Hij is getrouwd met Maria Gerrits van Greverode.
Zij zijn getrouwd
Rentmeester generaal "van domeinen ende bede int quartiere van Noorthollant"; voor die tijd was hij griffier geweest van het Hof (commissie op 17 juli 1510).
Ons Voorgeslacht 1962, pag 65:
Hillegersberg
58. 9 morgen land in Crooswijckerhoefslach, gemeen met de zusteren van St. Agnieten te Rotterdam en Claes Govertsz. (1550: -en Claes Pietersz.). Belend ten oosten: Geertruyt Ysbrants met haar kinderen en Willem Hoypijl daarbuiten, ten noorden: die Creffe (1482: die Croft), ten westen: Michiel
Claesz., ten zuiden: de oudelantse weg (1550: de nieuwelantse weg).
25-8-1525: octroij voor Willem Goudt om bij testament over zijn leengoederen te mogen beschikken.
16-4-1528: Willem Goudt, ontvanger van de bede in Hollandt en Vrieslandt, na overdracht door Doe Jansz. van Voerenbrouck.
Ons Voorgeslacht 1962, pag 88:
Schipluiden
95. 2 morgen 2 hond land, belend door: Jan Claesz. van den Hoern aan een zijde en door Bertelmeeus Jan Weynouts aan de andere zijde.
1-7-1530: Willem Goudt, ontvanger generaal van de bede in Hollandt en Vrieslandt, na overdracht door Adriaen van Dorp.
Ons Voorgeslacht 1966, pag 369:
Maasland
14F. Een derde deel van de helft van 15 morgen land en van het huis erop staande in Hodenpijl gemeen met meester Jan Jacobsz. van Utrecht, die ook leenman is. Belend ten zuiden: Jan de Heuyter, schout van Delf, ten noorden: Adriaensz. te Scipluy, ten oosten: de vaart, ten westen: Jan van Remmerswale en heer Willem van Alckemade met land afkomstig van die van Hodenpijl. Een derde deel van de helft van 4 morgen land aldaar, gemeen met meester Jan van Utrecht als mede leenman en met Jan Aemsz. te Delft; belerrd ten zuiden: Allert Cornelisz., ten noorden: Willem Goudt, rentmeester van Noort-Hollant, ten westen: de Monsterwatering en ten oosten: de cromme sloot.
Ons Voorgeslacht 1970, pag 130:
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN MAASLAND
76. De kerkkorentiende en de loecwerftiende.
2-1-1522: Willem Goudt, raad, rentmeester van de beden in Hollant, na overdracht door heer Gerijt van Poelgeest Geriitsz. (l.h. 124, cap. N.H., f 331.
23-4-1550: Meester Jacob van Eynde na overdracht door jonkvrouwe Marie Gerritsdochter van Greveroede, gehuwd met jonkheer Guillaume Grand, met de helft van het leen 1I.h. 127, cap. N.H., f 51 v en 521.
Ons Voorgeslacht 1970, pag 135:
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN MAASLAND
81A. 19½ morgen land en de tienden van het gehele poldertje (1619: genaamd het Noortnijelandt ten noorden van Maeslandtsluys buiten de Maesdijk, belend ten oosten: de oude Maesdijk, ten zuiden: de erfgenamen van de kinderen van Pieter Gerritsz., ten westen: de Maze, ten noorden: het huisweer of de scheysloot van Jan Verhouff, nu jonkheer Andries van Bronchorst, volgens de kaart d.d. 12-9-1588 door de landmeter van Delfland Floris Jacobsz.).
2-1-1522: Willem Goudt, raad en rentmeester generaal van de beden in Hollant, na overdracht door heer Geriit van Poelgeest Geriitsz. (l.h. 124, cap. N.H., f 33).
Ons Voorgeslacht 1971, pag 287:
HUWELIJKSE VOORWAARDEN, VERLEDEN VOOR SCHEPENEN VAN DELFT 1536-1594 (O.R.A. Delft, inv. no. 305)
ffo. 44) 25-2-1548: Adriaen Fijck Jacobsz. maakt ten huize van Lauris Pieters huw.vw. met Gheertruyt Adams van der Burgh, vergeselschapt van haar vader Adam Hendriks van der Burgh. Hij brengt aan 2200 gl. Zij kriigt van haar vader de moederlijke erfenis van 1100 Carolusguldens. Voorts brengt zij aan 800 gl., haar toegevallen van wijlen Willem Goudt volgens testament, waaraan Marritgen Gerritsdr., wede van Willem Goudt verlijftocht blijft. Voorts zal de bruid, indien zij langstlevende is, zonder kinderen bij haar bruidegom achter te laten, volgen en heffen gedurende haar hele leven 36 gl. sjaers. Laat zij echter kinderen bij haar overliiden na, dan erven die kinderen van hun grootvader Adam Hendriks van der Burgh. De grootouders van de bruid, Louris Pieters en Maritgen Corssen, beloven Gheertruyt en Aeltgen, dochter van Adam Hendriks van der Burgh en wijlen Katrine Laurensdr., dat zij hun goederen zullen erven, uitgezonderd de portie van de kinderen van Anna Laurijsdr., die indien zij nog zal leven erft i.p.v. haar kinderen.
Ons Voorgeslacht 1972, pag 124:
REPERTORIUM OP DE LENEN VAN PUTTEN, GELEGEN IN HET LAND VAN POORTUGAAL EN IN DE RIEDERWAARD (1304-1648)
KATENDRECHT
40B. 1/4 deel van de ambachtsheerlijkheid van Kathendrecht c.a.
6-7-1509 en 17-8-1509: Willem Goudt na overdracht door heer Jan Ruychrock van de Werve, ridder, en door heer Aernt van der Werve, ridder, namens zijn vrouw (Baerte van Loon, zie Batavia Illustrata blz. 999), door elk met de helft van het leen (l.h. 123, cap. Zuid Holland, f 9v en 1 Iv).
23-10-1515: Lenaert Boon Vrackenz. na overdracht door Willem Goudt. rentmeester generaal van Noorthollant (l.h. 123, cap. Zuid Holland, f 29v).
Ons Voorgeslacht 1978, pag 94:
DE LEENKAMER VAN DE BURCHT TE LEIDEN
SCHIPLUIDEN
21A. De Keen (1550: in Schipluyden, 1578: 6 morgen land, 1628: 7 morgen land in het ambacht Dorp).
22-5-1532: Willem Goudt, rentmeester generaal van de bede in Hollandt, na overdracht door Adriaen van Dorp, schildknaap (E, f 13v).
Ons Voorgeslacht 1978, pag 277:
155A. De gorzen behalve het vierde, waarvan de leenman de aanwas behoudt.
1-2-1541: Willem Gout, raad en ontvanger van de bede in Holland en Friesland, bij overdracht door mr. Adriaan Vastraadsz. voor Cornelia Adriaansd., weduwe van Vastraad Willemsz., diens moeder, LRK 126 c. Arkel fo. 39.
15-5-1545: Mr. Adriaan Vastraadsz., advokaat bij het Hof van Holland, voor Maria Gerardsd. bij dode van Willem Gout, haar man, LRK 126 c. Nd. Holland fo. 72-75.
12-8-1545: Hendrik Gout Engelsz. bij dode van Willem, zijn oom, LRK 126 c. Nd. Holland fo. 79v-80v.
23-4-1550: Jan François van Bodegem bij overdracht door Guillaume Grant voor Maria, dochter van Gerard van Greverode, met de helft, LRK 127 c. Nd. Holland fo. 51.
