Genealogie Meeldijk » Willeboort Vrancken Uytenbrouck (< 1588-1636)

Persoonlijke gegevens Willeboort Vrancken Uytenbrouck 

• Hij is geboren voor 1588.
• Hij is overleden in het jaar 1636.
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 16 mei 2017.

Gezin van Willeboort Vrancken Uytenbrouck

Hij is getrouwd met Maritge Sijmonsd LANGELAEN.

Zij zijn getrouwd rond 1614.

Notities over Willeboort Vrancken Uytenbrouck

Willeboort Vrancken Uytenbrouck, geb. vóór ca. 1588 (hij werd op 23 mei 1613 gemachtigd om onroerend goed te transporteren en moet dus meerderjarig geweest zijn, kleermaker te Berkel. Hij werd ca. 1623 te Berkel vermeld met zijn vrouw, vier kinderen en een leerjongen, in de zgn. ‘Kerckestock’, waar de belasting op zijn huis op 25 april 1633 met 1 gulden verhoogd werd. Zijn handtekening ‘Willebort uten broek’, verraadt dat hij niet gewend was veel te schrijven. Hij verkocht op 1 mei 1615 een huis en erf te ‘s-Gravenhage aan de Volderslaan aan Jan van Hattum, bode op Parijs in Frankrijk voor 500 gld. Dit huis was op 14 april 1598 door de timmerman Matheus Eeuwoutsz. verkocht aan Maritge Louweris, met als gekozen voogd Adriaen Jaspersz. Aangezien er tussentijds geen transport
was, kan de hypothese gemaakt worden dat hij dit huis erfde van zijn moeder, die dan Maritge Louweris heette. Voor zijn vader is wellicht de Delftse notaris Vranck Willeboortsz. (van) Uytenbrouck te houden.
Uit de rekening van de H.G. Armen over 1615 blijkt dat van Willeboort Francken 2 pond 10 schellingen ontvangen is voor een partij hout.

Op 1 augustus 1636 werd Willeboort Vranckensz. Uuijtenbrouck door schout en gezworenen van Berkel benoemd tot gezworen tonder van de turf, op verzoek van de pachter Jacob Willemsz. Wit. Hij overl. eind 1636.

23 mei 1613: Grietje Jansdr., jongedochter, wonende te Delft met haar gekozen voogd Vranck van
Uytenbrouck, notaris te Delft, machtigt Willeboort van Uytenbrouck om land te Berkel in de woning van haar oom Maerten Steffensz. te verkopen (zie volgende akte).

16 juni 1613: Willeboort van Uytenbrouck, kleermaker te Berkel, als lasthebber van Grietgen Jansdr.,
jongedochter te Delft, verkoopt aan Claes Maertensz. en Goris Sijmonsz., beiden wonende in het
Noordeinde te Berkel, 8 morgen en nog 15 hond land aldaar.

5 mei 1615: Michiel Maertensz., kleermaker te Berkel, doet gifte t.b.v. Willeboort Francken Uytenbrouck, mede kleermaker te Berkel, van een huis en erve aan de Berkelse Weg in Berkel, belend
O de Berkelseweg, Z en W Pieter Bastiaensz. en N Maritge Jan Mathijsz.

2 oktober 1623: Maerten Maertensz. bierkruier, en Jan Willemsz. metselaar, beiden te Delft, als last
hebbende van Maritge Jan Thijsz.dr., ongehuwde persoon, leggen gifte ten behoeve van Willeboort
Vranckensz. Uuytenbrouck van een huis en erf te Berkel, strekkende van de weg af tot de Watering,
belend ten Z de voorn. Uuytenbrouck en Pieter Bastiaensz. Zoomer en N de voornoemde Pieter, de
watering en de voorn. Uuytenbrouck’.
(Deze Maritge Jan Tijsz. wordt reeds in 1597 aldaar vermeld als een schamele vrouw met een huisje
getaxeerd op 25 pond.)

Op 16 maart 1615 wordt hij genoemd in verband met een rechtsgeding tussen Allardt Cornelisz.
kleermaker en Michiel Maertensz. kleermaker. De laatste wordt veroordeeld de in beslag genomen
penningen te betalen, die berusten onder Willeboort Francken, kleermaker.

Op 29 januari 1619 wordt Willeboort Vrancken Uytenbrouc en Aechien Cornelisdr., huisvrouw van
Jan Vollebrechtsz. door de schout van Berkel gedaagd om een getuigenis af te leggen.

Uit de verlaten boedel van Pieter Jansz. Bloom, opgemaakt 22 november 1627, kreeg Willeboort
Vranckensz. Uuytenbrouck wegens het bleken van een ‘webbe laecken, mitsgaders van tuestellen
vande kinders, soo aen linnen en wolle en eenige montcosten’ een bepaald bedrag (niet ingevuld).

In oktober 1634 is hij getuige bij het huwelijk van mr. Jan chirurgijn met Altie Arts te Berkel.
--
Hij tr. met Marritge Sijmons Langelaen, dochter van Simon Adriaensz. Langelaen en Maritge N.N. Zij wordt vermeld onder de erfgenamen van Jacobtge Adriaensz. Langelaen, die op 24 juni 1641 Pouwels Lenertsz. Uytenbrouck, procureur te Hillegersberg, machtigden om voor hen op te treden in het rechtsgeding tegen Vranck Claesz.

Op 1 maart 1633 nam Willeboort Vrancken aan om te zorgen voor Maritge Bastiaensdr., weduwe van Claes Adriaensz. Dorp, geheel impotent en ziekelijk, die bij hem besteed wordt door de H.G. Meesters. Hij ontving daarvoor 28 gulden per kwartaal. De besteding wordt verlengd op 31 oktober 1633 en 30 april 1635.38 In de rekening over 1635 staat dat deze driemaandelijkse betalingen aan Willeboort zelf verricht zijn, in die van 1636 blijkt dat zijn weduwe het gehele jaarbedrag ineens gehad heeft, terwijl in 1637 en 1639 driemaandelijke of halfjaarlijkse betalingen plaatsvinden, waarbij nog eventuele extra naaikosten voor Maritges kleding betaald worden. In 1640 kreeg zij alleen een extra bedrag van 8 gulden omdat zij enige extra diensten had verricht tijdens de ziekte van Maritge Bastiaens en dat ze de buren bij de begrafenis van eten en drinken had voorzien

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Willeboort Vrancken Uytenbrouck?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!