Vanaf 01-05-1772 is Jochem Schaddenberg samen met een Jan Roes voor 220 gld. pachter van / papiermaker op de Oosterlijke Brinkermolen in Vaassen. Jochem vertrekt in 1778 naar de Keijertsmolen (papiermolen) in Apeldoorn. Twee jaar later vertrekt ook Jan Roes. In oktober 1783 stierven er 2 kinderen van Jochem, de knecht Jan Berends en de meid Geriitje Lamberts; alle 4 aan de "rode loop". In 1798 wordt de 55 -jarige Jochem meesterpapiermaker genoemd. Er werd schrijfpapier en best papier gemaakt op de Keijertsmolen. Mogelijk heeft dochter Klazina Alberts, met schoonzoon Derk Koldewijn, rond hun huwelijk in 1807 ook nog even op de deze molen gewoond en gewerkt, want in 1807, het jaar waarin zij trouwen, worden twee doodgeboren kinderen aangegegeven op 'Keizersmolen". In 1815 wordt kleinzoon Jochem ook nog als papiermaker op de Keijertsmolen vemeld. Zijn zoon Wouter, die niet getrouwd was, neemt het van zijn vader over samen met zijn broer Derk. Later is ook kleinzoon Jochem Koldewijn nog papiermaker op de Kayertsmolen.
In een akte van 08-02-1822 staat dat Wouter Scherrenberg de papiermolen de 'Kaijersmolen' heeft gekocht voor f 4000 per 01-12-1821 van Wijnand Suermond, oud burgemeester van Deventer, welke hij al in pagt had. Hij verkoopt de molen per 28-01-1846 aan Jochem Koldewijn, die er al sinds ca 1841 werkt.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.