Ons Voorgeslacht 1978, pag 618:
DE LEENKAMERS VAN DE HEREN VAN WASSENAAR
WASSENAAR
409A. De woning (1737: de oud adellijke hofsteede, genaamd het huis) te Weer (1737: met woonplaats, koetshuis, stal voor 8 paarden, plein, tuin, boomgaard, laan en moestuinen) met 8½ morgen land te Wassenaer, belend ten oosten: heer Gielis van Cralinghe, ten westen: Mechtelt, weduwe van Willem Foykensz., ten zuiden: de kerkweg, ten noorden: de Corten Zijl. (1430: en 2 morgen veen, 1507: belend ten noorden: de heerweg, ten oosten. Jan van Berendrecht, ten westen: de kapelrie van Sint Mertijns te Leyden, ten zuiden: het voorgaande deel van dit leen, 1439: en een paar zwanen).
22-5-1531: Willem Goudt, rentmeester van de bede, na overdracht op 21-4-1530 voor leenmannen van Hollandt door Jacob Heerman, schildknaap (E, f 12).
Ons Voorgeslacht 1979, pag 473:
Lenaert Boon Vranckesz. van Coudenhoven wordt op 23 okt. 1515 na overdracht door Jonkheer Franchois van Praet van Moerkerken beleend met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid van Kathendrecht en nog eens met ¼ deel na overdracht door Willem Goudt, rentmeester-generaal van Noord-Holland
Ons Voorgeslacht 1982, pag 239:
REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE LEK EN POLANEN GELEGEN IN DELFLAND, SCHIELAND, OP HET EILAND IJSSELMONDE EN IN DE LEK (13e eeuw - 1650)
VLAARDINGEN
173. Een huis en erf te Vlaerdinge, belend ten westen: s-Heeren heerstraat, ten zuiden: het gasthuis, ten oosten: het huis van Pieter Jacobsz. en het gasthuis, ten noorden: de steeg van mijns heeren heerenstraat, (1509: belast met een rente ten behoeve van de pastoor van 5 schelling per jaar en een kamer achter en ten noorden van het buis); een boomgaard, belend ten oosten: het Liesvelt.
12-3-1509: Vranck Vriesenz. bij dode van zijn vader Vries Heynricxz. en draagt het leen over aan Willem Goudt, ontvanger van de bede in Hollandt (6463, f 45).
Het leen 173 is gesplitst in 173A, 173B en 173C.
173A. De kamers van Willem Goudt (1569: het gasthuis).
.-.-15..: Willem Goudt, . vermeld op 26-5-1518 (6463, f 116~).
173B. De boomgaard met een huis er op staande, belast met een rente van 1 pond per jaar, belast ten oosten: des heeren heerpad, ten westen: het Liesvelt, ten noorden: de boomgaard van Dirck Claesz., ten zuiden: de boomgaard van Dirrick Mathijsz. (1529: van Katarina, weduwe van Jan Dircxz.) door Vries van der Houve in erfpacht uitgegeven tegen 12 groot per jaar, waarover geprocedeerd wordt voor het Hof van Holland tegen de heilige geestmeesters van de Oudekerk te Delft.
.-.-15..: Willem Goudt, vermeld op .-11-1521 (1.h. 286, f 153).
173C. Een huis, belend ten zuiden: het leen 173A (1569: het gasthuis), ten westen (1601: de heerstraat, 1625: de omring van de kerk), ten noorden: de stede steeg (1601: de havensteeg en de kamers van Willem Goudt), ten oosten: het huis van Pieter Jacobsz. (1570: Jan Aerntsz., 1601: vroeger Jan Aemsz. en nu Jan Jansz. alias de Goede, 1625: Maritge Jansdochter van der Speck).
12-3-1509: Huych Zweersz. na overdracht door Willem Goudt (6463, f 45~).
Ons Voorgeslacht 1983, pag 145:
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN TE AKKERSDIJK, BERKEL, PIJNACKER en RUIVEN (1266-1648)
RUIVEN
25A. Tymanswoning met 24 morgen land en 2 kampen land, elk groot 5 morgen in het ambacht van Ruyven.
