http://genealogie.buwalda.nl/HTML/
Hij is getrouwd met Wilhelmina Maria de Breuk.
Zij zijn getrouwd op 19 september 1901 te (NH) Haarlem , hij was toen 28 jaar oud.Bron 3
Kind(eren):
Neemt zaak over van moeder, 'Van Holkema en Warendorf' te Amsterdam. Begraven
te "Zorgvlied". Was hij soms betrokken bij het tot laten maken van het
Burgwerder wapen van de Buwalda's. Samen met Roos Buwalda ?? Officier in de
orde van Oranje-Nassau.
Afkomstig uit: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te
Leiden 1951-1953, pag. 73-75.
ARJAN BUWALDA VAN HOLKEMA
(31 Augustus 1873 -- Amsterdam -- 26 Februari 1953)
Met Arjan Buwalda van Holkema is een der laatste grote figuren van de oude
garde van de Nederlandse uitgeverswereld heengegaan. Zijn vader, Tjomme van
Holkema, zoon van een Doopsgezind predikant te Oldeboorn in Friesland,
vestigde zich in 1878 als uitgever op de Keizersgracht 436 te Amsterdam, nadat
hij zijn boekhandel Scheltema en Holkema had overgedaan. In 1891 stierf hij;
zijn weduwe, geb. Kremer, zette de zaak voort met hulp van de reiziger S.
Warendorf, met wie zij zich later associeerde, waardoor de firma Van Holkema
en Warendorf ontstond. Arjan kreeg zijn opleiding bij de toenmaals belangrijke
firma Kreunen te Deventer, waar hij ongeveer twee jaar bleef, en als finishing
touch een klein jaar bij Georg Thieme in Leipzig. In 1896 werd hij
procuratiehouder van de ouderlijke firma, en in 1901 toen Mevrouw Van Holkema
zich uit de zaken terugtrok, medevennoot.
In 1925 werd de firma een N.V., de zoon van de in 1918 overleden heer S.
Warendorf, M. E. H., werd zijn mededirecteur. Eind 1940 vertrok die naar de
Ver. Staten; in zijn plaats kwam Januari 1941 de heer R. van der Velde de taak
van de toen 67-jarige verlichten, waarbij in 1950 Mr A. E. Stheeman kwam.
In 1901 huwde hij met Mejuffrouw Wilhelmina M. de Breuk, zuster van de
echtgenote van Jan Tadema, van de firma F. Bohn te Haarlem.
Na de Keizersgracht 436 was de firma achtereenvolgens gevestigd: in 1891 op de
Singel 542, in 1900 op de Herengracht 457 en sedert Mei 1907 op de
Keizersgracht 333.
De firma Van Holkema en Warendorf heeft vele en belangrijke uitgaven ter
wereld gebracht, noemen wij als de voornaamste: De Juliana-bijbel, de talrijke
Gedenkboeken bij jubilea van leden van het Koninklijk Huis, waardoor zij o.a.
Prof. Dr H. Brugmans en Generaal W. G. de Bas aan haar uitgeverij verbond, N.
de Roever en G. J. Dozy, Het leven van onze voorouders, (in 1890 door vader
van H. begonnen en in 1906 compleet gekomen in 6 delen, thans in de 3e druk,
in 4 delen, in 1938/39 bijgewerkt en voortgezet door Dr F. H. Fischer), de
werken van Justus van Maurik, die door vorige generaties in en buiten
Amsterdam werden verslonden, van Top Naeff, J. P. Zoomers-Vermeer, G. van
Nes-Uilkens, enige van Louis Couperus, Marcellus Emants, de statige rei van 10
delen Proza van Albert Verwey, de Parlementaire Redevoeringen van Dr Abraham
Kuijper, nog steeds exempelen van schoon Nederlands. De kinderen heeft hij aan
zich verplicht met de reeksen Oranje-Bibliotheek en De Goede Kameraad, waarin
de verslonden geworden boeken van C. Joh. Kieviet, vertalingen van Kapitein
Marryat, Louwerse's Vaderlandse- en Molt's Algemene Geschiedenis.
In 1938 voegde hij een afdeling medische boeken aan zijn uitgaven toe.
Ook het wel en wee van het uitgeven van tijdschriften heeft hij in ruime mate
ondervonden: tot 1926 verscheen De Groene Amsterdammer bij hem, Groot
Nederland, het belangrijke letterkundige tijdschrift onder de leiding eerst
van Cyriel Buysse, Louis Couperus en W. G. van Nouhuys, daarna van Frans
Coenen, J. Greshoff, Jan van Nijlen en S. Vestdijk, van de oprichting in 1903
af tot het einde in 1944, toen de bezetting het verder verschijnen belette.
Sedert 1906 De Vrouw en haar Huis, onder redactie van Elis. M. Rogge, van
1932-1940 De 8 en Opbouw van Merckelbach, van 1931-September 1952 De Kern,
tijdschriftartikelen van blijvend belang uit binnen- en buitenland, Onze
Aarde, onder redactie van Dr W. van Bemmelen van 1928-1940.
Het is geen wonder dat zo'n actieve man, zo vol goede ideeën, en knap
organisator in het verenigingsleven een belangrijke rol heeft gespeeld. In de
eerste plaats in de Nederlandse Uitgeversbond en in de Vereniging ter
bevordering van de belangen des Boekhandels. Voor die belangen stond hij
steeds op de bres, zij het dikwijls op dictatoriale wijze, die niet altijd
instemming vond, maar steeds bleek zijn zienswijze de juiste. In 1915 was hij
voorzitter van de feestcommissie van de Vereniging en tussen 1918 en 1937 vier
maal voorzitter en twee maal penningmeester. In 1938 werd hij, welverdiend,
tot erelied benoemd. Hij was ook afgevaardigde bij het Internationaal
Uitgeverscongres. In 1933 was hij benoemd tot lid van de Maatschappij der
Nederlandse Letterkunde.
Maar niet alleen was hij een vakverenigingsmens, ook op ander gebied voelde
hij voor gezelligheid en samenwerking. Gedurende zijn leertijd in Deventer was
hij reeds lid van een wielrijdersclub, toen het wielrijden nog pas uit de
windselen kwam. In 1912 was hij voorzitter van de Amsterdamse Hockey- en
Bandyclub (later de Koninklijke Nederlandse Hockeybond), waarvan hij als
erelid is geëindigd. Voor de Olympische Spelen, die in 1928 te Amsterdam
werden gehouden zat hij in het "Comite '28" speciaal voor de pers, waarvoor
hem het Officierskruis van de Orde van Oranje-Nassau werd verleend. Van de
Maatschappij "Het Nederlandse Sportpark" was hij president-commissaris, en
last not least, erelid van het Nederlands Olympisch Comite.
Daarbij was hij een knap zakenman, een goed administrateur en financier. Een
hart van goud, steeds bereid anderen met raad niet alleen, die in de regel
goedkoop is, maar ook en vooral met daad bij te staan, en dat het liefst in
stilte. Van eigen jubilea had hij een afkeer, hij stond niet graag in de
publieke belangstelling. Op 2 Maart 1953 is hij op zijn wens in stilte op
"Zorgvlied" te Amsterdam ter aarde besteld. Zijn naam zal met die van zijn hem
voorgegane vrienden C. A. J. van Dishoeck, H. Nijgh, Paul en Wouter Nijhoff,
Herman Tjeenk Willink, Jan Tadema, e.a. steeds met ere genoemd worden.
HENRI
MAYER
Arjen Buwalda van Holkema | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1901 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wilhelmina Maria de Breuk |