Hij is getrouwd met Ieffgen Arentsd MOIJMAN.
Toestemming voor het huwelijk is 13 maart 1649 verkregen te Vlaardingen.
Kind(eren):
Maerten Claesz. Trapper, jm. won. Vlaardingen, mr. timmerman, poorter van Vlaardingen 9-1-1649, geregistreerd als weerbare man (1652-1653), begr. Vlaardingen maart
1667 , tr. (otr. Vlaardinger. 13-3-1649) Ieffgen Arentsdr. Moijman, jd. won. Vlaardingerambacht, overl. na 7-10-1686, dochter van Arijen Arijensz. Moijman en Lijsbet Jansdr.
--
Op 10 mei 1649 koopt Maerten Claesz. Trapper van Claes Pietersz. Schoonhoudt stadstimmerman een huis en erf aan de Omring van de kerk binnen Vlaardingen, belend ten oosten 's Herenstraat, ten westen Judith Coenraets vroedmoeder, ten zuiden Willem Jansz. Bredervliedt, en ten noorden de Schoolsteeg, belast met zeven stuivers per jaar toekomende de H. Geest en Gasthuisarmen van de parochie Vlaardingen. Hij betaalt met 1900 car. gld. contant.
Op deze aankoop rust geen zegen zoals wie hierna zien. Hoewel afgesproken dat hij de koopsom contant zou voldoen, lukt het Maerten niet dit geld tijdig bij elkaar te krijgen. Op 5 juli van het zelfde jaar daagt Claes Pietersz. Schoonhoudt hem voor het gerecht met de eis de ontbrekende 400 gld. alsnog te betalen.
Maerlen Trapper leent 27 april 1653 600 gld. van Cornelis Jansz. van Straelhoudt getrouwd met Brechje Jacobs Bisdommer. Zijn broer Arij stelt zich borg. Van Straelhoudt stelt op zijn beurt deze obligatie als onderpand als hij 3 februari 1657 voor een gelijk bedrag een lening afsluit bij de weeskamer. In mei van dat jaar wordt de lening door de weeskamer opgezegd.
Samen met zijn zwager Jan Arentsz. Moeijman neemt Maerten 10 februari 1657 nog een hypotheek van200 gld. op zijn huis aan de Omring ten gunste van het weeskind van Leendert Heijndricksz. Bot en Grietgen Maertens.
Een onaangename verrassing volgt een aantal jaren later als aan het licht komt dat op het huis, behalve de opstal van 7 stuivers ook nog een hypotheek rust van 100 gld. hoofdsom tegen een rente van 7%. De regenten van de H. Geest en Gasthuisarmen eisen op 22 februari 1655 van Maerten betaling van de hoofdsom met de verlopen rente sedert 1 oktober 1646 volgens de constitutiebrief door Pieter Adriaensz. timmerman op 6 december 1610 voor schepenen verleden. Omdat de verkoper Claes Pietersz. Schoonhout deze last had verzwegen, eist Maerten op zijn beurt op 8 maart schadeloosstelling van diens weduwe Fijtgen Minhouts. Twee jaar later sleept de zaak nog steeds en treffen we de regenten van de H. Geest en Gasthuisarmen als eisers en Maerten Claesz. Trapper als gedaagde op de rechtdagen van 16 april, 30 april, 28 mei en 11 juni 1657 voor de vierschaar. Op laatstgenoemde datum en nogmaals op 8 oktober en op 10 december van dat jaar herhaalt Maerten zijn eis tegen Fijtgen Minhouts weduwe van Claes Pietersz. Schoonhoudt. Omdat de weduwe niet komt opdagen wordt zij bij verstek veroordeeld tot betaling. Anderhalf jaar later blijkt de weduwe hertrouwd te zijn met Cornelis Florisz. maar nog steeds niet betaald te hebben. Op 18 november 1658 bundelen haar schuldeisers hun vorderingen en volgt het faillissement van Fijtgen. De crediteuren, de erfgenamen van Doe Pietersz., Jan Maertsz. Oldenrogge en Maerten Claesz. Trapper, proberen bij monde van hun gezamenlijke procureur preferentie te krijgen boven het bedrag van 400 gld. dat de beide kinderen van Claes Pietersz. en Fijtgen Minhouts nog tegoed hebben van hun vaderlijk erfdeel maar die vlieger gaat niet op.
