Genealogie Meeldijk » Cornelis Willemsz BIJL (± 1586-????)

Persoonlijke gegevens Cornelis Willemsz BIJL 

• Hij is geboren rond 1586.
• Beroep: Schout van Kethel 1647-1660), windasmeester.
• Hij is overleden.
• Hij is begraven op 5 januari 1661 in Kethel.
• Een kind van Willem Claesz VERSCHEE en Annitge VRANCKEN
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 16 mei 2017.

Gezin van Cornelis Willemsz BIJL

(1) Hij is getrouwd met Neeltje DAMMISDR.

Zij zijn getrouwd voor 17 december 1608.

Kind(eren):

1. Dirck Cornelisz BIJL  ????-> 1682 
2. Jannetgen Cornelisd BIJL  
3. Neeltgen Cornelisd BIJL  
4. Dammas Cornelisz BIJL  
5. Jan Cornelisz BIJL  ± 1609-1670 
6. Annetje Cornelisdr BIJL  ± 1610-???? 
7. Claes Cornelisz BIJL  ± 1613-1678 
8. Willem Corneliszn BIJL  ± 1614-1685 

(2) Hij is getrouwd met Barbertge CORSDR.

Zij zijn getrouwd op 30 oktober 1650 te Kethel.

Notities over Cornelis Willemsz BIJL

NATI Nederlandse
SURN "Ceesje Franken", van der Bijl, Verbijl
--
Binnen begraven met 2 uur luiden, grote pelle (kleed), recht kerk f -.18.- (OV 2000 p. 77 e.v.)
.
Zie Ons Voorgeslacht, jrg. 55 (2000), p. 79/80 voor meer informatie over dit echtpaar. We volstaan hier met enkele nieuwe relevante actes.
Vranck Willemsz. Verbael en zijn broer Cornelis Willemsz. hebben 19-12-1614 een huis, erf,schuur etc. met 18 morgen en omtrent 1,5 hond land te Berkel verkocht aan Joris Arijensz. Tas uit Bleijswijk. Cornelis Willemsz. plaatst zijn handmerk: twee gekruisde bijlen! Dit is een cruciale acte geweest in het onderzoek, omdat we hiermee een broer van de schout hebben gevonden. Via deze broer hebben we in Berkel verder het spoor terug kunnenvolgen. Op 4-2-1638 maken Cornelis Willemsz. van der Bijl en Neeltje Dammesdr. voor een notaris te Delft een testament op de langstlevende. Aangenomen tot lidmaat te Kethel 16-12-1638 (volgens lidmatenlijst 1635): ‘Cornelis Willemsz. alias Ceesje Franken opt Dorp, Neeltge Dammisdr. sijn huijsvrou’. Op een rechtdag in Kethel in 1655 treedt Cornelis Willemsz.Bijl, schout van Kethel, op als eiser en zegt dat hij op 22-2-1655, zijnde een zondag, omtrent 10 uur gekomen was in Noord-Kethel ten huize van Arent Jaspersz. een van de gedaagden, waar hij een bijeenkomst van ca. 150 mensen aantrof waaronder 2 personen met pauselijke habijten (een priester en zijn dienaar). Arent Jaspers krijgt hiervoor een boete van200 car. gld. Op 24-2-1661 compareren Berbera Corsdr. wedue wijlen Cornelis Willemsz. Bijll, in sijn leven schout van den dorpe ende ambachte van Kethel, wesende geadsisteert met Jan Thonisz. Houthuijn haer schoonsoon ende mr. Cornelis Patijn chirurghijn beijde won. tot Overschie als haer gecooren voochden indesen ter eenre, Willem Cornelisz. Bijll won.tot Schiedam, Jan Cornelisz. van der Speek, Annetge Cornelisdr. wedue wijlen Arijen Huijge Coppert won. in Out Mathenesse, Claes Cornelisz. Bijll won. tot Schiedam, Jannetge Cornelisdr. meerderjarige ongehoude dochter, Dirck Cornelisz. Bijll ende Arijen Jansz. Heckenhouck getrout hebbende Neeltge Cornelisdr. alle drie won. in den dorpe van Kethel, gesamentlick kinderen ende erffgenamen van den voorn, schout Cornelis Willemsz. Bijll ter andere sijde, en verklaren de verdeling van de boedel overeengekomen te zijn.

Op 17-12-1608 verkoopt Dammis Jansz., waard wonende in Kethel, aan Cornelis Willemsz. zijn schoonzoon wonende Ketheldorp, 3 morgen land in Noord-Kethel voor 900 guldens.
Cornelis Willemsz. Bijl was schout van Kethel o.a. in 1635 en 1647. Hij wordt genoemd als lidmaat (‘alias Ceesje Franken’) te Kethel, wonende op het Dorp, met zijn eerste vrouw in 1635. Hij legt samen met een aantal anderen in september 1656 een verklaring af over twee buitenlandse legerkampen op verzoek van mr. Harmen van der Meer, rentmeestervan de Universiteit van Leiden.

De namen van zijn kinderen vinden we in ‘Sommieren staet vande in ende vuijtschulden consenerende de boedel van za.Cornelis Willemsz. Bijll in sijn leven schout van den dorpe ende ambachte van Kethel, ende Berbera Corss. desselfsnaergelatene weduwe. In dato 24 februari 1661’. In het begraafboek van Kethel staat bij zijn begraven vermeld: ‘Binnenbegraven met 2 uur luiden, grote pelle (kleed), recht kerk f -.18.-.’ Barbertge Corsdr. was in 1650 weduwe van Claes Dircksz. Gorter van Noortwijk en afkomstig van Overschie. Zij werd op 25-12-1650 aangenomen als lidmaat van de Gerefomeerde Kerk te Kethel. De vijf erfgenamen van Barbertge Corsdr., zonen en schoonzonen uit haar eerste huwelijk, transporteren op 12-5-1666 een huis en erf aan Cornelis Gerritsz. Meurs.
--
Schouten van Kethel.
1647 Cornelis Willemsz. Bijl (J. de Raat – Een dorp dat driemaal onderging)
1648 Cornelis Willemsz. (ORA Kethel en Spaland inv. 120 fol. 46-54)
1652 Cornelis Willemsz. (ORA Kethel en Spaland inv. 120 fol. 133)
1653 Cornelis Willemsz (ORA Kethel en Spaland inv. 85 fol. 5)
1654 Cornelis Willemsz. (ORA Kethel en Spaland inv. 120 fol. 133)
1655 Cornelis Willemsz. Bijl (inv. 85 fol. 16)
1656 Cornelis Willemsz. Bijl (idem fol. 19)
1657 Cornelis Willemsz. Bijl (idem fol. 22v)
1658 Cornelis Willemsz. Bijl (idem fol. 23v)
1659 Cornelis Willemsz. Bijl (idem fol. 26v; ONA Schiedam 760/441 en 771/1134)

