Hij is getrouwd met Antje Leenderts.
Ze zijn in de kerk getrouwd rond 1720.
Kind(eren):
1742 (personele quotisatie) wonen Molenstraat Den Burg, grootschipper, 4 personen.
1747 schutterijlijst Den Burg. Hij is sergeant.
1749 (tweede Huydecoperlijst) wonen Molenstraat Den Burg, 4 personen, waarvan 2 in zee.
Notarieel 4864 (1743): Hij is schipper van het galjootschip 'de twee Charlotten' destinatie Frankrijk. Een ander schip 'de Petrus' is tegen hem aangezeild.
---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.
B84? Kamer en halve tuin Molenpad
Deze kamer werd in de tweede helft van de 17e eeuw gebouwd en was belast met twee lopen abtskoren, die eerder op B86 rustten.
De kamer werd rond 1800 afgebroken.
1745 - 1758 Voor f 90,- werd Barend Bremer de nieuwe eigenaar. Hij was grootschipper en woonde op B22. Bij de schutterij had hij de functie van sergeant.
B22 Huis en erf Hollebol
Dit huis was belast met één loper abtkoren.
Aan de noordzijde was rond 1725 de modderkuil gesitueerd. In het midden van de 18e eeuw werd op deze plek van deze vuilnisbelt een schuur gebouwd.
Aan het begin van de 19e eeuw werd ook dit huis door een schuur vervangen of werd het bestaande gebouw voortaan als opslagplaats gebruikt.
1730 - De grootschipper Barend Harmens Bremer kocht dit huis voo f 210,-.
Hij ging hier ook wonen met zijn echgenote Antje Leenderts.
In 1743 was hij schipper van het galjootschip "De twee Charlotten". de trossen van dir schip waren nog maar net losgegooid om naar Frankrijk te vertrekken toen het schip "De Petrus" tegen hen aanzeilde. Uit de Sonttolregisters is bekend dat Barend in deze tijd jaarlijks enkele reizen naar de Oostzee maakte. De lading bestonf onder andere uit rogge, zout, hout, hennep en pek.
Rijk is hij er niet van geworden, want hij werd in 1749 'niet groot van middelen' genoemd.
Het huis werd geërfd door zijn dochter Hendrikje Barends Bremer.
---
Notaris Zacharias Gravius 1746
8-1-1746 Barend Bremer groot schipper, Vader van zijn minderjarige Zoon Leendert Barendse [borg] die reeds gearresteert is door Cornelisje Barents- voor zijn zoon- soo lange en tertijd hij varende is, een eerdaags in Zee zal gaan met het schip IJslandt- tot dat de zelve Leendert Barendse wederom inlandig is en alhier in Texel komt, zal hij zig selven moeten vertoonen aen den wel Edele gestrenge heer Bailjuw van Texel of zijne ordre hebbende alsoo op zoo een wijse is vrij gegeven uit dese borgtogt te moste passeeren
Bron: Irene Maas
---
Notaris Zacharias Gravius 1747
30-3-1747 Barend Bremer en zijn Zoon Leendert Barense Bremer [machtigden] Adriaan Wentel, Helder- in de zake van Cornelisie Barends Koger, met haar vader Barend Koger
Bron: Irene Maas
Barend Harmensz Bremer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1720 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antje Leenderts |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.