28-4-1525: Meester Vincent Cornelisz., eerste meester van de rekening en tresorier van de charters, na overdracht op 31-12-1524 door meester Willem Pijn namens zijn moeder jonkvrouwe Gerrit Claes Corfsdochter, weduwe van meester Jacob Pijns ten overstaan van Willem Goudt, raad van de keizer, ontvanger van de bede in Hollandt en West Friesland, Jacob de Jonge, heer van Baertwijck, auditeur van de rekenkamer en Cornelis Barthoutsz., leenmannen van Holland (1.h. 124, cap. N.H., fo. 72~).
Ons Voorgeslacht 1987, pag 467:
ACTEN BETREFFENDE SCHIELAND EN OOST-DELFLAND c.a.
GEMEENTEARCHIEF DELFT
16-12-1516: Willem Goudt, gecommitteerde tot de ontvangst van tot geestelijk goed gemaakte goederen, en Vincent Cornelisz. als commissaris hiertoe, bekennen van Joest Dircsz. het in de vorige acte vermelde bedrag te hebben ontvangen.
Ons Voorgeslacht 1987, pag 600:
HET TWEEDE SCHULDBOEK VAN ROTTERDAM (1521-1526) Archief van schepenen nr. 767, Gemeentearchief Rotterdam
(174) Daniel Danielsz. en Jacob Pietersz., oud-tresoriers van de stad Rotterdam, verklaren hiermede dat zij toendertijd betaling van de stad gedaan hebben in handen van de ontvanger-generaal van de bede van Hollant Willem Goudt, waarvoor wij ontvangen van Pieter Willemsz., klerk van die ontvanger, 3 kwitanties, resp. dd. 2-1-1523 stilo curie Holl. (1524), groot 365 pond van 40 groten per stuk, dd. 25-1-1523 stil. Cur. Holl. (1524), groot 198 pond en dd. 15-2-1523 stil. Cur. Holl., groot 256 pond 4 scell., alles van de bede van de portie van de stad Rotterdam van de 15.000 pond, omgeslagen in december 1523 in mindering van de 81.000 pond in april daarvoor de koninklijke majesteit geconsenteerd. En daar zij deze 3 kwitanties verloren of verlegd hebben, beloven zij hiermede deze te casseren en teniet te doen indien zij nog gevonden worden.
Ons Voorgeslacht 1989, pag 413:
AANVULLINGEN OP GEPUBLICEERDE REPERTORIA VAN LEENKAMERS, DIE BINNEN HET GRAAFSCHAP HOLLAND HEBBEN GEFUNCTIONEERD
De hofstad Holy te Vlaardingeramhacht
4 morgen land genaamd de Stekelcamp (1521: op de Brouck, belend ten noorden: Engel Corstensz., ten oosten: de weg en Gerrit Heindricksz., ten zuiden: Floer Cornelisz., ten westen: Neel Corstensz.).
.-.-15..: Willem Goudt (O.V. 1959, blz. 73).
Het leen 3 is gesplitst in 3A en 3B.
Ons Voorgeslacht 1990, pag 447:
Acten betreffende Vlaardingen in diverse archieven
Grote Raad van Mechelen: Beroepen uit Holland, dossier 711
26-6-1527: Schout en schepenen in Vlaerdingerambacht in het ambacht van jonkheer Robbrecht van Arenberghe, heer van Naeldwijck en Kapelle, oorkonden dat Willem Goudt Korstiaensz. verkoopt aan Gherijt Cornelisz. 5 morgen land aldaar in diens woning, waarop diens huis staat, belend ten westen: de Groete vaert, ten noorden: Neel Kostijnsz., Jasper Heynrick en de koper, ten oosten: de Vlyet, ten zuiden: Jacob Pietersz. en het klooster Konincxvelt, belast als in de vorige acten. De koper heeft betaald met een rentebrief van 5 pond groot Vlaams (inv. nr. 11 A).
