Hij is rk gedoopt; doopgetuigen: Jan Buijkes en Mart Jacobs Groot
Hij is overleden om 10.00u; aangifte overl op 20 okt 1827 door Cornelis Jansz Buisman, 25 jaar, sjouwerman, zoon van de overledene, wonende in Den Helder en Pieter Jansz Bakker, 29 jaar, zeeman, wonende in Oudeschild
Hij is getrouwd met Dirkje Leenderts Kleij.
Zij zijn op 9 november 1784 te Oudeschild (Texel, NH) in ondertrouw gegaan.Bron 2
Ze zijn in de kerk getrouwd op 26 november 1784 te Oudeschild (Texel, NH).Bron 3Kind(eren):
Notaris Wentel 1771-1811
586: 8-8-1786 testament Jan Cornelisz Buisman en Dirkje Jans Kleij
N 45 29-5-1820 Gouverneur, rekest van Jan Buisman
over de loting van zijn zoon Cornelis, vrijstelling gevraagd, 2 bladzijden.
Dat het eene waarheid is, dat des Suppliants Zoon Cornelis Buisman, by de Loting voor de NM voor de klasse van 1820, heeft getrokken N 8, gelyk mede dat dezelve tot den dienst voor de NM is goed verklaard, doch dat het my geheel onbekend is, of die persoon werkelyk eene borstkwaal heeft, zoo als door deszelfs vader, niettegenstaande het voorgeven daarvan, by den Militieraad, na gedaan ondezoek, ongegrond was geoordeeld, thans nader, doch zonder eenig het minste bewys, wordt geposeerd.-
Dat het voorts wel waar kan zyn, dat des Suppliants gemelde zoon eenigzins, het zy dan veel of weinig, bydraagt tot ondersteuning Zijner ouderen, die zekerlyk niet kunnen gezegd worden in de gunstigste omstandigheden te verkeeren; dan dat, in allen gevalle, deze Jongeling niet is de eenige ongehuwde broeder zyner famille (als hebbende de Suppliant nog een oudere zoon, die mede ongehuwd is) en geenzins valt in de uitzondering by Art. 94 der wet van 8 Januarij 1817 voorkomende, te minder nog, daar dit huisgezin, gedurende den afgeloopen winter uit de fondsen van het kerkgenootschap waartoe hetzelve behoort is gealimenteerd geworden.
Dat dus het Rekwest, het welke, zoo min als de daarby overgelegde bewyzen, in geenerlei opzicht op de wet zelve gegrond is, alleenlyk ten oogmerk schynt gehad te hebben om door eene pathetique voordragt het hart van Zyne Majesteit tot eene gunstige uitzondering ten dezen te bewegen; waartoe echter, zoo ik eerbiedig vermeene, geene der aangevoerde motiven gronds genoeg opleveren; daar, noch de opgegevene krankzinnigheid van des Suppliants huisvrouw (hoe ongelukkig ook op zich zelve) noch het noodlottig toeval waaraan de Suppliant het verlies van deszelfs diploma als Loodsman toeschryft (waaromtrent hij echter hoogstwaarschynelyk niet van alle Schuld zoude zyn vrytepleiten) in het onderhavige geval kunnen geacht worden in aanmerking te komen, als wordende, omtrent het eerste, by het vorstelyk Besluit van den 12e february 1814 N 4 (Staatsblad N 25) genoegzam den weg aangewezen hoedanig in zulke gevallen moet worden gehandeld; terwyl wat het laatste betreft, de Suppliant indien hy vermeenen mogt daartoe redenen te hebben, deszelfs bezwaren dienaangaande geheel afgezonderd van andere questien, behoorlyk geadstrueerd zoude moeten institueren.-
Bron: Irene Maas
Jan Cornelisz Buisman | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1784 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirkje Leenderts Kleij |