Genealogie Kuijper » Jacob van de Kamer (1650-????)

Persoonlijke gegevens Jacob van de Kamer 

• Hij is geboren in het jaar 1650 in Alkmaar.Bron 1

  ".. 1650. In dat jaar werd in Alkmaar geboren: Jacob van de Kamer."
  (Bron: Loek van de Kamer, Stamreeks van Laurentius (Loek) Johannes van de Kamer, ongecontroleerd)

• Vermelding: oorsprong van de familienamen Van de Kamer, Van der Bijl, Klopper en Codde.Bron 2

  aanvullende bron: "Genealogie Van der Bijl” (auteur: mevrouw Tineke Spaans-Van der Bijl)
  De verstrekte informatie van mevrouw Spaans-Van der Bijl over de waarschijnlijke oorsprong van de familienamen Van de Kamer, Van der Bijl, Klopper en Codde, blijkt een aanvulling op de stamboom Van de Kamer, waarvoor mijn dank.

• Een kind van NN van de Kamer | Onbekend en Mevrouw van de Kamer | Onbekend NN
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 6 maart 2017.

Gezin van Jacob van de Kamer

Hij is getrouwd met Mevrouw Jacob van de Kamer NN.

Zij zijn getrouwd

Kind(eren):

1. Aldert Jacobsz van de Kamer  ± 1675-± 1755 

Notities over Jacob van de Kamer

Bij het zoeken naar de naam Van de Kamer kwamen we een aantal pagina's tegen over Van de Kamer, waaronder:
(I.) een publicatie van de afdeling Hollands Noorderkwartier (van de Nederlandse Genealogische Vereniging, afdeling Alkmaar e.o.), jaargang 27, nummer 2, juni 2013, aflevering 94 door Loek van de Kamer en
(II.) een website van de familie Van der Bijl: www.vanderbijlen.nl Tineke Spaans-Van der Bijl, professioneel genealoge en erelid van de vereniging Stichting Familienaam Van der Bijl, heeft uitvoerig onderzoek verricht naar de naam Van der Bijl en is na haar jarenlange zoektocht overtuigd geraakt. Ook van de verwantschap van haar familie met de families Van de Kamer, Klopper en Codde.

~ I. Het geslacht Van de Kamer, door Loek van de Kamer ~

(Bron: uitgave Nederlandse Genealogische Vereniging, afdeling Hollands Noorderkwartier (NGV, HNK), jaargang 27, afdbladen, nummer 2, juni 2013, geraadpleegd 2016)
Wanneer de Van de Kamers naar Alkmaar zijn gekomen, is voor mij nog duister.
De eerste Van de Kamer die ik in het Regionaal Archief in Alkmaar heb kunnen vinden is Hendrik van de Kamer die in 1812 de geboorte van zijn zoon kwam aangeven: Albertus Fredericus.
Hij was toen 37 jaar, dus zijn geboortejaar was 1775. Via andere bronnen o.a. uit Canada ben ik nog verder in de tijd terug kunnen gaan n.l. tot 1650. In dat jaar werd in Alkmaar geboren: Jacob van de Kamer. Vooral Joe Leering ben ik zeer erkentelijk voor de gegevens die ik mocht ontvangen.

Voor het opzetten van een stamboom ben ik dus begonnen met de Jacob uit 1650.
De link naar de Jacob uit 1205 is moeilijk te bewijzen maar ligt wel voor de hand. De voornaam ging in die tijd bijna altijd over op zoon of kleinzoon.
Verder blijkt dat bij de volkstelling van 1947 in heel Nederland maar 138 naamdragers met de naam Van de Kamer voorkwamen en hiervan 103 in Noord-Holland, en van die 103 bijna allemaal in de omgeving van Alkmaar. Het is voor mij dus vrijwel zeker dat alle Van de Kamers afstammen van Jacob uit 1205, de eerste die in de nacht van 1205 in de kamer sprong waar Wouter gevangen gehouden werd en die daarom die naam kreeg.

Bron 1: Loek van de Kamer, genealoog, over zijn familienaam in vaktijdschrift 'Hollands Noorderkwartier' (NGV afd.Alkmaar e.o.), jaargang 27, nr 2, juni 2013, afl. 94
Bron 2: Tineke Spaans-van der Bijl, historica en professioneel genealoge over haar familienaam op www.vanderbijlen.nl
Zij is na haar jarenlange zoektocht overtuigd geraakt. Ook van de verwantschap van haar familie met de families Van de Kamer, Klopper en Codde.
Zij legde haar bevindingen voor aan emeritus hoogleraar prof. dr. Marietje van Winter, deskundige op het gebied van de middeleeuwen. Gezien al het materiaal is prof. Van Winter van mening dat de Van der Bijlen, Van de Kamers, Kloppers en Coddes die in de leenregisters van ca. 1550 worden genoemd inderdaad nakomelingen zijn van de eerste naamdragers. Gezien de vroegere standplaatsgebondenheid, ligt het dan voor de hand dat men later in die leengebieden ook de stamvaders van die genealogieën aantreft.

