Raadsheer bij het Hof van Friesland 1499-1517 (HvR onder nr.11) en in 1505 en 1508 genoemd als grietman van Menaldumadeel.
Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit zich met anderen aan bij het verdrag met Groningen.
OFO II-192 d.d.31-10-1495:hij moet de door hem in beslag genoen goederen van Binnert Aebinga teruggeven.
Hij was Schieringer hoofdeling op Groot Terhorne bij Beetgum,wat in 1496 werd verwoest (zie GJB 1956-44).
Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit samen met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Hij maakte na 1496 de weg vrij voor de komst naar Friesland van Albrecht van Saksen in 1498 (GsvD-100/102).
In 1498 laat hij het Martenahuis in Franeker bouwen;daar een gebrandschilderd raam uit 1609 met daarop zijn naam als stichter van dat huis.
Hessel van Martena tekende op 9-7-1504 de reversaalbrief en op verzoek ook voor Doecke Rienicks (nrs.11 en 12).
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen van Menaldumadeel.
Bij R.v.A.1511 heeft Hessel Martena van Beetgum/Franeker veel bezit.
In 1515 bij de heerschappen, die Karel V huldigen.
Hij testeerde op 21-3-1517 (F.T.92),vertrok in april met Tjalling en Juw Botnia naar het Heilige Land en overleed in 1517 op de terugreis van Jeruzalem.
Hij had ook 2 buitenechtelijke kinderen,een zoon Mr.Sytze,pastoor te Franeker,en een dochter in het Agnietenklooster.
Hij is getrouwd met Both van Hottinga.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Het vijftiende-eeuwse Condominium Friesland werd verscheurd door een hevige partijstrijd tussen de Schieringers en de Vetkopers, die steeds meer polariseerde. Na 1450 werd deze strijd steeds heviger, door de inzet van kanonnen en huurlegers werden de kosten van de oorlogvoering steeds groter. De Vetkoperse partij zocht steun bij de stad Groningen. De Schieringer partij, waartoe de familie Van Martena behoorde, zocht een bondgenoot in hertog Albrecht van Saksen, legeraanvoerder van keizer Maximiliaan van Oostenrijk, die officieel de heer van Friesland was.
In 1496 werd de stins van Hessel van Martena, Groot Terhorne bij Beetgum door de Vetkopers verwoest. Hij bouwde daarop in 1498 een nieuwe stadsstins in Franeker, het Martenahuis genaamd. Dit is het tegenwoordige Museum Martena.
Hessel van Martena was een van de bezegelaars van het akkoord van Westergo met Albrecht van Saksen van 30 april 1498. In juli 1499 werd hij door Westergo afgevaardigd om de hertog in Friesland te verwelkomen.
Martena maakte vanaf die tijd deel uit van de Saksische regering en werd begunstigd met vele ambten en benoemingen, mede omdat hij het nieuwe bewind ondersteunde met grote geldleningen. Op 25 juli 1499 werd hij door Albrecht van Saksen aangesteld tot lid van het Hofgerecht. Door Albrechts opvolger hertog Georg van Saksen werd hij op 23 mei 1501 officieel benoemd als raadsheer in bestuurszaken. Deze functie behield hij toen Karel V in 1515 heer van Friesland werd nadat hertog Georg afstand van Friesland had gedaan.
Als dank voor zijn steun verwierf hij landerijen op Het Bildt, een pensioen van 50 goudgulden en werd hij naast zijn raadsheerschap benoemd tot grietman van Menaldumadeel (vermeld 1502-1517), Het Bildt (1502-1505) en Franekeradeel (waarschijnlijk 1505-1517). Hij wordt in 1503 en van 1514 tot 1515 vermeld als ambtman van Franeker.
Hessel van Martena was op 1 juli 1515 een van de heerschappen (hoofdelingen) die Karel V als heer van Friesland huldigden. Als beloning werd hij op dezelfde dag door Floris van Egmont, stadhouder van Friesland namens de Habsburgers, tot ridder geslagen.
In 1517 maakte hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land samen met de raadsheren Tjalling van Botnia en Juw van Botnia. Op de terugreis kwam hij in Rhodos te overlijden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Hessel_van_Martena)
Hessel van Martena | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Both van Hottinga |