VI.15 Goossen van Hoenselaer (1375-1439). Goossen van Honselaer. Zoon van Loef van Hoenselaer (1335) en Tisa van Gestelen. Gehuwd met Beatske (Bate) van Egeren. Bron vGvH pagina 53.4.
Kinderen 1. Loef van Hoenselaer (1400-xxxx) 2. Udelken van Hoenselaer (1400-xxxx)
Tijdsbeeld 1406 Goossen Loefszoon wordt vermeld als richter in Labbeckerbroek. 1417 Goossen is een van de bemiddelaars bij de tot standkoming van het erfdelingsverdrag tussen Goswin en Herman van Hoenselaer, zonen van Karel. 1420 Goossen verkrijgt een leen van de hertog van Kleef door opdracht van zijn zwager Sander van den Eger. 1423 Een Goossen van Hoenselaer rijdt met Herman van Hoenselaer en met Goossen van Hoenselaer tot Willik, ieder met twee paarden, naar Geldern om stad en burcht te gaan
© 2012-2016 Genealogie Martens Hoenselaer Dossier Goossen van Hoenselaer 1300 Blad 6
bewaken met het oog op de dreigende erfopvolgingoorlog na het overlijden van hertog Reinald IV. 1424 Goossen verkoopt aan Heinrich Haen uit Calcar een dienstmansgoed van 4 Hollandse morgen in Wisselward. 1424 Goswin van Honseler verkoopt een jaarrente. 1426 Goessen is met Sander van den Eger, Rolman van Arendael, heer tot Well, hofmeester van de hertog, ridder heer Engelbrecht van Oirsbeck, Rutger van Vlodorp, heer tot Vroenbroeck, Karel, Jan Sander van Boedberg, Derick vn Bellickhoven - een deyls syn raede ende semelichen zyn goede vrynde - aanwezig bij het opmaken van het notarieel testament van hertog Arnols van Gelre en Jullich. 1428 Goswin, die een Baetske tot vrouw heeft en door Sander van den Eger wordt vertegenwoordigd omdat hij in Utrecht gevangen zit, verkoopt een dienstmansgoed, Havenkamp genaamd, van 4 Hollandse morgen, die Goswin van hertog Adolf van Kleef in leen heeft en dat 7 oude schilden oplevert aan Art van Vrijthaven en de schepenen van Wisselward. Hij gebruikt de opbrengst van beide goederen, gelegen in het Grieterbusch onder het gericht Wisselward, om zich uit zijn gevangenschap vrij te kopen. 1429 Elisabeth van Boedberg, weduwe van Daniel van Buderich ter ene, en Goissen van Honselaer en Baet van Egeren, echtlieden ter andere zijde, komen overeen, dat Goissen c.s. hun recht op de molen genaamd tot Willick of te Nyersen (gelegen aan de Niers onder Veert), noordwestelijk van huis Haag, die behoort tot het oude riddergoed Willick of ter Niersen) zal afbreken en geen molen meer zal oprichten binnen het kerspel Veert. Elisabeth zal Goissen jaarlijks 8 malder rogge leveren. De laten boeren uit het kerspel van Goossen en Baetske zullen voortaan verplicht zijn in de Willickse molen van Liesbeth, die vlak bij de molen der Hoenselaers ligt, hun graan te laten malen en hun olie te laten slaan. Ridder Engelbrecht van Oirsbeck als leenheer bevestigt de overeenkomst. Bron Archief Haag nr 5235 pagina 702. 1429 Goesen van Honseler en zijn zoon Loef geven aan hun dochter/zuster Udelken jaarlijks 10 malter rogge als haar erfdeel. 1435 juni 22, Vor den Schöffen von Veert verkaufen die Eheleute Goessen von Hoenselaer, Luefs Sohn, und Bate, an die Eheleute Erbmarschall Johann von Boedberg und Johanna von Apeltern acht Maltern Roggen Jahrrente aus der Mühle zu Willick, welche früher dem Henrich von Buetbergh, danach seiner Tochter Liesbeth und deren Ehemann Frederik von Husen zugehört habe und nun in Besitz des vorgenannten Johan von Buetbergh gekommen sei. Orginal auf Pergament mit fünf Siegeln: Goessen van Hoenselaer, Hermann van Hoenselaer, Richter Gerit die Man van Stralen, Peter in gen Hage und Peter van Stralen. Bron Archief Haag nr. 5239 en 5240 pagina 703.
1429 Een Goossen van Honselaer blijkt gehuwd met Lisbeth van Boedberg.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.