De NGV, HNK, schrijft in een naschrift bij het artikel van Loek van de Kamer.
"Het is wel frappant dat de vier familienamen uit het jaar 1205 ook nog voorkomen in de leenregisters van ca. 1550, dus ruim 10 generaties later.
Volgens dezelfde redenatie als bij de Van der Bijlen, zou de stamvader van het geslacht Van de Kamer waartoe Loek van de Kamer behoort, dan ook in die leenregisters kunnen voorkomen.
De stamreeks van de auteur gaat terug tot vier broers Van de Kamer met het patroniem Jacobsz en hun vader Jacob zal zoals gezegd ca. 1650 geboren zijn.
De meeste gegevens van deze vier broers zijn in Alkmaar of omgeving te vinden. Het is dan ook aannemelijk dat Jacob in Alkmaar of omgeving heeft geleefd.
Concrete gegevens over Jacob zijn momenteel nog niet gevonden en maar daar kan nader onderzoek waarschijnlijk wel uitsluitsel over geven.
De link tussen deze stamvader en de Van de Kamers die in de leenregisters worden vermeld is momenteel nog niet aangetoond.
Het is echter niet onmogelijk en wie weet komen er na intensief speurwerk in het archief meer aanwijzingen boven water.
In transportaktes die in het Alkmaars archief aanwezig zijn, komt de naam Van de Kamer regelmatig voor.
Intrigerend is de verwijzing naar een transportbrief dd. 13-7-1690 [ORA 164 fol. 153-154] betreffende een ‘dubbele damschuit’ waarin genoemd worden:
wijlen Adriaan Jacobsz van de Camer, testateur van zijn minderjarige kinderen onder voogdij van Jacobus van de Kamer, Jan Codde en Jacob Castricum, benevens het kind van Martientje Maartens, onder voogdij van Cornelis Jansz van der Bijl...."

Met deze gegevens is het natuurlijk nog niet mogelijk om een stamboom te maken die aansluit op de roemruchte kamerheer Jacob van de Kamer, maar een goed beeld hebben we nu wel. Er zitten echter ongeveer 14 generaties (voor 1 generatie reken ik op gemiddeld 30 jaar = circa 420 jaar geleden) tussen "onze" Jacob van de Kamer van Alkmaar uit 1650 en diens illustere voorvader Jacob van de Kamer van Egmond uit 1205. Er ontbreken nog teveel gegevens voor een duidelijke stamboom. Duidelijk is wel dat het geslacht Van de Kamer een Noord-Hollands roemrijk geslacht was welke begon met een edele man die in 1205 die eervolle en veel zeggende familienaam kreeg van zijn heer Wouter van Egmond.

~ II. Het geslacht Van der Bijl, door Tineke Spaans-van der Bijl ~

Op www.vanderbijlen.nl is een artikel te vinden van mw. Tineke Spaans-van der Bijl, historica en professioneel genealoge, die uitvoerig onderzoek heeft verricht naar de naam Van der Bijl (de familienaam van de 'middeleeuwse broer' van Jacob van de Kamer). Na haar jarenlange zoektocht waarbij zij o.m. uitgebreid de "Kronyck ende historie van ’t edele en machtige geslacht van den huyse van Egmond" die in 1550 geschreven werd door de Egmondse monnik Anthonius Hovaeus, bestudeerd heeft,
legde ze haar bevindingen voor aan emeritus hoogleraar prof. dr. Marietje van Winter, deskundige op het gebied van de middeleeuwen. Gezien al het materiaal is prof. Van Winter van mening dat de Van der Bijlen, Van de Kamers, Kloppers en Coddes die in de leenregisters van ca. 1550 worden genoemd inderdaad nakomelingen zijn van de eerste naamdragers. Gezien de vroegere standplaatsgebondenheid, ligt het dan voor de hand dat men later in die leengebieden ook de stamvaders van die genealogieën aantreft.