Ons Voorgeslacht 1990, pag 448:
103.5-10-1565: Philips, koning van Castillien, bericht aan zijn eerste deurwaarder of sergeant van de wapenen dat Jacob Jansz. Cock te Vlaerdingerambacht verzocht heeft omdat wijlen Gerrit Cornelis Dircsz. van wijlen Willem Goudt 5 morgen land en van Meeus Willemsz. 1 morgen land heeft gekocht en dat na Gerrits dood diens weduwe met genoemde Jacob is getrouwd en dat hij een uitkoop heeft gedaan met de kinderen van Gerrit van 6 morgen land met het erop staande huis, schuur, berg en geboomte. Hierna hebben de proost, de priorin en het convent van Conincsvelt samen met Joest Huygesz. hem een proces aangedaan over 2 morgen land, waarin het Hof van Hollant hen dit op 19-5-1565 toewees. Dit zal nu worden voortgezet in appel voor de Grote Raad, maar hij verzoekt op grond van deze feiten om inmiddels de genoemde kinderen te mogen dagvaarden als waarborgen voor het land voor de Raad. Hij geeft hiervoor zijn toestemming (inv. nr. 111 bbl).
Archieven.nl:
Toegangsnummer: 0306-01 Archieftitel: Sint Nicolaasgasthuis 2. Stukken van financiele aard 2.3. Inkomsten uit onroerende goederen 2.3.4. Quitanties
Sint Nicolaasgasthuis
279 Verklaring van overname van eene jaarlijksche rente van 3 pond 3 schellingen en 4 penningen door Willem Goudt, ontvanger-generaal in Holland. 1524. (reg. no. 232).
Omvang 1 charter
Toegangsnummer: 0306-01 Archieftitel: Sint Nicolaasgasthuis 5. Regesten
Sint Nicolaasgasthuis
232 Willem Janszoen en Huych Aertszoen, schepenen in den Hage, oorkonden dat Willem Goudt, ontvanger-generaal van de beden in Holland, tot zijn last neemt een jaarlijkse rente van 3 pond 3 schellingen 4 penningen die de Barnardieten te Warmond sprekende hebben op een kenniptuin in den Hage waarop de gasthuismeesters van Sint Nicolaasgasthuis een bouhuys en een berch gebouwd hebben en waarvan genoemde Goudt nu gedeeltelijk een tuin gemaakt heeft.
Datering: 1524 december 24
NB Oorspr. Inv. nr 279.
Toegangsnummer: 0350-01 Archieftitel: Gemeentesecretarie, 'Oud archief' 7. Regestenlijst
200 Het Hof van Holland verklaart, dat enige tijd geleden bij ordonnantie van de graaf van Hoogstraten, stadhouder-generaal van Holland etc. is opgericht een nieuwe schutterij van cloveniers en dat deze o. a. is toegezegd, dat er een plaats en doele gemaakt zou worden waar deze schutterij zou kunnen oefenen; dat de stadhouder nu bevolen heeft deze plaats zonder uitstel aan te wijzen, waarom het Hof op advies van de rekenkamer en de rentmeester-generaal van Noordholland, Willem Goudt, geordonneerd heeft aan die van Den Haag, die volgens zekere brieven verplicht zijn die doelen te maken op hun kosten, deze doele te maken aan de Oostzijde van de handboogdoele naast de sloot, die loopt tussen de voetboogsdoele en de handboogsdoele, en die in te richten zoals in Delft.
Datering: 1538 Mei 2 (Den Haag)
NB a. oorspronkelijk O.A. No. 5492.; b. afschrift in O.A. No. 753 fol. 109 v.; c. afschrift in O.A. No. 754 fol. 117 v.
Toegangsnummer: 4 Archieftitel: Rentmeestersrekeningen 3. Regestenlijst
Rentmeestersrekeningen
009 A. de Lalaing (graaf van Hoochstraeten, hoofd van de Financiën etc.) ordonneert Jan van der Eyck van de ontvanger Willem Goudt tegen quitantie over te nemen de "behouften" der betalingen ter zake van de twee onlangs in de Hage gebouwde blokhuizen en der door Mr. Marcelis van Zegerscappelen in juli te Amsterdam gekochte en op last van de heer van Wassenaernaar het blokhuis te Worckem gezonden steenkolen enz., ter verrekening in zijn rekening van de werkzaamheden (1) aan het slot te Staveren.
Datering: 1523 oktober 9 (tot Gorinchem)
Voetnoot: 1 De tekst heeft "welcken" i.p.v. "wercken".
NB Afschrift voor in inv. nr 54c, gewaarmerkt door J. de Jonge.
Vindplaats: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
Toegangsnummer: 4 Archieftitel: Rentmeestersrekeningen 3. Regestenlijst
Rentmeestersrekeningen
038 Dirck van Leijen, Mr. timmerman. verklaart ontvangen te hebben van Jan van der Eycke, die rekening houdt van de bouw der twee houten blokhuizen. en van Pieter Willemz., klerk van Willem Goudt, ontvanger der beden, de somma van 39-6-6 pond Vlaems, zijnde houtvracht van Delft naar de Haghe en kosten van inscheping der voltooide blokhuizen op `t Spoye, alsmede de kosten van twee reizen naar Dordrecht voor de aankoop van het hout.
Datering: 1526 April 27
NB Oorspr. op papier in inv. nr. 54c (t/o. fol. II vo.), met de handtekening van Dirck Codde, excysmeester te Harlingen, en handtekening en merk van de oorkonder.
Vindplaats: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
Toegangsnummer: 4 Archieftitel: Rentmeestersrekeningen 3. Regestenlijst
Rentmeestersrekeningen
046 Hanss Metzger (drossaard van Staveren) verzoekt aan de Heeren van de Rekeninge in de Haghe de door hem aan Mr. Cornelis Anthonisz. overgegeven rekening (betreffende bouwwerk aan het brouwhuis en het verwulfsel aldaar) te willen doorzien en hem assignatie op Willem Goudt of een anderen rentmeester te geven ter voldoening van zijn voorschotten.
Datering: 1528 Augustus 20 (uuyt Staveren)
NB Oorspr. op papier in inv. nr. 4 (t/o. fol. XCVII), met handtekening en in dorso opgedrukt sluitzegel van den afzender in groene was onder papierruit.
Vindplaats: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
Toegangsnummer: 4 Archieftitel: Rentmeestersrekeningen 3. Regestenlijst
Rentmeestersrekeningen
055 Queryn Pietersz., in (15) 26 administrateur van `t Bilt voor heer Julius (van Botnia), Willem Goudt c.s., verklaart dat overeenkomstig het voorafgaande cohier. door hem afgeschreven uit het verpachtingsregister, de verpachting heeft plaats gehad.
Datering: 1530 September 9
NB Oorspr. op papier voor in inv. nr. 5b. met de handtekening van de oorkonder.
Vindplaats: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
Toegangsnummer: 30 Archieftitel: Huis ten Donck te Ridderkerk 04. Inventaris 07. Regestenlijst 1252 - 1572
Huis ten Donck te Ridderkerk
267 De graaf van Hoichstraeten etc., stadhoudergeneraal, de eerste en de andere Raden van Hollant etc. gelasten de deurwaarder van het Hof om alle steden, dorpen en personen, die achterstallig in betaling zijn aan de rentmeester van Noorthollant Willem Goudt, te sommeren hun schuld te vereffenen. Afschrift d.d. 1537 ondertekend Pieter Anthonisz. (deurwaarder) in inv. no. 573.
Datering: 1537 april 11
Toegangsnummer: 30 Archieftitel: Huis ten Donck te Ridderkerk 04. Inventaris 07. Regestenlijst 1252 - 1572
Huis ten Donck te Ridderkerk
272 Dirck Adriaensz., deurwaarder, bericht het Hof van Holland gedagvaard te hebben op verzoek van de eigenaren van de vroonvisserij op de Merwede optredend voor hun pachter Dammas Jansz. te Rotterdam, de ontvangergeneraal Willem Goudt tegen 21 juli a.s. voormiddags. Origineel op papier, ondertekend Dirck Adriaens., in inv. no. 573.
