Doopgetuige: Maartje Claas Kroon
Hij is getrouwd met Antje Meijnderts Visser.
Zij zijn getrouwd op 28 februari 1737 te Oosterend (Texel, NH).Bron 2
Kind(eren):
Deze medicus raakte herhaaldelijk in conflicten verwikkeld als gevolg van zijn opvliegend karakter.
---
Behandeling of mishandeling?
Het is al erg lang geleden gebeurd en daarom weet ik niet precies te vertellen wat er op de 22e januari 1739 is voorgevallen tussen Jan Rosendaal, de chirurgijn van Oosterend, en de heer commissaris Hendrik van der Merct. Met name is niet duidelijk of Rosendaal handelde in de uitoefening van zijn beroep; in ieder geval was het dan toch onverstandig om juist de president van de schepenbank voor zijn medische experimenten uit te kiezen. Het resultaat was, dat Van der Merct een gevaarlijke hoofdwond opliep, welke volgens de chirurgijns Casper Ziervogel en Daniel Gravius moest zijn toegebracht met een scherp instrument.
Arts verwondt man
Ter verantwoording geroepen, hield Rosendaal zich aanvankelijk van de domme. Volgens de dokters verkeerde de commissaris nog in levensgevaar en de schepenen- Hendrik van der Werff, Nan Pietersz Bakker, Johannes Bremer, Teunis Feijk en Maarten Butter- gaven daarom gehoor aan de eis van baljuw Huydekoper om Rosendaal voorlopig in gijzeling te houden in de stadsherberg, waar hij onder bewaking als een behoorlijk burger moest worden behandeld. Enige weken later wees de vierschaar een verzoek af om hem naar de gevangenis over te brengen, en toen het zich liet aanzien, dat de wond wel zou genezen, werd Rosendaal op een borgtocht van f 500- ontslagen. Hij vond een drietal patiënten, Iwen Jacobsz Boon, Adriaan Maartensz Kuijper en Meijndert Visser, bereid de gevraagde borgtocht voor hem te stellen.
Huydekoper ging van dit vonnis in hoger beroep bij het Hof van Holland, Zeeland en West-Vriesland. Tenslotte kwam zelfs de Hooge Raad er nog aan te pas en zo duurde het bijna 10 jaar voordat het eindvonnis werd geveld. De beslissing viel blijkbaar uit in het nadeel van de chirurgijn, want een advocaat uit Callantsoog kwam de borgsommen opeisen. Omdat Iwen Boon inmiddels allang dood was en de voogden van een van zijn kinderen het geld niet goedschiks wilden betalen, werd er nog een hele tijd verder geprocedeerd. Wat Jan Rosendaal betreft, hij verkeerde in 1755 nog in goede welstand te Oosterend. Later heeft zijn zoon Gerrit daar nog tientallen jaren de medische praktijk uitgeoefend.
Bron: IRene Maas
---
Notaris Abraham Wentel 1771-1811
376: 23-7-1782 testament Jan Rosendaal Mr Chirurgijn OD