Hij is geboren om 10.00u; aangifte geb op 26 mei 1823 door de vader; getuigen bij de aangifte: Rens Nieuwenhuizen, 38 jaar, kleermaker en Gerrit List, 28 jaar, klerk ter secretarie; beiden wonende in Den Burg
Hij is overleden om 23.00u; aangifte overl op 26 apr 1873 door Johannes Gerardus Moojen, 42 jaar, bode en Cornelis Rab, 26 jaar, boekhouder; beiden wonende op Texel
Hij is getrouwd met Antje Hoogheid.
Zij zijn getrouwd op 3 april 1851 te Texel, hij was toen 27 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Pieter zou nog in het huis Casa Cara gewoond hebben vlak na zijn huwelijk, van daar naar Erica en in 1870 naar de Westermient zijn verhuisd (uiteraard niet naar het boerderijtje van die naam, maar naar een huisje daar in de buurt). Gezien de huisnummers woonden ze tussen Nijssen en Maas in, aan de Tempeliersweg.
---
Klapper Rijksarchief Noord-Holland op de registers van inschrijving van de gevangenen in het huis van bewaring van Den Helder voor de periode 1860-1886.
Pieter Bakker, zoon van Jacob Bakker en Jannetje Koning, 47, geboren en wonend Texel, gehuwd, veehouder, gereformeerd, 1m66, blauwe ogen, blond-grijs haar, zat van 26 tot 27 april 1871 gevangen wegens "het te Texel met opzet laten lopen van vee op een anders in de oogst staande grond".
---
Volgens het Boerderijenboek was Pieter Jacobsz Bakker (1757-1835) eigenaar van Dorpsstraat 2, tegenwoordige nummering. Zijn zoon Jacob was sinds 1812 mede-eigenaar. Hij woonde als weduwnaar sinds 1852 in het Mienterglop, maar bleef tot zijn dood in 1866 eigenaar van het huis aan de Dorpsstraat. Zoon Jacob woonde daar met zijn echtgenote. Hij werd in 1867 eigenaar, maar in een publieke veiling werd het pand verkocht [waarschijnlijk was Pieter de eigenaar van dit pand, zie verderop bij de te verkopen huizen van Pieter].
Bewonerslijst 1850-1879
6 Saris (Cornelis) Bakker Pieter Jacobsz (een andere familie)
19 Bakker Jacob Pietersz Bakker Jacob Jacobsz Mienterglop
20 (Vermeulen Jan) Vermeulen Lodewijk Vermeulen Johannes Vermeulen Cornelis
Vermeulen Nan aan de Ruigedijk
30 Ridder Huybert de
31 Thiessen Ties
32 Ridder Pieter de de Ridder Pieter weduwe (Harks Jan Wilhelmus)
33 Bakker Simon Eelman Maarten
34 (Herberg Wiggert Pieter) Mulder Antje wed. v/d Herberg Putman Frans Achterhof Geert
35 Mulder Albert Boon Cornelisje wed C. Koorn Putman Frans
36 Duinker wed. Arie Schouten (Kuiper Pieter Cornelis) Kuiper Jacobus
64 Bakker Pieter Jacobsz ergens ten zuiden van De Koog onder het duin
65 Gaas Fredrik Wuis Pieter Pietersz
66 Maas Cornelis Maas Pieter
Dienstbodengeld 1879
De huisnummers zijn in 1879 veranderd, sommige mensen zijn daardoor niet verhuisd, andere echter wel:
Koogermient 19 42 Jacob Bakker M 1 V 1 J 3 M 2 Mienterglop
Gerritsland 73 78 Cornelis Nijssen M 1 V 1 Tempeliersweg
64 79 weduwe Pieter Bakker M - V 1 J 3 M 1
76 80 Willem Dirksz Maas M 1 V 1 J - M 3 1878
Getuige bij diefstal
14-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar
Pieter Bakker verklaart in zake diefstal van paardenbeenen [door Klaas Kuiper]:
Het stuk weiland, waar de beenen zijn ontvreemd, lag eenige minuten van de woning van Bakker verwijderd, was grootendeels door een aardenwal van 2 à 3 voet hoog van het andere land afgescheiden zoodat de daders dien wal hebben moeten overklimmen, om op het land te komen, gelijk door Klaas Kuiper is bekend.
De kippen zijn opgevangen in de woning van Jacobus Kuiper, welke woning was afgescheiden van de woning van de eigenaar Hendrik Luitze door een rijweg van ongeveer 8 El breedte. Het eene kipje was door Klaas Kuiper opgevangen in het open veld in de sneeuw dat geheel onbetuind is.
In 1865 woonde Bakker nog in de buurt van Jacob Kuiper, anders zou hij geen getuige geweest kunnen zijn van wat daar was gebeurd. Kuiper woonde in 1850-79 op nr 41. De Jacob Bakker in het huis naast hem op nr 40 was de schoolmeester.
Huizen en land van Pieter Jacobsz Bakker
Peter moest na die tijd, wegens wat dan ook- belastingschuld, te betalen boete, faillissement, zijn onroerend goed te verkopen. Dat lukte niet, jaar na jaar. Huurders waren ook niet te vinden.
22-6-1866 Publiek te verkoopen: 2 huismanswoningen met schuur en erven, met de daarbij behoorende landerijen, zijnde voor het grootste gedeelte weiland, zeer geschikt tot het weiden van schapen, in den polder de Koog, Sectie H 78 79 134 296 297 337 380 382 391-395 397 836 837 887 934 935 te zamen groot 24 bunders, 1 roede, 10 ellen.
Behoorende aan Pieter Jacobsz Bakker
7-3-1867 Heldersche en Nieuwedieper Courant
C. Swaning, deurwaarder bij het Kantongeregt te Helder, wonende te Helder, zal op Maandag den 11 Maart 1867, des morgens te 10 ure, vóór het huis, bewoond door PIETER JACOBSZ BAKKER, aan de Koog te Texel, tegen gereede betaling, publiek verkoopen, de navolgende, ten laste van genoemden Pieter Jacobsz Bakker
IN BESLAG GENOMEN GOEDEREN, als ruim 80 lamschapen, 2 rammen, 4 paarden, 1 koe, 1 schot, 1 kalf, 2 hokkelingen, 1 varken, kippen
voorts inboedel, boerenwagens, karren, paardentuigen, hooi, stroo, aardappelen en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebragt.
ZEGT HET VOORT
3-7-1867 HC Verhuren eenige landerijen met de daarop staande gebouwen alles toebehoorende aan Pieter Jacobsz Bakker einde der huur Kerstijd 1867
29-2-1868 HC idem
16-5-1868 HC te koop huismanswoning met arbeiderswoning en erven enz. H 836 ev P JB Bakker. Er is kennelijk een van de huizen verkocht.
Volgens het Boerderijenboek werd tenslotte het huis in het Mienterglop, dat eerst eigendom was van vader Jacob Bakker, en sinds 1867 van Pieter, gekocht door Adriana Simons Gomes, weduwe van Willem Smit, die het meteen doorverkocht aan Maarten Jacobsz Eelman. 'In 1870 had hij het al bekeken en verkocht de boerderij. Hij vertrok weer naar Eijerland'.
Dat kan waar zijn, maar Pieter moest al in 1866 zijn onroerend goed verkopen.
Proces verbaal
Klapper Rijksarchief Noord-Holland op de registers van inschrijving van de gevangenen in het huis van bewaring van Den Helder voor de periode 1860-1886.?
Pieter Bakker, zoon van Jacob Bakker en Jannetje Koning, 47, geboren en wonend Texel, gehuwd, veehouder, gereformeerd, 1m 66, blauwe ogen, blond-grijs haar.
5-11-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder
Proces verbaal Rijksveldwachter Niedelstein Walther contra Pieter Bakker alhier
28-3-1870 Rijksveldwachter Broers contra Pieter Bakker en Simon Bakker, beide aan de Koog alhier woonagtig.
Pieter zat van 26 tot 27 april 1871 gevangen wegens "het te Texel met opzet laten lopen van
vee op een anders in de oogst staande grond".
15-12-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar
Intezenden proces verbaal opgemaakt door de Rijksveldwachter E. Roerdinkholder contra Pieter Bakker Jacobszoon, arbeider te Koog alhier.
5-2-1872 Officier van Justitie te Alkmaar
Dat Pieter Jacobsz Bakker zich bij UEd zal aanmelden tot het ondergaan van zijn gevangenisstraf
22-3-1872 Officier van Justitie te Alkmaar
Dat de stukken door den Rijksveldwachter E. Roerdinkholder aan Pieter Jacobz Bakker zijn uitgereikt, en dat genoemde P.J. Bakker zeer twijfelachtig heeft geantwoord aangaand zijne verschijning aan UEd parket.
P.J. Bakker is zoo even hier geweest en heeft verklaard heden naar Alkmaar te vertrekken.
Bron: Irene Maas
Pieter Bakker | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1851 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antje Hoogheid |
Akteplaats: Texel
Soort akte: Overlijdensakte
Aktenummer: 56
Registratiedatum: 26-04-1873
Akteplaats: Texel
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 16
Registratiedatum: 03-04-1851