Datering: 1537 juli 20
Toegangsnummer: 281 Archieftitel: Diert van Melissant 2. Inventaris 2.4. Varia
Diert van Melissant
257 Testament van Willem Goudt, raad en ontvanger-generaal van de beden van de keizer in Holland en jonkvr. Marie Gerritsdr. van Greneroede, d.d. 1539. Copie
Datering: z.j. (18e eeuw)
Omvang: 1 stuk
Vindplaats: Noord-Hollands Archief, locatie Rijksarchief in Noord-Holland
Toegangsnummer: 239-1 Archieftitel: hof van utrecht 1. Archief van het Hof 1.3. Stukken betreffende de politieke werkzaamheden van het hof
hof van utrecht
70 Rekest van de Utrechtse geestelijkheid aan het hof over de verplichting der gasthuizen om te contribueren in de subsidie der geestelijkheid voor de oorlog tegen Tunis, 1544; met een verklaring van de klerk van Willem Goudt, ontvanger-generaal van de beden over Holland en Friesland en ook van de geestelijke subsidie, 1543. Notarieel afschrift, 1544
Omvang: 2 stukken
Vindplaats: Het Utrechts Archief
Ons Voorgeslacht 1984, pag 124:
Het archief van het Sint Caecilia klooster te Vlaardingen (Archieven van de Kloosters, Gemeente Archief Leiden).
24-12-1539: Testament van Willem Goudt en Marie Gerritsd:
Notaris Anthonis Egbertsz. instrumenteert dat Willem Goudt, raad en ontvanger-generaal van de beden van de keizer in Hollandt, en jonkvrouwe Marie Geritsdochter, zijn vrouw, testeren ten overstaan van broeder Jacob van Dexsem, prior van de predikkeren in de Haeghe, meester Vranck Boot, advocaat voor het Hof van Holland en Pieter Willemsz., klerk van de testateur.
Zij vermaken aan de langstlevende het huis, erf met de boomgaard in het Westeynde in den Haeghe, waarin zij wonen, inclusief de inboedel, zilver, goud, geld, in- en uitschulden, behalve de kleren en juwelen, waarover ieder afzonderlijk zal beschikken. De langstlevende van het echtpaar, dat op 25 augustus 1525 octrooi heeft ontvangen om over hun leengoederen te beschikken, zal uit de nalatenschap van de eerst overledende 700 karolus gulden ontvangen.
De testatrice bepaalt dat haar erfgename zal zijn haar nicht jonkvrouwe Anna van Thann Pietersdochter, oudste dochter van haar zuster, met uitzondering van het grote gouden paternoster en een ring, waarin een schild met een diamant staat, die aan haar zuster van Thann zullen komen. Na haar dood aan haar zoon Hector van Thann respectievelijk aan diens zuster jonkvrouwe Anna van Thann. Verder een gouden keten ter waarde van 200 karolus gulden, die aan haar nicht Helena van Thann zal komen.Jonkvrouwe Anna van Thann moet aan haar oudste zuster 300 karolus gulden per jaar uitkeren, aan haar tante Fransijne, non te Poel buiten Leiden 12 karolus gulden per jaar en eenmaal geld voor een rok. Aan de erfgenamen van vaderszijde 100 karolus gulden, waarin haar neef meester Cornelis Andriesz., priester, niet zal delen, deze krijgt 3 mark zilver. Jonkvrouwe Anna van Thann zal ten allen tijde ontvangen 20 morgen 3 hond land in het Oude land van Strijen, waarvan testatrice 11 morgen 3 hond van haar grootvader heeft geërfd, 8 morgen van haar heer-oom meester Laurens Mathijsz. en 1 morgen aan Adriaen Gerritsz., natuurlijke zoon van haar vader. Indien jonkvrouwe Anna overlijdt zal de erfenis aan haar oudste broer respectievelijk zuster komen, die uit haar moeder geboren is.