Maerten Claesz. Trapper stelt zich op 30 juli 1656 borg voor Cornelis Comelisz. Amoreus steenplaatser wonend op het Hooft binnen Vlaardingen voor een lening van 1000 gld. door Abraham van Cleeff oud-burgemeester van Vlaardingen en tegenwoordig hoogheemraad van Schieland.
Op 4 juni 1657 verkoopt Maerten aan Jacob Damen bouwman in de Zuidbuurt van Vlaardingerambacht een kamp weiland gelegen in de Grote Vettenoort groot twee morgen twee hond 92 roeden, geërfd van zijn vader, voor 2490 gld. 6 st. Eveneens uit de nalatenschap van zijn vader heeft Maerten nog zes morgen 15 roeden in de Grote Vettenoort. Hij belast dit land op 21 mei 1660 met een hypotheek van 2000 gld. ten gunste van de weeskinderen van Arent Jansz. van der Hoeve en een jaar later, op 25 juli 1661 nogmaals met 1200 gld. bij Quirin van der Linde koopman te Rotterdam.
Maar desondanks komt er geen eind aan Maertens financiële problemen. Op 21 juni 1660 vordert Sebastiaen Verwel te Schiedam, gewezen pachter van de imposten over Vlaardingen de achterstallige Impost over de jaren 1654, 1655 en 1656 tot een bedrag van 211 gld. 18 st. 12d. waarvan wel weer mag worden afgetrokken 85 gld. voor een koe die Maerten aan de eiser heeft ge1everd, en op 1 augustus 1661 eist Fop Leendertsz. Ackersdijck aflossing en achterstallige rente van een obligatie van 500 gld. die Fops vader, Leendert Foppen zaliger in 1657 had geleend aan Maerten en waarvoor diens broerArij Claesz. en zwager Arij Ariensz. Moijman borg hadden gestaan. Een soortgelijke eis volgt op 6 februari 1662 van Pieter Crijns Duijn stierman te Vlaardingen. Het gaat nu om een lening van 600 gld. uit 1654 waarover sindsdien nog geen cent rente is betaald. Hier was wederom broer Arij Claesz. Trapper borg samen met Jan Cornelisz. Holierhoeck, de man van zus Grietgen Claesdr. Maerten verschijnt niet ter zitting maar broer Arij verklaart dat, mocht Maerten zijn schuld niet voor eerstkomende mei hebben voldaan, hij zijn aandeel zal beta1en. Van een perceel van acht morgen vier hond 42 roeden in de Vette Noord, uit de nalatenschap van zijn ouders had Maerten in 1657 als een deel verkocht aan Jacob Damen. Om zijn schulden te kunnen betalen verkoopt Maerten op 12 mei 1662 het restant van dit land aan Marija Cornelisdr. van Santen weduwe van dr. Johan van Blenckvlieth. Ook de opbrengst hiervan blijkt niet voldoende want op 10 september 1662 leent Maerten 1213 gld. van zijn zus Maerte Claes en nog eens 250 gld. Van zijn zwager Crijn Pietersz. Plaveij.
Op 13 november 1662 eist Claes Laen betaling van 180 gld. 3 st. wegens koop van twee koeien en op 13 september 1666 daagt Pieter Comelisse gorter te Vlaardingen Maeten voor het gerecht voor aflossing van een lening van 100 gld. met interest.
We horen alleen nog in 1665 over Maerten en zijn geldzorgen in het hiervoor geciteerde testament van zus Maertgen Claes en na zijn dood in 1667 treffen we op 12 november van dat jaar nog een vordering aan van 1 8 gld. voor het maken van een doodkist ten laste van de boedel van Michiel Jansz. op den Harch en Maertgen Dircxdr.
Op 20 mei 1669 verklaren de door de heren van de wet gestelde curateurs over de insolvente boedel en goederen van Maarten Claesse Trapper dat zij 9 augustus 1667 hebben geveild: 'seker huijs ende
erve staende ende gelegen aenden Omringh vande kerck alhier, belent ten oosten s'Heerenstraet'.
Koper is geworden Guilliam Harmansse Kloeck voor een bedrag van 1000 gld.166 De weduwe van Maerten Trapper wordt 20 juni 1674 nog vermeld met een schuld van 18 gld. in de inventaris van de boedel van Aeffjen Heijndricx van Dijck, overleden in de Kethel.
