Hij is getrouwd met Elisabeth Pietersdr. Utenhamme.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
Schepen te Utrecht 1402, 4, 6, 8 en 10. In den oorlog tegen den heer van Arckel waren hij en
Vrederic van Drakenborch, de beide hoofdmannen van de eerste batalie (voorhoede) van de Utrechtsche gilden in 1403 en als zoodanig bij het beleg van het, kasteel Everstein en hebben in 1405 dit kasteel nog nader door het stellen van eenen hechten tuyn en heyning benauwt, zoo dat, er niemand uit, of in kon. Tot dat eindelijk . . . . Everstein aan den Bisschop werd overgegevenâ en het kasteel tot den grond toe afgebroken. Hertog Willem van Beijeren, graaf van Holland, had insgelijks het op een kwart uurs van
Everstein gelegen kasteel Ha,gestein, op dezelfde wijze ingenomen (Burman 7 Utr. Jaar&). De belegering dezer beide kasteelen is een zeer merkwaardig feit uit de Nederlandsche geschiedenis. In de eerste plaats omdat volgens de oude Kronyken daarbij voor het eerst in Holland gebruik gemaakt is van het buskruid, en in de tweede plaats omdat, vau deze omheining of tuin het wapen (of beter gezegd het devies of zinnebeeld) van Holland, waarbij ,,eene maagd in eenen tuyn beslot,en verbeeld word, zijnen oorspronk verschuldigd is/ (Burman). Behalve op vele Hollandsche munten en papiermerken komt deze Hollandsche tuin ook in de wapenkunde voor (Catalogus der Heraldieke tentoonstelling te âËs-Gravenhage No. 5121 en 5124).
Ook in het wapen der familie Alemans (J. B. Rietstap, Wapenboek van den Nederlandschen Adel) en in dat van Alting. Tengevolge der onlusten in Utrecht in 1514 werd hem en nog eenige anderen, die hunne verbannen vrienden hadden trachten te helpen om weder in de stad te komen, voor een reeks van jaren hun stem in hunne gilden ontnomen.