Ambachtsheer van Ridderkerk 1429-1441
Toegangsnummer: 30
Archieftitel: Huis ten Donck te Ridderkerk
3. Inventaris
3.7. Regestenlijst 1252 - 1572
kenmerken
Huis ten Donck te Ridderkerk
58 1429 juni 3
Philips, hertog van Bourgondië etc., beleent heer Roelant van Uutkerke, heer van Heestert en van Heemsroode, met het ambacht Riederkerck in Riederwairt met de daarbij behorende rechten, te weten: de tienden, de vogelrij, de visserij, de lenen, de veren, de erven en alle andere rechten ten halven diepe toe; voorts met het recht van de wind en het bierexcijs; hij geeft hem het recht het ambacht te bedijken en dijkgraaf en heemraden aan te stellen; voorts beleent hij hem met de goederen, die Jacob van Overhesselt toebehoord hebben nl. de halve overdrift voor het ambacht Carnisse en een kwart in de vroonvisserij van de mond van de IJssel, zoals de rentmeester van Zuythollant die placht te verhuren; tenslotte beleent hij hem met de visserij in de Merwede, zoals de rentmeester van Rotterdam die pleegt te verhuren.
59 1430 april 27
Jacob, hertogin in Beyren etc., vidimeert de akte van belening van heer Roelant van Uutkerke met het ambacht Riederkerck d.d. 1429 juni 3 en bevestigt die belening, onder de bepaling, dat wanneer het ambacht na de scheiding van het bezit van hertog Johan van Beijeren aan haar toegewezen wordt, heer Roelant het ambacht alleen van haar te leen zal houden.
65 1437 mei 10
Philips hertog van Bourgoengen etc., brengt de leden van zijn Raad gecommitteert ter zaken van Holland, Zeeland en West-Friesland in kennis van het feit, dat heer Roelant van Uutkerke wettelijk in het bezit is van het ambacht genaamd Rierambocht, dat hij in dit bezit gestoord wordt door de graaf van Nassau en diens dienaren, o.w. Heinric Faas; beveelt hen voorts genoemde overtreders te bevelen zich met hun klachten tot het Hof van Holland te wenden in plaats van tot de Vierschaar te Dordrecht.
68 1439 april 22
Leden van de Raad van Holland oorkonden, dat Roelant van Uutkerke, heer van Heestert en Heemsrode, voor hen verschenen is met een akte van hertog Philips van Bourgoignen d.d. 1428 november 16 (regest no. 55), welke zij op zijn verzoek vidimeren "mits dat hij out en in papier is".
71 1439 juni 9
Leden van de Raad van de hertog van Bourgondie voor Hollant etc., verzoeken heer Roelant van Uutkerke, die geklaagd heeft over de verstoring van zijn bezit van het ambacht en de tienden van Riederkerc door de joncheer van Nassauwe, zijn rechtsbewijzen voor te leggen over 8 dagen alvorens zij het proces kunnen aannemen.
72 1440 mei 11
Een arbitrale commissie van leden van het Hof van Holland ter zake van het geschil over de leenroerigheid van het ambacht Riederkerc stelt als oplossing in dit geschil voor, dat heer Roelant van Uutkerke het ambacht in leen zal blijven houden maar in leenroerigheid aan de graaf van Nassau, als heer van de Leck en onder de betaling van een jaarlijkse rente van 200 ponden hollands, hem als leenheer uit dit goed competerende.
74 1440 juli 8
Roelant van Uutkercken, ridder, heer van Heestert, van der Nieuburg en van Hemsrode, Raad en Camerling van de hertog van Borgoigne, draagt het gewaarde rechterschap, dijkgraafschap en rentmeestersambt over Rijerambacht op aan Heijnric van Haerlem. Gevidimeerd in akte d.d. 1443 maart 16 van de Prior van het Augustijnenconvent in Dordrecht (regest no. 97).
75 1440 september 4
Het Hof van Holland bepaalt in het geschil over de leenroerigheid van het ambacht Riederkerke conform het voorstel van arbiters, met bijvoeging dat heer Roelant van Uutkerke aan de joncheer van Nassouwe over het lopende jaar slechts 100 pond moet betalen en dat laatstgenoemde geen aanspraak kan maken op vorderingen van voorgaande jaren.
76 1440 september 4
Phillips hertog van Bourgoingen etc., verklaart dat Henrick Faesse en Jacob Willemsz. door het steken van de spade in de dijk hun recht op het ambacht Riederkerck hebben verloren; dat het ambacht vervallen is aan de graaf van Holland, maar dat om een geschil met Engelbrecht graaf tot Nassou te voorkomen het ambacht een deel zal blijven van de "hoffstede ter Lecke"; de hertog beveelt voorts heer Roelant van Uuytkerke het ambacht aan de heer van der Lecke op te dragen.
77 1440 september 4
Phillips hertog van Bourgoingen etc., oorkondt dat heer Roelant van Uuytkercke de heerlijkheid van Riederkerck in leen zal houden van Engebrecht graaf tot Nassou als heer van der Lecke, onder de bepaling, dat wanneer de heerlijkheid van der Lecke aan de grafelijkheid van Holland komte te vervallen, dat de ambachtsheren van Riederkerck in hun bezit blijven en het te leen zullen houden van de grafelijkheid.
79 1441 juni 21
Raden van het Hof van Holland doen een nadere uitspraak met betrekking tot de jaarlijkse rente die heer Roelant van Uutkercken uit het ambacht Riederkercke aan de graaf van Nassou verschuldigd is en over de akte waarbij de graaf hem met het ambacht moet belenen.
81 1441 oktober 21
Phelipe duc de Bourgoinge etc., staat Roelant d'Uytkercke, seigneur de Heestert en de Heemsrode, toe het ambacht Rierwaert met alle toebehoren over te dragen aan zijn vrouw Margrite de Commines.
Roeland Pietersz van UUTKERK | ||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.