getuige(n) Jan Gerritsen van Voswijck, en de vrou van de eerste getuige
Monster, Notaris Jan van Heijningen, 11-6-1686: testament van het echtpaar Jan Crijnse Sollevelt en Leentjen Fransen Voswijck, wonend te Loosduijnen. Hij is kloek en gezond en zij ligt ziekelijk te bed.
Als zij zonder kinderen komen te overlijden, dan gaan zijn wollen en linnen kleren, goud en zilver ter lijve ende gerieve van hem gediend hebbend naar zijn broer en zusters. Zij legateert aan Dirckien Fransen Voswijck haar jongste zus, haar beste halsneusdoeck met kant, haar zilver hoofdijzer met de gouden stuckens daar aen, haar psalmboeck of testament met silveren sloten en beslag en haar kristal gouden ring, verder ongemunt goud en zilver ten lijve ende gerieve van haar gediend hebbend. Al haar linnen en wollen klederen, ook aan haar hele susters en broeders... Voor de onmondige erfgenamen benoemen zij de langstlevende als voogd. Hij benoemt ook Dirck Crijnse Sollevelt, zijn broer en zij Dirck Gilliss Rotteveel, haar zwager.
ORA Monster 178 afb. 224 1702: Leentje Frans Voswijk, huisvrouw van Jan Crijnse Sollevelt wonend te Loosduinen verklaart dat zij ca. 18 jaar met hem getrouwd is geweest. Zij had een winkel van verscheidene waren en kon daar goed van leven, maar haar man had zich niet alleen in het begin van haar trouwen overgegeven tot dronkenschap en een ongebonden leven. Ook door zijn gokken en drinkgelagen was zij niet in staat om winst te maken. Hij had haar gedreigd om haar tot bedelaarster en zo arm als Jop te zullen maken. Zij verzoekt het gerecht van Monster om haar man op te laten nemen in een beterhuijs te Delft.
Het verzoek wordt gehonoreerd op 13-5-1702.
Zij is getrouwd met Jan Krijnen van Sollevelt.
Ze zijn in de kerk getrouwd oktober 1683 te Loosduinen, Geref. kerk.Bron 1
Dochter van Frans Gerritssen van Voswijck en Crijntie Joosten