ONS VOORGESLACHT, Jaargang 73, februai 2016, 706
--
Trouwen Vlaardingen:
13-3-1649
Maerten Claesz. Trapper j.m. wonende alhier geass. met Dirck Thomensz. zijn stiefvader & Eva Arensdr. j.d. wonende inVlaardingerambacht geass. met haar vader Arijen Arijensz.
Geboren in Vlaardingerambacht, wordt poorter Vlaardingen 9-12-1649. Hij is Mr. timmerman en is overleden na 4-4-1666.
Weerbare mannen 1652 - 1653 te Vlaardingen:
Lijste van de namen der persoonen die geweer dragen ende t selve vervallen connen,
woonende binnen der Stede Vlaerdingh.
Maerten Claesz. Trapper.
ORA Vlaardingerambacht (1652 - 1675):
f. 88v
4-6-1657: Comp. Maerten Claesz. Trapper mr. timmerman wonende binnen deze stad, zoon en mede-erfgenaam van Claes Claesz.Trapper zijn vader zal. en dienvolgende bij kaveling te beur gevallen zijnde het hierna getransporteerde land, enbekende te verkopen aan Jacob Damen bouman wonende in de Zuidbuurt van Vlaardingerambacht zekere kamp weiland gelegen inde Groote Vettenoirt in Vlaardingerambacht groot 2 morgen 2 hond 92 roeden.
Voor 2490 gld. 6 st. in contant geld.
f. 132
21-5-1660: Comp. Maerten Claesz. Trapper mr. timmerman wonende binnen de stad Vlaardingen en is schuldig aan ArentJansz. van der Hoeve wonende binnen voorsz. stad als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen met namen Jan,Ermptje, Grietje en Leendert van der Hoeve, te samen geprocreerd bij Maertje Jacobsdr. Patijn zijn overleden huisvrouw,ten behoeve van dezelve kinderen, de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.
f. 151
25-7-1661: Comp. Maerten Claesz. Trapper timmerman wonende binnen de stad Vlaardingen en bekende schuldig te zijn aansr. Quirin van der Linde koopman tot Rotterdam de som van 1200 car. gld. spruitende ter zaak van deugdelijk geleendepenningen.
Comparant verbindt tot verzekerheid speciaal zijn 6 morgen 15 roeden land gelegen in de Groote Vettenoort inVlaardingerambacht.
Belend o.a. Crijn Pietersz. Plaveijer getrouwd hebbende Dirckje Claes Trapper.
12-5-1662: Comp. Maarten Claasz. Trapper mr. timmerman wonende binnen de stad Vlaardingen, zoon en mede-erfgenaam vanzal. Grietie Dircxsdr. weduwe en boedelhoudster van Claas Claasz. Trapper, overleden in onze ambacht, dewelke verklaardedat hem uit hoofde alsvoren volgens kaveling tussen hem en zijn broeders en zusters als medeerfgenamen van de voorsz.Grietie Dircxsdr. op 22-1-1652 voor de notaris Arent Paspoort binnen Vlaardingen gedaan, bij dezelve onder de letter Fte beur gevallen is het middelste gedeelte van het buitenland in de voorsz. kaeling begrepen leggende in de Vettenoortbuiten de voorsz. stad Vlaardingen in deze ambacht, begroot bij dezelve kaveling op 8 morgen 4 hond 42 roeden, waarvanhij op 4-6-1657 heeft verkocht aan Jacob Daman 2 morgen 2 hond 92 roeden komende aan de Hogen Maasdijck, zulks dat hemde rest van de voorsz. partij naar de Maas nog is competerende, welke overige partij van de voorsz. 8 morgen 4 hond 42roeden hij comparant bij deze verkocht heeft aan juffr. Marija Cornelisdr. van Santen weduwe lest van Johan vanBlenckvlieth in zijn leven doctor medicine en dat voor allodiaal en patrimoniaal goed [ .]. [noot: bevat meer informatieover de kaveling.]
ORA Schiedam:
200e Penning 1652
Maerten Claesz. Trapper 10-00-00
Maerten Claesz TRAPPER | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ieffgen Arentsd MOIJMAN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.