos, werd het huwelijk tussen beiden dan effectief voltrokken. We mogen veronderstellen dat Havise vanaf dat moment in Vlaanderen verbleef.

De ontbinding van het huwelijk van Boudewijn en Havise

De tussenkomst van Ivo van Chartres

Spoedig verrees echter verzet tegen dit prinselijke huwelijk. Er werd een beroep gedaan op bisschop Ivo van Chartres om de ontbinding van het huwelijk te legitimeren. De bisschop van Chartres was in zijn tijd dè specialist in canoniek recht en huwelijksrecht in het bijzonder. Goed bekend is zijn aanvaring met de Franse koning toen die zijn eerste echtgenote Bertha van Holland verstootte en Bertrade van Montfort, de vrouw van Fulco IV van Anjou tot vrouw nam (MUNIER, "Yves de Chartres", 1552). Het conflict tussen beiden nam zodanige proporties aan dat Ivo van Chartres zelfs een tijd in de cel belandde. Ook in verband met het huwelijk van de zoon van de Vlaamse graaf bleef hij volhouden. Hij deed verslag van zijn onderzoek in een brief aan Radulf, de aartsbisschop van Reims, waarin hij eveneens verwees naar de huwelijksproblemen van koning Filips (IVO CARNOTENSIS,  Epistola ad Radulphum, 150). Die brief dateert van vóór 12 maart 1111, aangezien in de brief sprake is van Hugo van Puiset die Chartres bedreigt en er op die dag een tocht tegen hem werd ondernomen (DE DECKER,  Clementia van Boergondië, 13), volgens de uitgever stamt de brief uit 1110 (IVO CARNOTENSIS,  Epistola ad Radulphum, 150), dat zou dus al zeer kort na het huwelijk zijn.

Radulf en enkele andere prelaten hadden namelijk aan Ivo van Chartres gevraagd eens samen te komen met de genealogen die de bloedverwantschap tussen koning Filips I en Bertrada van Montfort onderzocht hadden: "computatores vero genealogiae, quos monebatis mecum venire" (IVO CARNOTENSIS, ; Epistola ad Radulphum, 150), om er te spreken over de verwantschap tussen Boudewijn en Havise. Ivo had hen echter niet kunnen vinden, maar had wel inzage gekregen in hun werk en dat van een zekere Castus, een monnik uit Anjou. In de curie van paus Urbanus II leerde hij namelijk dat er inderdaad bloedverwantschap was, niet direct tussen de kinderen, maar wel tussen hun voorouders, van wie de verwantschap toentertijd dringend onderzocht moest worden, namelijk in de affaire van de koning met Bertrade van Montfort: "Consanguinitatem quae dicitur esse inter filium Flandrensis Comitis et filiam Comitis Redonensis, didici cum essem in curia Papae Urbani, non propter istos pueros, qui nondum fortasse nati erant, sed propter avos eorum, aut proavos paternos aut maternos, de quorum consanguinitate tunc temporis urgente necessitate tractabatur" (IVO CARNOTENSIS,  Epistola ad Radulphum, 150).

Ivo van Chartres kwam tot de vaststelling dat er sprake was van bloedverwantschap in de zesde graad tussen Boudewijn en Havise (de stamboom die hij opgeeft, stemt overeen met de gegevens die we vinden in de  Europäische Stammtafeln: II,82 en III, 116 (Anjou); II, 11 (Franse koningen); II, 187 (Provence)). Boudewijn was de zoon van Robrecht II, de zoon van Robrecht I, die de zoon was van Boudewijn V en Adela van Frankrijk. Zij was de dochter van Robert II en Constantia van Toulouse. Constantia was de dochter van Willem II van Provence en Blanche van Anjou. Blanche was op haar beurt de dochter van Fulco II van Anjou en Gerberga van Maine. Haar broer was Geoffroy I Grisegonnelle, graaf van Anjou die de vader was van Fulco III. Het graafschap Anjou ging over op zijn dochter Ermengarde en later op haar zoon Fulco IV. Deze was de vader van Ermengarde van Anjou, de echtgenote van Alain IV Fergent en de moeder van Havise. Boudewijn en Havise hebben dus Fulco II, graaf van Anjou en Gerberga van Maine als gemeenschappelijke voorouders in de zesde graad. Genoeg redenen voor Ivo van Chartres om de ontbinding van hun huwelijk te vragen.

