Doopgetuige: Cornelisje Zaadman [de grootmoeder]
Jan Barendsz, de zoon van Jannetje
Jannetje had haar kind terug gezonden, dus eerst meegenomen in ballingschap. Dat onzekere leven bleek niets voor een kind te zijn. Tante Bregje was zelf arm en wist niet wat ze er mee aanmoest. Jannetjes man was dood, en geen lid van een kerkgenootschap geweest, waarop een beroep kon worden gedaan. De Algemene Armenvoogden gaven het geld niet zomaar af.
Bron: Irene Maas
Jan Barendsz |