Hij is getrouwd met GERRITJE van KLAVER(EN).
Toestemming voor het huwelijk is 4 maart 1714 verkregen te Rotterdam.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 20 maart 1714 te Rotterdam.De minderjarige Gillis Plaisier geassisteerd met zijn voogden Reijnier van Lamburgh en Steven van Westerhoven, zijn aangehuwde ooms, en Gerritje Klavers, weduwe van Jan de Lose, stellen op 15-03-1714 een akte op van hun huwelijkse voorwaarden. Zij maken een huwelijkscontract zonder gemeenschap van goederen. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 1672, blz. 19.]
J.m. van Rotterdam (1714), wonende Rijstuijn (1714), kaasverkoper (1717), koopman in hout 1720. [Als zodanig vermeld: Gemeente arch.Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 2443, akte d.d. 23-12-1720, blz. 80.]
Verschijnen op 20-06-1716 de te Rotterdam wonende Gillis Plasier en Matijs Plasier zo voor hem zelf als mede erfgenaam ieder voor een vierde part. Mede als voogden van Adriana Plasier, nagelaten minderjarige dochter van Arij Mathijsse Plasier, wonende mede in Rotterdam, voor een vierde part. Ook als erfgenaam van Arjaantje Leenderts van Nispen (Hispen), weduwe van Gillis Cornelis de Ruijter. Zij verkopen (gedaan voor het gerecht op 20-05-1716) aan Cornelis Bastiaen de Ruijter, wonende alhier, een huis, schuur, erve en boomgaard, staande en gelegen aan de Droge Pernisse dijk, voor de prijs van 1680 gld. waarvan 1260 gld. contant en 420 gld. betaald met een obligatie. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud rechtelijk arch. Pernis, inventarisnr. 113, fol. 366.]
Abram Klaver, kaasverkoper en zijn zwager (=schoonzoon) Gillis Plaisier, mede kaasverkoper, beiden wonende alhier, gaan op 07-01-1717 hun samenwerking stopzetten. Alle openstaande rekeningen worden vereffend. Vernietigd word o.a. een obligatie ten laste van eerste comparants dochter Gerritje Klaver die weduwe was van Jan de Lose, en de 2e comparant Gillis Plaisier als in huwelijk hebbende 1e comparants dochter Gerritje Klaver. Het gaat hier over 20 gld. ten laste van de tweede comparant. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 1675, blz. 6.]
Rotterdam 26-11-1719: Gillis Plasier en Gerritie Plasier zijn doopgetuigen van Gerritie Schilmanss, dochter van Francois Schilmanss en Anna Maria de Groot.
Compareert op 05-11-1722 Gijsbert Vergouw, makelaar en commissaris, wonende te Vlaardingen. Verklaart op verzoek van de Heer Severijn van der Kloot, koopman binnen Rotterdam, dat hij op 23-09-1720 heeft gekocht van Klaas Jan Buijk, burgemeester, raad en vroedschap te Vlaardingen, 47 tonnen ielen haring á 150 gld. op de klop en dit in requirants boek heeft geschreven. Dat hij ook op de zelfde dag van voornoemde Klaas Jan Buijk heeft gekocht voor Gillis Plaisier, wonende Rotterdam, 74 tonnen vollen haring, dat hij comparant de genoemde 47 tonnen ielen haring en 74 tonnen volle haring heeft gedaan in t schip van schipper Douwe Annes om dit naar Rotterdam te brengen. Deze 74 tonnen haring werden naar zijn pakhuis of haringplaats gebracht, gelegen aan t einde van de Leuvenhaven.
Abraham Vergouw, de 22 jarigen zoon van voornoemde Gijsbert Vergouw, vraagt namens zijn vader aan Gillis Plaisier wanneer hij die vaten haring zou komen betalen en Plaisier geeft als antwoord dat hij wel zou schrijven wanneer het hem gelegen komt. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 2443, blz. 1270.]
Na het overlijden van Gillis Plaisier gaat het proces gewoon door. Abraham van Claveren, 32 jaar, gewezen plaatsknecht en Leendert de Ruijter, 41 jaar, gewezen plaatskuiper van de overleden Gillis Plaisier. Op 16-12-1723 verklaren zij, op verzoek van de Hr. Claes Jans Buijs, raad en vroedschap en regerend schepen te Vlaardingen, dat hij Vergouw enige dagen na 23-09-1720 met Claas Jan Buijs is gegaan van de (vis)beurs dezer stad naar het pakhuis of haringplaats van Gillis Plaisier aan het einde van de Leuvenhaven. Daar aangekomen vroeg hij of Gillis Plaisier daar was, maar kreeg een ontkennend antwoord. De voornoemde Vergouw vroeg aan de knecht Leendert de Ruiter of hij die 47 tonnen ielen haring met het schip van Douwes Annes had ontvangen, als antwoord kreeg hij ja. Dat Plaisier die 47 tonnen ielen haring had ontvangen, en de voornoemde Vergouw die 47 tonnen ielen haring op zijn boek zou veranderen en stellen op naam of voor rekening van Gillis Plaisier. Maar Abraham van Claveren als gewezen plaatsknecht van voornoemde Plaisier verklaart dat t geen de voornoemde Gijsbert Vergouw bij gemelde attestatie (van 19-03-1721) heeft verklaard dat hij Vergouw met de Requirant aldaar aan het pakhuis of haringplaats zou hebben geweest is in zijn geheel onwaar. Abraham van Claveren en Leendert de Ruijter verklaren nooit die 47 vaten ielen haring in zo een grote kwantiteit te hebben ontvangen in die tijd dat zij daar aan t werk zijn geweest. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 2443, blz. 677.]
Ene Gerardus van Gemert komt op 12-02-1725 weer getuigen dat hij in de jaren 1720 op verzoek van Gillis Arijsz. Plaisier, in zijn leven koopman alhier, in die tijd tracht te accorderen met zijn crediteuren, heeft twee lijsten geschreven van de debiteuren en crediteuren van de zelfde Gillis Arijsz. Plaisier. Namelijk de ene op 02-12-1720 uit de mond Plaisier zelf was geschreven en van welke twee bij hem van Gemert geschreven lijsten de ene op het passeren van deze aan hem vertoond (zonder dat hij van Gemert) als nu kan zeggen welke van die twee lijsten het is.
Dat op de aan Van Gemert op heden vertoonde lijst op de crediteurs zijde van Plaisier staat onder het hoofd Vlaardingen dat onder andere als crediteur van Plaisier staat Klaas Buijk met de woorden: Klaas Buijk 300 gld. Hieruit blijkt niet overduidelijk dat Gillis Plaisier deze haring inderdaad heeft gekregen. [Gemeente arch. Rotterdam, Oud notarieel arch. Rotterdam, inventarisnr. 1938, blz. 46.]
GILLIS ARIENS PLAISIER | ||||||||||||||||||
1714 | ||||||||||||||||||
GERRITJE van KLAVER(EN) |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.