Kathelijn Robbrechts van der Nef, weduwe van Joachim Godert Corneliszn van der Raeck met haar man Boudewijn Adriaens Henricx van der Mijl, heeft - mede namens de erfgenamen van Joachim - verkocht aan Dijrcken Cornelis Jan Sleddenzn, slootmaecker van Hilvarenbeke geboren, een half huijs en erf en met hove daarachter op de Haegdijck te Breda.
Op 5-9-1579 verklaart Dirck dat hij jaarlijks erfchijns schuldig is aan Kathelijn.
Willem Adriaen Jacops verklaart dat de weduwe en kinderen van Boudewijn van de Mijl de schuld van 200 gulden heeft betaald. De Onze Lieve Vrouwekerk van Breda wordt genoemd.
Cathelijn Robbrechts, weduwe van Joachim Godert Cornelis van de Raeck, daarna van Boudewijn van der Mijl, en haar voogd en zoon Cornelis J.G.C. van de Raeck verklaren dat rentmeester Adriaen Bacx alles heeft betaald en afgelost.
Cathelijn R.v.d. Nef, weduwe eerst van Joachim G.van de Raeck, laatst van Boudewijn van Mijl (met haar zoon en voogd Cornelis J.G. van de Raeck) verklaart dat Anne S. A. Dijrven (weduwe van Anthonis Anthonis Graeuwen) betaald heeft voor een huis, erf enz.
Adriaen Sgraeuwen wijlen Cornelis Sgraeuwens zoon in de naam van Cathelijn Robbrechtsdr van Neff, eerst weduwe van Joachim Godertss van Raeck en laatst van Boudewijn van der Mijl en ook uit naam van de kinderen uit het eerste huwelijk van Cathelijn verkoopt voor 400 kar. gld. aan Florisen Harman Jasparszn een geheel huis en erf en met het hof daarachter op het Fellenoort te Breda buijten Sinte Martensbrugge.
Cathelijn v.d. Neff (wed.v. Joachim God. v.d. Raeck en van Boudewijn v.d. Mijl, met voogd/neef Anthonis van Son) verklaart dat Elizabeth Huijbrecht A. Graeuwen (wed.v. Thomas Jan Wouters) met haar kinderen alle erfpacht heeft afgelost. Betr.stede enz.
Zij is getrouwd met Boudewijn Adriaen Henricx van der Mijl.
Zij zijn getrouwd voor 21 april 1574.Bron 1
Weduwe van Joachim Godert Cornelis van de Raeck