Indien de testateur het eerst overlijdt, ontvangt zijn weduwe de helft van al het onroerende goed met inbegrip van zijn leengoederen, en van de landrenten en van de huizen. Marike, de dochter van zijn broer Engel Goudt, krijgt een jaarrente van 20 pond groot Vlaams, behoudens het vruchtgebruik voor haar vader. Deze rente komt aan haar broer Heynrick Goudt, indien zij kinderloos overlijdt. Aan de kinderen en kleinkinderen van zijn zuster Marriken Korstiaen Goutsdochter, gehuwd met Laurens Pietersz. vermaakt hij behoudens het vruchtgebruik voor zijn zuster het volgende: 2400 karolus gulden aan Anna Laurensdochter, gehuwd met Adriaen van der Goes en 1600 karolus gulden aan de twee kinderen van haar zuster Trijnken Laurensdochter. Indien deze beide laatsten kinderloos overlijden komt dit bedrag aan hun tante Anna Laurensdochter. Adriaen van der Does, zoon van zijn zuster Dignum Korstiaen Goutsdochter, krijgt een rente van 150 karolus gulden per jaar, behoudens het vruchtgebruik ervan voor Aernt Korstiaen Goutsdochter, zuster van testateur, respectievelijk voor haar kinderen. Adriaen zal zijn rechten verspelen indien hij tegen de wil van zijn moeder of van haar zes naaste bloedverwanten trouwt, dan komt zijn aandeel aan zijn tantes Marritge en Dignum, respectievelijk aan hun erfgenamen.
Indien Dignum leeft bij het overlijden van testateur, ontvangt haar oudste dochter Alijt Dircxdochter een losrente van 75 karolus gulden per jaar en haar zusters Maritie-, Grietje- en Annetje Dirxdochter elk een van 50 karolus gulden, behoudens het vruchtgebruik van hun moeder van de helft van deze renten. Hun zusters Neeltge- en Machtelt Dircxdochter, nonnen te Poel, krijgen elk een lijfrente van 2 pond groot Vlaams per jaar, waarvan het klooster de helft zal ontvangen. Deze lijfrenten moeten worden uitgekeerd door Heynrick
Goudt Engelsz. Verder vermaakt hij de volgende legaten aan: zijn nicht Adriaen Jacobsdochter, gehuwd met Claes van Meerkerck 140 karolus gulden per jaar en zijn nicht Marike Woutersdochter, gehuwd met Aernt Michielsz. 125 karolus gulden; bij kinderloos overlijden te komen aan de anderen erfgenamen, behalve aan testateurs zuster Aerntge, tenzij haar man meester Cornelis Baertoutsz. overlijden zou zijn, zijn neef Dammas Goudt Cornelisz. 20 karolus gulden per jaar, de zusters te Vlaerdinghen 12 karolus gulden per jaar en aan de getijden aldaar 7; indien deze niet worden gezongen komt de helft aan het genoemde convent en de rest aan de heilige geest aldaar. Hetgeen de nalatenschap, inclusief de leengoederen, meer bevat dan het hiervoor gemelde, zal komen aan Heynrick Goudt, zoon van testateurs broer Engel, en dat belast is met jaarrenten tot een bedrag van 200 karolus gulden. Indien Heynrick kinderloos overlijdt, zal de erfenis komen aan Adriaen van der Does, die dan de hem toegewezen rente van 150 karolus gulden moet afstaan aan Mariken Engel Goutsdochter, zuster van genoemde Heynrick. Indien Adriaen van der Does overleden mocht zijn of tegen de wil van zijn familie getrouwd mocht zijn, dan komt de erfenis aan de oudste zoon van meester Adriaen van der Goes, gewonnen bij Anna Louwerijsdochter, behoudens het vruchtgebruik door haar (inv.nr. 377).
Regesten oud-archief Gouda 1523
inventarisnummer: 976
datum 1523
inhoud Willem Goudt, ontvanger-generaal van de bede van Holland gestelt zich persoonlijk garant voor de betaling uit de opbrengst van de bede van de losrenten die de stad Gouda ten behoeve van het land verkocht heeft.
bron: ac1
annotatie: Ondertekend door de griffier van het Hof van Holland
Willem Goudt | ||||||||||
Maria Gerrits van Greverode | ||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.