Annulatie van het huwelijk en de tweede verwantschapslijn

Wanneer de annulatie van het huwelijk tussen Boudewijn van Vlaanderen en Havise van Bretagne precies heeft plaatsgevonden, weten we niet, maar we kunnen veronderstellen dat er niet lang getalmd werd. Er zijn geen kinderen bekend van Boudewijn en Havise en zij wordt ook in geen enkele akte van Boudewijn vernoemd, die toch al kort na zijn huwelijk de grafelijke kroon mocht opzetten, in oktober 1111. De Flandria Generosa weet ons te melden dat het Cono, bisschop van Prenestino, was die paus Paschalis II heeft overtuigd om het huwelijk te ontbinden ( Flandria generosa, 323). Deze bron claimt zelfs letterlijk de woorden te kennen die Cono van Prenestino toen uitsprak tegenover de paus: "Constantia regina Francorum et Ermengardis comitissa Avernensis sorores fuerunt. De Constantia nata est Athela comitissa et de Ermengarde Avernensi altera Ermengardis comitissa; de Athela Robertus Friso, et de Ermengarde Berta comitissa; de Roberto alter Robertus, et de Berta Havisis Namnetensis comitissa; de Roberto iuniore iste Balduinus, et de Havise comes Alanus; de hoc ista iuvencula." (ook deze stamboom komt overeen met de gegevens uit de  Europäische Stammtafeln: II,76 (Auvergne); II, 46-47 (Blois-Champagne);  II, 187 (Provence); II, 11 (Franse koningen)).

Dit is echter een andere genealogische verwantschap dan die welke Ivo van Chartres heeft ontdekt en opgetekend in zijn brief van rond 1111. We hebben echter nog een brief van zijn hand over deze kwestie en die dateert uit 1115 (IVO CARNOTENSIS, Epistola ad Cononem, 177). En deze brief is gericht aan Cono van Prenestino, legaat van de Pauselijke Stoel en brengt een tweede verwantschapslijn ter sprake. Een logische verklaring is dat de eerste brief van Ivo van Chartres blijkbaar niet veel had uitgehaald, maar dat zijn tweede brief uit 1115 Cono van Prenestino ervan overtuigde om in te grijpen. Hij trok naar paus Paschalis II, zette daar de te dichte bloedverwantschap tussen Boudewijn en Havise uiteen en vroeg de annulering van hun huwelijk, die daarna ook door de paus werd uitgesproken. Boudewijn en Havise werden ingelicht over deze pauselijke beslissing, gingen uiteen en Havise keerde terug naar Bretagne. Maar waarom zou Ivo's eerste brief van rond 1111 zo weinig effect gehad hebben en was er een tweede nodig? Waarom zijn er geen verwijzingen naar Havise in de oorkonden die Boudewijn van 1111 tot 1115 uitvaardigde, zijn er geen gegevens over Havise aan het Vlaamse hof of kinderen van het echtpaar bekend?

Precieze datering van de annulatie

Het lijkt er eigenlijk op dat beide echtelieden al vrij vroeg na hun huwelijk uiteen zijn gegaan en dat de eerste brief van Ivo van Chartres, gericht aan aartsbisschop Radulf van Riems, hiervoor verantwoordelijk was. Het vreemde is dan natuurlijk waarom in de historiografie enkel de tweede verwantschapslijn uit de brief van 1115 overgeleverd werd en ook de rol van Cono van Prenestino duidelijk in de verf werd gezet. Bovendien werd Cono van Prenestino slechts vanaf 1114 aangesteld als pauselijke legaat in Frankrijk (DEREINE,  "Conon de Préneste", 462). Werd het huwelijk tussen Boudewijn en Havise in 1111, na de brief van Ivo van Chartres, dan toch ontbonden maar aangevochten door het echtpaar of door andere personen? Of was de uiteengezette verwantschap niet overtuigend genoeg? En heeft de tweede brief uit 1115 van Ivo van Chartres dan de doorslag gegeven? Cono van Prenestino zette dan voor de paus de gewraakte bloedverwantschap uit, nu geïllustreerd met een dichtere verwantschap dan die welke in de eerste brief beschreven werd. Daarop besloot paus Paschalis II dat het huwelijk terecht ontbonden werd en was de zaak hiermee gesloten.