~ Notitie H. Kuijper over de familinaam 'Van de Kamer' ~

In 2016 heb ik over de naam Van de Kamer het wetenschappelijke Meertens Instituut geraaadpleegd, via hun website. De verklaring van de familienaam "Van de Kamer" kan volgens hen gezocht worden in twee richtingen. (1) een adresnaam of (2) een metonymische beroepsnaam. (bron: Meertens Instituut, Nederlandse familienamenbank). De Nederlandse familienamenbank vermeldt dat geografische adresnamen aangeven waar men vandaan kwam. In dit geval Van de kamer dus! Ook vermelden zij dat een metonymische beroepsnaam een betekenisverschuiving weergeeft van iemands beroep naar o.m. het zelfstandig naamwoord van het materiaal, een attribuut of een stuk gereedschap dat dit beroep kenmerkt. Als voorbeeld geven zij de kuiper die Drijfholt/Drijfhout heet (een drijfhout is een kuipersgereedschap dat dient tot het aandrijven van hoepels of banden).

Dat voor Jacob de naamgeving Van de Kamer werd gebruikt wijst dan in de richting van diens functie: "kamerheer". Ook het product van de beroepsbeoefenaar geldt volgens het Meertens als een metonymische beroepsnaam. Bv Brood (broodbakker). Jacob sprong als eerste in de Kamer, het product dat hij leverde was bevrijding.

De bevrijding van de Heer Van Egmond bestond uit het ontzetten van Wouter de Stoute uit die gevangenkamer en dus heette Jacob voortaan naar het resultaat van zijn inspanning: "Van de Kamer" (als synoniem voor: "Bevrijding"). Deze analyse en verklaring sluit naadloos aan bij de overlevering van hoe de familie aan haar naam is gekomen.
Op 31 mei 1947 waren er in heel Nederland slechts 138 naamdragers met de familienaam Van de Kamer (waarvan bovendien 103 in de provincie Noord-Holland) (bron: de 12de volkstelling). Dit relatief lage aantal naamdragers wijst sterk in de richting van dat Van de Kamer een unieke naam lijkt te zijn, die waarschijnlijk toepasbaar is op slechts 1 familie. Dit implicereert dat alle mensen die Van de Kamer heten hoogst waarschijnlijk stammen uit 1 en hetzelfde geslacht. Dat een familienaam placht te overerven via de mannelijke lijn is ook een plausibele verklaring voor de overeenkomstige voornaam: Jacob.

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Willem van de Kamer, Nijmegen 1343 = Willem Klerk, een van de kamerdienaren van hertog Reinald II; tevens Hanne van de Kamer = Johannes Albus camerarius = Hannen miins heren camerling. De kameraar stond aan het hoofd van de kamer. De kamer is in deze betekenis een metafoor voor het ambt dat verantwoordelijk was voor de privé-vertrekken van de vorst en alles dat zich hierin bevond (...). Bijgevolg was de kameraar schatbewaarder (thesaurarius), die tevens de uitgaven van het hof in harde valuta moest verzorgen" [Wientjes-2001, p 163, 164].
• Kamer, van (de); van de Kammer: 1. Frequente PlN ter Kamer 'eenkamerwoning'. 1326 Lambert van der Camere, Ieper (BEELE). ­ 2.Van de Kamer is ook de naam voor de kamerdienaar, kamerling. 1343 Willem van de Kamer = Willem Klerk (kamerdienaar van hertog Reinald II), Nijmegen (DM).
(bron: Meertens Instituut, Nederlandse familienamenbank, geraadpleegd 2016)

Volgens Wikipedia bestonden er anno 1205 nog geen "Graven(innen) van Egmont" (pas vanaf 1483, tot 1715).
Er is wel sprake van een dynastie met erfopvolging, die al begon in 791 met de "Heren van Egmont".
Van 1168(/?) - 1208 was de Heer van Egmont: (Kwade Wouter?) Wouter van Egmond (geb. Egmond a/d Hoef ca 1145(/ca. 1158?), ovl. 13-sept-1208), ook wel Beerwout III.
Wouter streed onder Willem I van Holland in de Loonse Oorlog (1204 - 1205) tegen Lodewijk II van Loon. Tijdens deze oorlog werd zijn Kasteel Egmond verwoest waarna hij samen met Beljaart, heer van Beverwyck een aantal Kennemerse divisies leidde, hij kreeg tijdens deze periode de bijnaam De kwade. Na de oorlog begon hij aan de wederopbouw van zijn kasteel. Hij bleef net zo als zijn voorvaderen in conflict over betalings wijzen met de Abdij van Egmond, die hem als bijnaam Kwade Wouter (de Quade) gaven.
Literatuur: C. Joh. Kieviet schreef het jeugdboek Het slot op Den Hoef met Wouter van Egmont als hoofdpersoon. Het verhaal werd op echte bevindingen gebaseerd en beschrijft de strijd met de graaf van Loon. Kievit zag Wouter als eerste heerser van Egmond omdat archeologen een echt graf hadden gevonden dat aan hem gelieerd werd.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jacob van de Kamer?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Jacob van de Kamer

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen