Hij is getrouwd met Henriëtta Wilhekmina Virginie de Quartel.
Zij zijn getrouwd op 16 april 1834 te Curaçao ,ANT , hij was toen 26 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
Notitie bij PAPA ROOI: NOTE:hij studeerde medicijnen in Leiden (ingeschreven op 17-9-1825); nam als korporaal deel aan de Tiendaagse veldtocht tegen België; was na zijn promotie cum laude in 1832 gouvernementsarts aanvankelijk in Suriname en vanaf 1837 op Curaçao; hij had 1838 de plantage Wacao met inventaris gekocht voor 40.000 gulden en bezat tevens plantage Leliënberg; in 1873 hij verkocht deze plantages en 3 panden in Otrobanda, die hij destijds geerfd had, om plantage Port Marie te kopen voor 18.100 gulden uit de boedel van zijn overleden zoon Constant Paulus Hermanus Rojer; in 1885 verkocht hij Port Marie voor 18.000 gulden aan zijn zoon Herman Bernard Rojer; in 1863 had hij 110 slaven; hij was lid van de eerste Geneeskundige Commissie van Quarantaine Dienst en Toezicht uitoefening burgerlijke Genees- en Heelkunde op Curaçao, Bonaire en Aruba; ook lid van de Koloniale Raad van 1840 tot 1844 en wederom van 1865 tot 1872. Hij had een goed versneden pen en zijn adviezen aan de gouverneur dwarsboomden die van de Nederlandse Minister van Kolonieën. Met name wat betreft de uitzetting van Guzmán Blanco (huisgast van Nicolaas Rojer). De Rouville was door Nicolaas Rojer (zijn oude studievriend uit Leiden) naar Curaçao gehaald als procureur generaal en werd later gouverneur. De Rouville werd afgezet omdat hij in de kwestie Guzmán Blanco (waarvan de uitzetting verzocht werd door president Monagas van Venezuela) had gehandeld volgens advies van Nicolaas Rojer en niet volgens de instructies van de minister. Guzmán Blanco werd president en bleef dat 18 jaar, de langste regeerperiode van alle Venezolaanse presidenten (1870-1888. In die tijd had de grootste staat in Venezuela Zulia met hoofdstad Maracaibo zich afgescheiden van de rest van Venezuela. Generaal Sutherland was president van de afgescheiden staat Zulia. Hij week later uit naar Curaçao en zowel zijn dochter als zijn zoon zijn daar getrouwd met respectievelijk een dochter en een zoon van Nicolaas Rojer. In 1872 vertrok Nicolaas Rojer naar Bonaire waar hij als gouvernementsarts heeft gewerkt tot 1874.
In “the hearts and the minds” van de bewoners van mijn geboorte-eiland lag Venezuela in de negentiende eeuw dichter bij Curaçao dan in de eeuw die daarop zou volgen. Niet alleen de politieke machtsverhoudingen op de Tierra Firma (het vasteland) werden nauwkeurig in de gaten gehouden, maar er waren ook sterke huwelijksbanden tussen Curaçao en Venezuela. Soms vielen politiek en huwelijk zelfs samen. Zo weet ik uit mijn eigen familiegeschiedenis dat zowel een zoon als een dochter van mijn betovergrootvader dr. Nicolaas Rojer (1808-1888) getrouwd waren met kinderen van de Venezolaanse generaal Sutherland die in ballingschap woonden op Curaçao.
Op de drempel van de twintigste eeuw was Nederland voor Curaçao verder weg dan ooit. Het moederland beperkte zich tot het sturen van meewarige opdrachten die hoofdschuddend en schoorvoetend werden aanvaard op Curaçao. Zo werd tot groot ongenoegen van de lokale bevolking en op bevel van Nederland de Venezolaanse balling Guzmán Blanco, die een protégé was van dr. Rojer, Curaçao uitgezet. Althans een halfslachtige poging werd daartoe ondernomen, waarop de generaal wist te vluchten. Hij begon een opstand in Venezuela en werd president van dit land. In 1881 werden door hem de zogenaamde Antillenrechten uitgevaardigd die de Curaçaose handel ernstig benadeelden.