Doopgetuige: Pietertje Hendriks uit De Westen
Datum impost begraven
(1) Hij is getrouwd met Catharina Gerrits Spigt.
Zij zijn op 2 november 1774 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 4
Zij zijn getrouwd te Texel.Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Martje Willems Verberne.
Zij zijn op 19 oktober 1803 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 4
Ze zijn in de kerk getrouwd op 4 november 1803 te Texel.Bronnen 5, 6Kind(eren):
Notulen van de Municipaliteit van Texel
Vergadering 4 Mey 1802
Hendrik Kuyp getrouwd geweest met Kaatje Gerrits Spigt, geevt kennis, dat overmits het overlyden zyner behuwdmoeder Kaatje Hendriks het nodig was over zyne 3 Voorkinderen in de Nalatenschap hunner Grootmoeder Voogden wierden gecommitteerd en aangesteld- hy tot dat einde voordraagt de persoonen van Hertje Dogger en Klaas Keesje-
Waar over zynde gedelibereerd, verklaard de Vergadering 'er niets tegen te hebben maar daar men bedugt is, dat H. Dogger als bereids verscheidenen Voogdye hebbende, het zal weigeren aanteneemen, zal alvorens de acte gereed te maken, deswegens zyn gevoelen afgevraagt worden- gelyk ook daartoe de toestemming van de Weesmeester aan den Burg-
Vergadering 27 July 1802
Binnen gestaan Hertje Dogger als met en benevens Klaas Keesje aangestelde Voogden over de minderjarige kinderen van Hendrik Kuyp in Huwelyk verwekt by Kaatje Gerrits Spigt, overleggende zeker Contract gepasseert 28 Mey jongstleden door alle gezamentlyk met de Erfgenaam Jan Gerritsz Spigt, waar by deselve de vaste goederen overneemt tegens zeker vastgesteld pryse, versoekende ook hier op de approbatie van deeze Vergadering-
Naar examinatie van het zelve, en na alvoorens hier op gevraagt te hebben, de approbatie van de Weesmeester, is zulks geaccordeerd-
Vergadering 6 September 1803
Binnen gestaan Hertje Dogger en Klaas Keesje in qualiteit als Voogden over de minderjarige Kinderen van Hendrik Kuyp verwekt by wyle Kaatje Gerrits Spigt, ten opzigte der Grootmoederlyke Erffportie- te kennen gevende: dat Hendrik Kuyp buiten s' Lands zynde gegaan, versuymt hebbende ordre te stellen over de administratie en verzorging zyner Kinderen- een der Meisjes gediend hebbende te Amsterdam nu thuys gekomen is- dat zy Voogden wel onder administratie hadde het Grootmoederlyk Erffdeel, waar van de portie voor dit Meysje slegts f 90- of daaromtrent beloopt, maar geen Vryheid vonden, deselve Erffportie door haar te laten opteeren- dog dat zy egter over haar hadde genomen, provisioneel voor dat Meysje te zorgen, door het zelve by haar Oom in de kost te besteeden- te meer: daar de Vader van dat Meisje Hendrik Kuyp onder dezelve Oom had berustende circa f 300- hem meede competeerende uit den Boedel zyner overledene Vrouws moeder, des S' Meysjes Grootmoeder-
Waar over zynde gedelibereerd, is de provisioneele bezorging der Voogden geapprobeerd, en daar in alle gevallen de Vader verpligt was, voor het Meisje te zorgen, is het de Vergadering voorgekomen, het zelve Meysje by haaren Oom te doen verblyven ten kosten haarer Vader, zullende dezelve Oom worden aangezegt, geen penningen aan de Vader aftegeven, voordat hy het onderhoud voor het Meysje zo veel hem aangaat, 'er afgetrokken heeft, zynde wyders de Voogden gerecommandeert by eerstvoorkomende gelegenheid te zorgen dat dan ook het Meysje weder in een dienst gaat-
Bron: Irene Maas
Notaris Jacobus van Steenbergen
181: 3-6-1784 Hendrik Formersz Neef oud Commandeur en Hendrik Cornelisz Kuip, stuurman- zig hebben vervoegt bij en aan het schip de Patriot- sittende in de Eijerlandse gronden in de grond- dat zij het zelve zeer Nauwkeurig te hebben geinspecteerd en gevisiteerd bevonden hebben dat het schip zonder masten of roer een halve meijl van de vaste voetstrand in de grond zit, staande het Waater in hetzelve, tot het onderste dek hetwelk bij Eb en Vloed daar in vermeerderde of verminderende, dat het bovenste dek benevens 27 balken, als mede al de planken op 2 uijtgezondert weg waaren, van het onderste dek waaren 16 balken en al de planken als mede de pomp aan bakboord zijde maar slegts 5 voeten hooger dan dan het onderste dek en dus aparentlijk door het schip heen gestooten, van de agtersteven was tussen de 15 en 16 voeten afgeslaagen, en van de voorsteven was ook een groot gedeelte weggeslagen en ontramponeerd, en over het geheele Lighaam vonden zij het schip ontzet om alle welke redenen getuigen moeten besluijten- dewijl ter plaatse daar het schip zit volstrekt geen materiaalen ter afwerking geschikt kunnen gebruijkt worden, dat het onmogelijk is hetzelve vandaar te werken, maar verklaren hier door dat integendeel dat het zelve als een wrak behoord verkogt te worden
Bron: Irene Maas
Hendrik Cornelisz Kuip | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina Gerrits Spigt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1803 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martje Willems Verberne |