Het feit dat het huwelijk van Boudewijn VII in 1111 geannuleerd werd, maar dat dit pas in 1115 nog eens officieel bevestigd werd, met een dichtere bloedverwantschap als argument, kan misschien ook een verklaring bieden voor een ander huwelijk. Namelijk dat van Margaretha van Clermont en Karel de Goede. Margaretha was een zeer begeerlijke huwelijkspartner aangezien ze het strategische graafschap Amiens als bruidschat mee zou krijgen (VANDERKINDERE,  La formation, I, 153). Is het dus niet vreemd dat de toenmalige regerende graaf, Boudewijn VII, zelf niet dit voordelig huwelijk aanging? Maar misschien was dat gewoon niet mogelijk aangezien de betwistingen rond zijn al of niet rechtmatig huwelijk tot 1115 nog altijd niet van de baan waren. Om echter te voorkomen dat iemand anders deze gunstige huwelijkspartner aan de haak zou slaan, besliste Boudewijn VII dan maar dat zijn adviseur Karel de Goede de geschikte kandidaat was. Herman van Doornik schrijft trouwens expliciet dat Boudewijn het huwelijk van Karel van Denemarken met de zus van graaf Raoul van Verdun arrangeerde (HERMAN VAN DOORNIK, Liber de restauratione, 41).

We kunnen ons de vraag stellen waarom het huwelijk tussen Boudewijn van Vlaanderen en Havise van Bretagne ontbonden werd. Bloedverwantschap is namelijk zelden de echte reden voor een scheiding, eerder de meest elegante uitweg. De echte motieven moeten we zoeken in de veranderingen die plaatsvonden tussen crica 1096, datum waarop Robrecht II en Alain IV wellicht tot een huwelijksovereenkomst kwamen voor hun kinderen, en circa 1111, datum waarop Ivo van Chartres in zijn brief over de annulatie van het huwelijk spreekt. De oorzaak moeten we wellicht zoeken in de veranderde verhouding tussen het huis van Vlaanderen en het huis van Bretagne in die periode. Toen trok Lodewijk VI van Frankrijk namelijk ten oorlog tegen Hendrik I van Engeland, een strijd die enkele jaren zou duren (zie voor deze oorlog: BARLOW, The Feudal Kingdom, 194-196). De belangrijkste bondgenoot van Lodewijk was Robrecht II, terwijl Hendrik sterk kon bogen op de Bretoense hulptroepen van Alain IV, die trouwens manschap voor Bretagne aflegde aan de Engelse koning (BARLOW, The Feudal Kingdom, 194). Dat Robrecht II sneuvelde in deze oorlog maakte alles nog erger, misschien werd zelfs gevreesd dat de jonge Boudewijn langs zijn toekomstige schoonvader in het Engelse kamp zou verzeilen. Om deze redenen werd wellicht al vlug tot een ontbinding besloten van het huwelijk van de Vlaamse graaf en Havise van Bretagne en werd een beroep gedaan op de kunde van Ivo van Chartres om via een aantoonbare bloedverwantschap tussen de gehuwden dispensatie te verkrijgen van de paus.
Tweede huwelijk van Boudewijn VII?

Ging Boudewijn VII na zijn ontbonden huwelijk met Havise van Bretagne nog een ander huwelijk aan? Nicolaes Despars en Meyerus, die het wellicht van de eerste overnam, dachten althans van wel (DESPARS,  Cronijcke, 263; MEYERUS,  Flandricarum, fol. xxv recto). Volgens hen nam Boudewijn VII na zijn eerste mislukte huwelijk Margaretha van Boulogne als vrouw. Meer gegevens dan dat ze de dochter was van de graaf van Boulogne geven beide auteurs niet en vinden we ook niet in de Europäische Stammtafeln ( Europäische Stammtafeln, III, 621). De toenmalige graaf van Boulogne was Eustachius III die regeerde van 1088 tot 1125 ( Europäische Stammtafeln, III, 621). In 1102 trouwde hij met Mary van Schotland en in 1103 werd zijn erfgename Mathilde geboren, die later huwde met Stephen van Blois, de latere koning van Engeland. De vader van Eustachius III was graaf Eustachius II en hij regeerde vanaf 1049 en stierf tussen 1070 en 1082 ( Europäische Stammtafeln, III, 621). Deze gegevens impliceren dat als Boudewijn VII inderdaad nog huwde met de dochter van de graaf van Boulogne, zij ofwel al van respectabele leeftijd moest zijn (en dochter van graaf Eustachius II) of integendeel nog zeer jong was (na 1103 geboren en dochter van graaf Eustachius III).