-
ORA Kethel en Spaland.
Nr. 37 folio 14v. rechtdag d.d. ? (21 april 1655?)
Cornelis Willemsz. (Bijl schout) van de heerlijkheid Kethel en in die kwaliteit eiser contra Arent Jaspersz., (GorisJansz. )de Vette, Arent …….., Adriaen Arijensz .Berckel, (Cornelis) Arijensz. van der Burch en Maertgen Goris zijn huisvrouw, Arijen Cornelisz. Poldervaert gehuwd met Pleuntgen Jansdr., mitsgaders Michiel Pietersz. gehuwd met Maertgen Leendertsdr., gedaagden om de eis aan te horen.
.
Nr. 38 folio 14v. d.d. ut supra.
De voorn. eiser zegt dat hij op 22-02-1655, zijnde een zondag, omtrent 10 uur, gekomen was in de Noord-Kethel ten huizevan de voorn. Arent Jaspersz. een van de gedaagden, zijnde ambachtbewaarder van Kethel en aldaar bevonden heeft eengrote bijeenkomst van mensen, ten getale van ca. 150, …….. van de kameringang van enig ………., mitsgaders de deur ………… totdat naar menigvuldig ………… dezelve deur opengedaan ……….. nevens verscheidene andere personen daar uitgekomen zijn de voorn. gedaagden, zijnde inwoners van Kethel en mede in dezelve kamer 2 personen met pauselijke habijten, de ene zijndeeen priester en de andere deszelfs dienaar, staande voor een tafel van een altaar voorzien met pauselijke ornamenten.
.
Nr. 39 folio 15 d.d. ut supra.
De eiser concludeert dat de voorn. Arent Jaspersz. zal worden gecondemneerd in een boete van f 200 carolus, omdat devoorn. vergadering of conventieel in zijn huis gehouden en bevonden is, mitsgaders hij en zijn huisvrouw …………
.
Nr. 40 folio 16 d.d. 13-10-1655.
Cornelis Willemsz. Bijll schout van de heerlijkheid Kethel eiser contra Arent Jaspersz. en verdere genomineerdegedaagden, om te antwoorden.
.
Nr. 205 folio 92 d.d. 07-11-1655.
Jacob de Brauw ridder, heer van Kethel, Woude, Spaland etc. en de eerwaarde heer Ds. Abrahamus Swalmius dienaar des Goddelijken Woord te Kethel, beiden van competente ouderdom, verklaren ten verzoeke van Cornelis Willemsz. Bijll schoutvan Kethel waarachtich te zijn; eerst de heer van Kethel, dat door de voorn. Ds. Abrahamus Swalmius die van het gerechten verscheidene ingezetenen van Kethel diverse malen klaagde dat zij meer en meer bemerkten en ondervonden dat die vande pausgezinden, zo binnen als buiten deze ambacht woonachtig van tijd tot tijd hun vergaderingen in de een of andere huizing in deze ambacht, openbaar, veilig en zonder verhindering kwamen houden en met grote menigte op het klokgeluivergaderd zijn, hun pauselijke dienst kwamen doen. Waartoe tot dien einde ook een priester zich in het ambacht van Kethel onthield en woonachtig was ten huize van ene Arent Sijmonsz. in de Noord-Kethel, in tegenspraak tot het placcaat van de Ed. Groot Mogende Staten van Holland en door hem deposant bekend gemaakt aan de heer Wilhem van der Houff, dijkgraaf en baljuw van Delfland. Ds. Swalmius verklaart dat hij zich met de klacht van de heer van Kethel kanconfirmeren en dat hij deposant zo particulier als ook benevens de schout van Kethel, mitsgaders met enige uit het college van schepenen en uit de kerkeraad, ten huize van de voorn. heer baljuw van der Houff hebben geklaagd, hetwelk dezelve telkens aangenomen heeft, maar dat tot de wering van de vergaderingen der Papisten, door de baljuw voorn. nooit enige openbare verhindering is gedaan.
.
Nr. 49 folio 19 d.d. 07-06-1656.
Cornelis Willemsz. Bijll schout van Kethel eiser contra Heijndrick Heijndricxz. aan de Oudendijk gedaagde inzake eenboete van 10 st. omdat de gedaagde zijn mest op de Oudendijk ongeheind heeft laten liggen.
.
Nr. 61 folio 23v. rechtdag ………-1658.
Cornelis Willemsz. Bijll windasmeester van Kethel eiser contra Jan Cornelisz. Speck gedaagde voor de betaling van f10-17-00 over het windas van Driehuizen voor het jaar 1657.
.
Nr. 62 folio 23v. d.d. ut supra.
Dezelve eiser als schout contra Wiggert Pietersz. Hodenpijll gedaagde voor de betaling van 3 st. over een boete omdat degedaagde tijdens de herfstschouw zijn bomen niet behoorlijk gesnoeid had.
.
Nr. 71 folio 26v. rechtdag d.d ..-05-1659.
Cornelis Willemsz. Bijll schout van Kethel eiser contra Wiggert Pietersz. Hodenpijl gedaagde voor de boete van f 10 terzake van dat de gedaagde een opening had gemaakt in de ambachtskade in de Oostabspolder.
.
Nr. 78 folio 28v. rechtdag d.d …….-1659.
Cornelis Willemsz. Bijll schout van Kethel eiser contra Pieter Leendertsz. van den Velde alias Pier Vranck wonende teKethel gedaagde. Hij zal gecondemneerd worden in een boete van f 3 ter zake van dat hij bij de laatste schouw, de Harreweg gelegen voor zijn land genaamd de Kerckeweij, omtrent 2 voet breed naar de zijde van zijn land heeft afgestokenen aan zijn land verheeld heeft. Hij moet de weg op zijn kosten repareren en gestraft worden in een boete van 12 st.
.
ORA Kethel en Spaland.
Nr. 108 folio 84v. d.d. 04-05-1661.
Willem Cornelisz.Bijl, Jan Cornelisz. van der Speck, Annetgen Cornelisdr. weduwe Arijen Huijgen Coppert, Claes Cornelisz. Bijl, Jannetgen Cornelisdr. meerderjarige ongehuwde dochter en Arijen Jansz. Heckenhouck gehuwd met Neeltgen Cornelisdr., kinderen en voor 6/7 parten erfgenamen van Cornelis Willemsz. Bijl, in leven schout alhier, het navolgende land bij scheiding tegen de nageten weduwe Barbara Corsdr. te beur gevallen en hebben getransporteerd aan Jan Sijmonsz.van de Watering, de helft zijnde 3½/7 parten en aan Dirck Cornelisz. Bijl 2½/7 parten in 2 morgen 4 hond en 27 roedenland in de Kethel-noordpolder benoorden de Kerklaan, waarin begrepen een boomgaard die van het land is afgedolven. Dirck Cornelisz. Bijl, zoon en mede erfgenaam competeert het resterende 1/7 part. De jongste opdrachtbrief in dato 17-12-1608. Belast met een opstal van f 14 per jaar tbv. de Staten van Holland. Prijs f 2.571-08-10, contant geld.
.
ORA Kethel en Spaland.
Nr. 212 folio 170 d.d. eodem die (12-05-166).
Dirck en Jan Claesz. van Noordwijck, Matheus Matheusz. uit den Bosch gehuwd met Maertje Claesdr., Jan Theunisz. Houtthuijn gehuwd met Maertje Claesdr. en Willem Jorisz. de Jong gehuwd met Catharina Claesdr., allen kinderen en iedervoor 1/5 part geïnstitueerde erfgenamen van Barbera Corsdr. weduwe Cornelis Willemsz. Bijl, in leven schout van Kethel,welke bij kaveling tegen de kinderen van dezelve Cornelis Willemsz. het navolgende huis en erf te beur is gevallen enhebben verkocht aan Cornelis Gerritsz. Meurs wonende in het dorp Kethel, een huizing en erf in het dorp Kethel, lang 7 roeden en breed 36 voeten. Belend ten O: de heer Jacob de Brauw ridder, heer van Kethel, ten Z: Dammis Pietersz. Slooff,ten W: de straat en ten N: Leendert Jansz. Decker. De jongste opdrachtbrief in dato 03-05-1651. Niet belast. Prijs f480, contant geld en een schuldrentebrief van f 500.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Cornelis Willemsz BIJL?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Cornelis Willemsz BIJL

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen