Genealogie Gomes » Willem Jansz Gomes (1777-1840)

Persoonlijke gegevens Willem Jansz Gomes 

• Hij is geboren op 22 april 1777 in Oudeschild (Texel, NH).Bron 1
• Hij werd gedoopt op 22 april 1777 in de St. Martinuskerk in Oudeschild (Texel).Bronnen 2, 3, 4

  Doopgetuige: zijn 21-jarige tante Antje Willems

• Beroep: schipper (1811); zeeman (1812-1815, 1828); loods (1818, 1833, 1838, 1840), eerst in Oudeschild later in Den Helder.
• Eigendom: doop; overlijdensakte; 1e huwelijksinschrijving; 2e huwelijksinschrijving; brief; waterrekening(1806, 1820).
• Hij is overleden op 25 juli 1840 in Den Helder (NH), hij was toen 63 jaar oud.Bron 5

  Oorzaak: hij is verdronken

  Hij is overleden om 11.00u; aangifte overl op 27 juli 1840 door Arie Reijers Baas, 61 jaar, loodsschipper en Teunis Visser, 32 jaar, zeeman; beiden wonende in Den Helder

• Een kind van Jan Willemsz Gomes en Risje Aries Denne
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 12 januari 2024.

Gezin van Willem Jansz Gomes

(1) Hij is getrouwd met Cornelisje Barends Kuijper.

Zij zijn op 5 maart 1800 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 6

Het huwelijk is rk voltrokken

Kind(eren):

1. Johannes Gomes  1806-1840 
2. NN Gomes  1808-1808

(2) Hij is getrouwd met Neeltje Reijers Zijm.

Zij zijn op 4 september 1809 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 6

Het huwelijk is rk voltrokken

Kind(eren):

1. Adriana Gomes  1810-1894 
2. Cornelisje Gomes  1812-1886
3. Martje Gomes  1815-1846 
4. Neeltje Gomes  1818-1899 

Notities over Willem Jansz Gomes

---
Notaris Beets 1817-1818
N 938 Schip aan de grond op de Westwal
Voor Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris, in de residentie van Texel, deze onderteekend hebbende, en in tegenwoordigheid van de nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen, zijn gecompareerd:
Willem Jansz Gomes, Loodsschipper; Reijer Jansz Smit, Loodsman, en Hendrik Harmensz Bruin, Zeeman; mitsgaders Pieter Pelser, Loodsschipper; Sierk van der Woude en Pieter van der Wielen, beide Loodslieden, en eindelijk Willem Hendriksz Bakker, Zeeman; wonende alle de Comparanten aan het Oudeschild, binnen de gemeente van Texel voornoemt, en zijnde op het passeren dezes alhier present.
Welke Comparanten aan ons hebben verklaard en met Eede bevestigd:
Dat zij Comparanten, en wel de 3 eerstgemelde met de Loodsschuit van den eersten Comparant Willem Jansz Gomes, en de 4 overige Comparanten met die van de vierden Comparant Pieter Pelser, op de 15-11, des morgens omstreeks 4 uren, met een Zuid-oosten wind, en stijve Koelte, de Haven van Texel zijn uitgevaren, met oogmerk om aan schepen die van Amsterdam kwamen hunnen dienst aan te bieden.
Dat zij Comparanten, alzoo in Zee gestoken zijnde, en vervolgens onder de Vlieter komende, aldra hadden bespeurd een Schoener, zittende aan den grond.-
Dat zij Comparanten, zulks ontdekkende, dadelijk hunnen koers derwaards hadden gezet, met dat gevolg, dat zij dan ook, bereids omstreeks 7 uren van dien morgen, bij dezelve aan boord gekomen waren, en bij die gelegenheid dezelve bevonden hadden te zijn een Americaansch schip, genaamd Governor Winslow, gevoerd bij Kapitein Ephraim Paty, komende van Boston, en zijnde gedestineerd naar Amsterdam: hebbende de Lading, zoo zij naderhand zijn geïnformeerd, uit 1900 Balen Peper, 36 vaten en eenige Pakken Tabak, en 10 vaten Suiker bestaand.
Dat zij Comparanten daarop aan den gemelden kapitein hunnen dienst aangeboden hebbende, met denzelven wegns hunne belooning warn in onderhandeling getreden; doch geen meer bepaald accoord met dezelven hebbende kunnen treffen, dan ook blootelijk met hem warn overeengekomen om, op goede mannen zeggen, alles aantewenden om het Schip, ware het mogelijk, weder van den grond en in vlak water te brengen.
Dat, vermits het Schip met geene mogelijkheid, alvorens het geligt werd, van den Grond afgebragt of gewonden konde worden, en er geen tijd te verzuimen was, aangezien het Schip inmiddels zwaar aan den Grond stiet, zij dadelijk bedagt zijn geweest om die manier van ligting in het werk te stellen; dien ten gevolge, en ter bereiking van dat oogmerk, de 4 laatste Comparanten, met den schuit van den Comparant Pieter Pelser, op zijde van het Schip waren gaan leggen, en ook dadelijk hadden beginnen te lossen.
Dat de gemelde 4 Comparanten alzoo met de meest mogelijke spoed in de gedachte schuit hadden overgenomen 341 balen Peper; terwijl in dien zelfden tijd de 3 eerste Comparanten met de Schuit van den Comparant Willem Gomes, waren werkzaam geweest om een Zwaar Anker uit te brengen, 't welk zij echter niet dan met zeer veel moeite, op eene diepte van 12 voeten water, verrigt hadden.
Dat ook ten zelfden tijde de Kapitein van het voorschreve Schip een ligter had aangenomen om er in te laden, en dus doende het Schip nog meerder te ligten; als hebbende men eenparig geoordeeld, dat, daar het Schip op eene Zeer gevaarlijke plaats, bekend onder de naam van Westwal zat, (hebbende bij hetzelve niet meerder dan 5 voeten water, en zittende op lagerwal), het alzoo, bij verheffing van wind, ligtelijk konde gebeuren, dat het Schip in de grond stiet, of ten minste iets overkwam, waardoor hetzelve de adsistentie van de Schuit van den eersten Comparant Willem Gomes volstrekt konde noodig hebben, en het uit dien hoofde dan ook in geenen deele geraden was die Schuit mede te beladen.
Dat zij Comparanten daarop alle gezamentlijk aan het werk geweest zijnde, om de voorschreve Ligter te beladen, eene groote kwantiteit Peper, en wel zoo als zij naderhand zijn geinformeerd, ten getalle van 850 Balen, in dezelve geladen hadden.
Dat er in dien tusschen tijd het water aan het wasschen geraakt zijnde, zij Comparanten vervolgens uit al hun magt aan het winden waren gegaan op het uitgebrachte Anker, en daarmede, met allen spoed altemaal zijn voortgegaan, met dat gelukkig gevolg, dat zij het Schip, evenwel niet dan na onderscheidene malen aan den Grond te hebben gestooten, des avonds omstreeks 9 uren, van den grond af en in vlot water gekregen hadden: zijnde ook gedurende al dien tijd de wind geweest aan het Zuid-oost, met eene frissche Koelte.
Dat zij Comparanten als toen met het voorschreve Schip op 3 ½ vadem water ten Anker gegaan zijnd, op eene veilge plaats; en alzoo hetzelve uit het drijgende gevaar gered en mitsdien behouden hebbende, vervolgens den Kapitein hadden afgevraagd: waar hij de goedern, met welke de schuit van den Comparant Pieter Selser beladen was, thans begeerde? Die dan ook daarop hadde verklaard, dezelve wederom aan boord van deszelfs Schip te willen hebben, ten einde hetzelve wederom behoorlijk bij zijn last te brengen, om er mede naar Amsterdam optevaren.
Dat zij Comparanten daarop gezamentlijk aan het werk waren gegaan, en alzoo tot circa 12 uren in den nacht waren bezig geweest om de in de gezegde schuit genomen goederen wederom in het Schip over te laden: Hebbende de Kapitein (die in den beginne begeerd hadde dat men daar mede tot 's anderen daags zoude wachten, alzoo het volk reeds dien ganschen dag zwaar gearbeid hadde), zich eindelijk door de Comparanten laten overhalem die overlading in den nacht te doen, en wel bepaaldelijk op der Comparanten verzekering, dat het Schip anders wederom een geheelen dag zoude moeten blijven leggen; alzoo in dat geval, het getij te ver zoude verloopenzijn, wanneer hetzelve onder Zeil konde gaan.
Dat zij Comparanten vervolgens, met de beide gedachte schuiten, een eindweegs van het Schip waren ten anker gegaan, en alzoo den geheelen nacht waren blijven leggen, tot dat des morgens, zijnde den 16e dier maand, de Ligter, met de voorschreve balen Pper aan boord, onder opzigt van een Lands-wachter naar Amsterdam was opgezeild, en zij Comparanten door den Kapitein behoorlijk waren ontslagen geworden.
Gedaan en gepasseerd aan den Burg op Texel voornoemt, ten Kantore van gemelden Notaris, in tegenwoordigheid vanGijsbert Kerszemaker, smit, en Mees Disper, sjouwerman, beide aan den Burg voormeld woonachtig, als getuigen ten dezen opzettelijk verzocht, den 6-11-1818, na den middag; en hebben de voornoemde getuigen en Notaris, na gedane voorlezing, de tegenwoordige minute geteekend, welke gebleven is onder de bewaring en in het bezit van den gemelden Notaris Simon Theodorus Beets.
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1819-1826
1014: Willem Jansz Gomes, Loodsman OS [schuldig] aan Hendrik Dito 280.-

---
N 67 Wy Willem, by de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, GrootHertog van Luxemburg, & & &
Gezien het Rapport, van onzen Staadsraad, ad interim belast met de directien van het departement van binnenlandsche Zaken, den 6 Junij ll N 112-
Gezien ons rescript dd 10 daaraanvolgende N: 2
Gelet op het nader rapport van onzen Staatsraad voorn: dd 10 dezer N 78
In aanmerking nemende, de loffelijke wyze, waarop in den nacht van 14 op 15 oct: 1829, door den Loodsschipper Reijer Hendriksz Smit, en zijne manschappen Meindert de Boer & Willem Goomes, de Equipagie van het tweemast brikschip, de twee gebroeders te Stavanger in Noorwegen thuis behoorende en gestrand op de bank, ten ooste van het eiland Wieringen, de nieuwe Long genaamd met zelfsopoffering, is gered geworden, en van welke gezegd personen, de eerst gemelden, ook by vorige gelegenheden, aan anderen het leven gered heeft, alsmede dat het doelmatig te achten is, om Loodsschippers, die by plaats gehad hebbende redding, door de belanghebbende personen, niet hebben kunnen beloond worden, van wege de regering aantemoedigen, en eindelyk in dit byzonder geval, de Loodsschipper Reijer Hendriksz Smit, uithoofde van deszelfs behoeftige omstandigheden, niet in staat zynde, zynen Loodsschuit in een behoorlyken Staat te doen brengen, zoo dat dezelve geacht kan worden, tegen hooge Zeeën bestand te zijn en met hoop op goed gevolg, gebruikbaar te kunnen worden, daarop een byzondere aanspraak heeft-
Hebben goedgevonden & verstaan
1 onzen Staatsraad, ad interim belast met de directie van het departement van Binnenlandsche Zaken, te magtigen, om aan Reyer Hendriksz Smit, Meindert de Boer & Willem Goomes, onze goedkeuring, en tevredenheid ten voorz. Zake op de gewone wijze te doen kenbaar worden-
2 Aan Reyer Hendriksz Smit, eene gratificatie toeteleggen vooreens, van Driehonderd Gulden (f 300.-) en zulks onder gehoudenheid, om onder het toezigt van den Burgemeester van Texel, die gelden tot vertimmering, van zijn Loodsschuit te bezigen
3 Aan de Loodsgezellen Meindert de Boer en Willem Goomes, ieder eene gratificatie van vyftig gulden (f 50.-) toetestaan-
4 De gratificatien Sub. 2 & 3 vermeld, betaalbaar te stellen, op afdeeling 33 der Huishoudelyke begrooting, van het departement van Binnenlandsche Zaken over 1827, welke afdeeling, daar toe in staat zal worden gesteld, door middel van af en overschryving, overeenkomstig, den hierby gevoegden Staat.
Het departement van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering dezer, en om den inhoud mede te deelen aan Hoofdbestuurderen der Maatschappy, tot nut van 't algemeen, zullende voorts afschriften dezer worden gezonden, aan het Departement van financien, en aan de Algemeene rekenkamer tot informatie en narigt-
S'Gravenhage 16 Aug: 1830
Get Willem
Vanwege den Koning, get J.G. Mog van Streefkerk
Accordeert met deszelfs origineel De Griffier Staats Secretaris get L.M. Elias Schovel
Voor Eensluidend afschrift, de secretaris Generaal by het Ministerie van Binnenlandsche Zaken get C. Vollenhoven
Voor Eensluidens afschrift de Griffier der Staten van Holland
By afwezen Het Lid van Gedeputeerde Staten
Deding van Bestenhout
Bron: Irene Maas

---
N26 28-1-1832 Aan de Burgemeester van Wieringen, over het schip Farule Harold Laland
Redding door Reier Smit, Willem Gomes en Meindert de Boer. Gratificatie van f 300- voor R. Smit en f 50- voor beide anderen, eindelijk gelukt die te verkrijgen, met last om dit op eene plegtige wijze aan hen vanwege onzen Geëerbiedigde Koning ter hand te stellen.
Ten einde daaraan behoorlyk te voldoen heb ik echter volstrekkelyk noodig eene beknopte doch tevens volledige en vooral getrouwe mededeeling noodig van het destijds voorgevallenen. [Hoe is het indertijd precies gegaan met die stranding?]

9-2-1832 Gouverneur, uitreiking medailles R.H. Smit cs
Ik acht mij verpligt Uwe Excell: bij deze kennis te geven dat naar aanleiding Uwer Excell: missive van den 17 Januari ll N 248/844 op Gisteren Avond in de Hervormde Kerk alhier aan den Burg de plegtige uitreiking heeft plaats gehad aan de personen van R. H. Smit, M. de Boer en W. Gomes van de aan hen door ZM goedgunstig verleende Getuigschriften, en voorzoover de twee laatste betreft tevens den aan hun toegekende gratificatie, alles ter zake van het redden van schipbreukelingen op den 15 October 1829 van het brikschip de 2 Gebroeders - De gewone Godsdienstoefening dien avond was tot deze plegtigheid Expresselijk ingerigt - terwijl door den Eerw. Slothouwer te dien Gelegenheid eene zeer doelmatige redevoering, in welken ook de regtmatige Hulde en lof aan onzen dierbaren Koning werd toegebragt, gehouden is, na welke de uitreiking zelve van het voormelde door mij onder de vereischte toespraken werd uitgereikt; al het welk eindelyk afgewisseld en besloten door orgelmuziek zeer ten genoegen schijnt afgeloopen van de belanghebbenden zelve als van de geheele talrijke schare aanwezenden, die ten getale van ettelijke honderden tot dit einde was bijéén gekomen.
Bron: Irene Maas

Hij is doopgetuige van Bernardus Cornelisz Kuijper op 16 september 1802 in Den Burg.
Hij is doopgetuige van Petrus Ariesz Gomes (Pieter) op 27 augustus 1810 in Oudeschild.
Hij is getuige bij de geboorte aangifte van Joseph Etienne Tosello op 8 juli 1812 (onwettige zoon van Martje Jans Boon, echtgenote van Pieter Jansz Flens).
Hij is getuige bij het huwelijk van Cornelis Jansz Gomes en Catharina Willems Weezeman (Trijntje) op 9 september 1813 op Texel (NHA, Burgerlijke Stand Texel 385.120 - Huwelijksakte Cornelis Gomes en Catharina Weeseman (Texel 3 sep 1813) (akte 28).
Hij is getuige bij de geboorte aangifte van Jan Troost op 18 juni 1815.
Hij doet op 2 jan 1817 aangifte van het overlijden van Reier Kuiper.
Hij is getuige bij de geboorte aangifte van Willem Schaatsenburg op 31 jan 1832.

---
Notaris Abraham Wentel 1771-1811
1205: 6-3-1802 test Willem Jansz Gomes en Cornelisje Barends Kuijper OS

1333 12-5-1806 test Willem Jansz Gomes en Cornelisje Barends Kuijper, OS

1402: 25-11-1807 proc Paulus Huisman en Willem Gomes, OS

33: 12-10-1811 koop-contract en overdragt van 2 huismanswoningen en een Schapenboed en 4800 r lands, Zuidhaffel
Reier Dirksz Zijm wed Ariaantje Kooiman item Willem Jansz Gomes x Neeltje Reiers Zijm, mede erfgenaam-
Verkocht aan Cornelisz Jansz Verberne, grossier, Burg, Huismanswoning N 453 en 451 en een Boe N 449

62: 14-12-1811 koop-contract Huis en Erve Willem Jansz Gomes schipper OS N 183 verkogt aan Sierk van der Wende N 133, op 2-11-1811 gekogt van Jacob Rebel en Gerrit de Haas
Bron: Irene Maas

---
Vergadering den 16 van Lentemaand 1810
Tot Voogden over het minderjarig Zoontje van Willem Gomes verwekt by Cornelisje Barends Kuyper- zyn met toestemming van de Weesmeester benoemd en aangesteld tot Voogd Gerrit Sluysman en tot toeziende Voogd Arie Veenboer
Bron: Irene Maas

---
Hij wordt genoemd in een volkstelling in 1811 op Texel.

---
Notaris Jan Star 1815
1: 30-1-1815 koop Pieter van der Schans, loodsman OS, [verkocht] aan Willem Gomes, insgelijks loods en mede daar woonagtig, een huis, Erf, boed en een Vrije steeg aan de noordzijde n 173, aan het Schildpad, belend ten z de weduwe van Pieter Tielman, ten noorden Cornelis Kleun-
De verkoper verklaard dit perceel in 1811 gekogt te hebben van Jacob de Vaan-
400.-
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1815-1816
N 267
Voor Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris, in de residentie van Texel, en in tegenwoordigheid van de nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen, is gecompareerd
Willem Jansz Gomes, Loodsman, wonende aan het Oude Schild, binnen de gemeente van Texel voornoemd.
Dewelke, bij deze tegenwoordige Acte, heeft erkend wel en wettiglijk schuldig te zijn aan Hendrik Zijm, doende Boerenbedrijf, wonende aan den Burg, en Jan Stolte, thans zonder beroep, wonende aan het Oude Schild, in qualiteit van voogden over de minderjarigen Lambert en Willem Pietersz Gomes (welke erkentenis, vermits de afwezigheid van dezelve Hendrik Zijm en Jan Stolte, in hunne naam, wordt geaccepteerd) de somma van 225 guldens Hollandsch geld, wegens eene geldleening van gelijke somma, welke de gemelden Hendrik Zijm en Jan Stolte bereids te voren aan hem Comparant hebben verstrekt, zoo als die zulks erkent en daarmede te vreden is.
Welke somma van 225.- hij Comparant belooft en zich verbindt om te rug te geven en te betalen aan de voornoemden Hendrik Zijm en Jan Stolte, of aan den houder van de grosse dezer Acte, die zijn regt van dezelve ontleent.
Deze betaling zal ten allen tijde kunnen, mogen en moeten geschieden, mits die gene welke dezelve zoude mogen begeren den anderen ten minste 3 maanden te voren, op eene behoorlijke wijze waarschuwe.
Bovendien verbindt zich de Comparant om aan de gemelde Hendrik Zijm en Jan Stolte te betalen de Interessen van de voorschreve somma van 225 guldens, van jaar tot jaar, te rekenen van den eersten dezer lopende maand af, tegen 5 ten 100 in het jaar, en zonder eenige korting van reeds bestaand en toekomstige belastingen, onder welke benaming dezelve zouden mogen geheven worden.
Tot zekerheid en tot een waarborg voor de betaling van de gemelde somma van 225.- en van de Interessen daar van afkomende, op zoodanige wijze als hier boven is overeengekomen, heeft hij Comparant bij deze verbonden en in het bijzonder gehypothekeerd een Huis, Erf, boed en vrije Steeg aan de Noordzijde, alles staande en gelegen aan het Oude Schild voornoemt,aan het Schild-pad genommerd met N 173, belend ten Zuiden de Weduwe Pieter Tielman en ten Noorden Cornelis Kleun.
Welk huis en Erve de Comparant in eigendom toekomt als hetzelve verkregen hebbende bij eene acte van Koop op den 30 Januarij dezes jaars voor den Notaris Jan Star, in tegenwoordigheid van getuigen, alhier op Texel gepasseerd, en ten zelfden dage geregistreerd.
En heeft de Comparant verklaard, dat het voorschreve huis en Erve is vrij en ontheven van alle soort van hypotheek, en zulks met onderwerping aan de straffen op bedrog gesteld, die hem door de gemelde Notaris, in tegenwoordigheid der ondergeteekende getuigen, zijn ontvouwd, en het welk hij gezegd heeft wel te verstaan.
Bron: Irene Maas

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Willem Jansz Gomes?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Willem Jansz Gomes

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen