ONA Leiden 7-2-1709: Johannes Esbeeck, weduwnaar en boedelhouder van Johanna Willemsdr en als voogd over zijn zeven minderjarige kinderen: Marijtge 12 jaar; Gerrid 10 jaar; Bastiaan 8 jaar; Johanna 6 jaar; Johannes 4 jaar; Geertruit 2 jaar en Pieternella 6 maanden oud. Toeziend voogd is Johannes Copheijn. Beide wonen te Leiden. De voogden zijn accoord over de moederlijke nalatenschap ten behoeve van de kinderen. Johannes belooft zijn kinderen op te voeden, te onderhouden etc. Bij mondigheid of huwelijk krijgen de kinderen 500 gld. uitgekeerd. Johannes houdt de roerende en onroerende goederen.
In een akte van diezelfde datum regelt Joahnnes Esbeeck ook de bevoegdheden voor Johannes Copheijn
Uit de bonboeken Leiden blijkt dat Fop en Maria onroerend goed hadden op de Hogewoert noordzijde vet 179.
Op 10-5-1732 is het huis met pacht door Jacob van der Valck verkocht aan Fob Reijneman.
Op 19-4-1760 (waarschijnlijk na het overlijden van Fop), is een extract gemaakt van het langstlevende-testament d.d. 9-8-1720 van het echtpaar Fop Rijneman en Maria Esbeeck.
Op 3-5-1760 verkoopt Maria het huis aan Jan Reeneman.
Maria verkoopt als langstlevende op 3-5-1760 het pand aan Jan Reeneman
Zij is getrouwd met Fop Reineman (Reeneman).
Toestemming voor het huwelijk is 5 april 1720 verkregen te Leiden.Bron 1
Zij zijn getrouwd op 21 april 1720 te Leiden.Bron 1Jongeman van Leijden, wonende op de Zijtgragt, vergez. met Pieter Rijneman, zijn oom, wonende in 't Noordeijde; Jongedochter van Leijden, wonende op de Oude Hoogewoerd.
Op 9-1-1920 wordt bij notaris Schrevelius te Leiden door beiden een langstlevende-testament opgemaakt. Marija woont dan op de Hooigracht, hoek van de Hooglandse kerk Choorsteeg.
Kind(eren):
Maria Esbeek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1720 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fop Reineman (Reeneman) |