Echter het feit dat we over dit vermeende huwelijk niets vinden in de Flandria Generosa, noch in andere meer geloofwaardige bronnen dan Despars en Meyerus, en we bovendien helemaal geen Margaretha van Boulogne kennen, doet ons besluiten dat Boudewijn VII na zijn ontbonden huwelijk met Havise van Bretange wellicht nooit meer in het huwelijksbootje is gestapt. Nochtans weten we dat hij de vrouwen niet versmaadde. Ordericus Vitalis beschreef in zijn kroniek hoe Boudewijn VII zich in de nacht nadat hij gewond raakte op het Normandische slagveld overgaf aan mateloosheid en met een vrouw sliep: "ac cum muliere concubuit" (ORDERICUS VITALIS, Historia ecclesiastica, Book IX, 191), wat de oorzaak zou zijn van zijn verlammende ziekte op het einde van zijn leven. Als het al waar is wat Ordericus hier schrijft, zullen we wel nooit weten wie deze bevallige Normandische schoonheid was die er in slaagde de graaf van Vlaanderen te verleiden of werd ze ertoe gedwongen? Slechts één ding is zeker, ze heeft geschiedenis geschreven.
De kinderloze Boudewijn VII als laatste der Baldwinen

Historiografisch ligt het grootste belang van Boudewijn VII in het feit dat hij de laatste mannelijke opvolger in directe lijn was uit het huis der Baldwinen. Als hij al ergens vermeld wordt, dan is dat vooral in die hoedanigheid. Ondanks een aantal crisissen in de vroegste geschiedenis van Vlaanderen, werd de gravenkroon telkens van vader op zoon doorgegeven. De stichter van het Vlaamse gravenhuis, Boudewijn I (864-879), werd opgevold door zijn zoon Boudewijn II (879-918) die nu algemeen erkend wordt als grondlegger van het graafschap Vlaanderen. Daarna kwamen Arnulf I (918-964), Boudewijn III (+ 962) die echter nooit zelfstandig regeerde, Arnulf II (964-988), Boudewijn IV (988-1035) en Boudewijn V (1035-1067). Daarna ging het land over in handen van diens zoon Boudewijn VI (1067-1070) die al vroeg overleed en het graafschap doorgaf aan zijn zoon Arnulf III (1070-1071). Maar hiertegen rees al vlug verzet onder leiding van Robrecht I de Fries (1071-1093), de tweede zoon van Boudewijn VI, die er in slaagde het graafschap in handen te krijgen. Deze usurpatie zou echter als een smet over zijn dynastie blijven hangen. Robrecht I werd opgevold door zijn zoon Robrecht II (1093-1111), de vader van Boudewijn VII.

Dat Boudewijn VII kinderloos overleed, zal van groot cruciaal belang blijken te zijn voor de verdere geschiedenis van het graafschap Vlaanderen. Met hem stierf de dynastie der Baldwinen in rechtstreekse mannelijke lijn uit, als we geen rekening houden met de onwettige Willem van Ieper (WARLOP, "Willem van Ieper", 288), zoon van Filips van Lo, de broer van Robrecht II, en de vijandige gravendynastie van Henegouwen. Aangezien er geen wettelijke zoon was die zijn vader zonder probleem volgens het erfrecht zou kunnen opvolgen, moest er naar een andere opvolger gezocht worden. Men kan zelfs stellen dat de troonstrijd die losbarste na het kinderloze overlijden van Boudewijn VII het graafschap in wel drie burgeroorlogen heeft gestort. Pas de derde dynastie na die van de Baldwinen slaagde er in zich stevig op de grafelijke troon te vestigen en stabiliteit en voorspoed te brengen in het graafschap.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen

Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen
± 1092-1119

± 1110

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.



Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Vlaanderen


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I54075.php : benaderd 26 april 2024), "Count of Flanders Boudewijn VII 'met de bijl' van Vlaanderen Count of Flanders (± 1092-1119)".