Op 27-9-1916 schrijft moeder Catharina een brief aan dochter Catrien. Wat in de brief opvalt is dat het brood blijkbaar op de bon is (in verband met de 1ste wereldoorlog). De tekst is letterlijk overgenomen.
Zeer Geliefde Dochter
Wij hebben u brief van morgen ontvangen en hebben u nieuws daar in geleesen
dat gij naar Reewijk moest en nu dacht ik moost ik u maar eens eenbrieftje tot troost schrijven danwensch ik u van harte als gij er eentijdtje geweest zijt dat gij zegt het is hier goed na mijn zin want vaakwaar men tegen aan zijt is laater goed daar zal ook wel brood gebaken worden eeven goed als in Moerdijk hiermoeten wij ook al broodkarten hebben daar kunnen wij voor ieder perzoon 6 pond brood krijgen in de week dus het word er niet beeter met daar moeten wij zuinig mee weezen als zij de heele dag met boterhams
moeten dan koomen wij er zuinig mee om zij hebben gisteren onder de aardapels er uit gekregen zij zijn van daag bij de horsten zij vallen
niet mee de volgende week is kanaalster kermis die wordt van 1 jaar weer gevierd en onze kermis ook dus men kan alles om de oorlog niet meer nalaten wij zullen dan maar veestvieren dan zullen wij u ook van de kermis wat
stuuren en dan gou Sint Nikolaas en dan Kersmis komt gij thuisdan gaat de tijd er al spoedig voorbij en de blijde tijding van B en Ana zij hebben ene kleine
G Sandker pa zijn volle naam Willem zal wel gou meer schrijven
maar gij moet ons dog gouw uit Reewijk schrijven hoe het u bevalt
Catharina Maria Sandker |