ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd.
Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw.
Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren.
De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd.
10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.
ONA Delft 7-6-1704: Het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman wonende onder 't Hof van Delft en Maria Simonsdr van Winden, verklaart 4.000 gld. schuldig te zijn aan Pieter Huijbregtsz Perveen wonend te Maasland, voortkomend uit een obligatie van 800 gld. ten laste van Jan Pietersz van Leeuwen, zijn vader zaliger, bij scheiding van diens boedel en een andere obligatie van 3.000 gld. ten laste van hem zelf, waarvoor borgen zijn/waren: Jan Pieterz van Leeuwen en Jacob Pietersz van der Arent met Maria Cornelis van Coppen. Onderpand hun woning, als huis, schuur, barg en geboomte met ca. 20 margen land onder 't Hof van Delft, waar zij wonen, 1/3 deel van 27 margen lan te Maasland en De Lier. De borgen hebben als onderpad 5 margen land te Kethel aan de Woutwegh en hun woning, huijs, schuur, barg en geboomt met 4,5 mergen land aan de Rijswijkse straetwegh
In de kantlijn staat dat de schuld op 24-6-1706 is voldaan.
ONA Delft 6-3-1708: testament van het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman en Maritge Simons van Winden, wonende op de Noordhoorn, Hof van Delft. Hij is gezond en zij ligt ziekelijk te bedde.
Oorzaak: Vermoedelijk als gevolg van de bevalling kind
Zij is getrouwd met Gerrit Jansz. van Leeuwen.
Toestemming voor het huwelijk is 25 april 1696 verkregen te Rijswijk.Bron 3
Zij zijn getrouwd op 25 april 1696 te Rijswijk, zij was toen 27 jaar oud.Bron 1JM wonende in den Ambachte van Maeslandt onder de parochie van de Lier; JD wonende onder desen Ambachte van Rijswijck
Kind(eren):
Maritje Simons van der Winden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1696 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit Jansz. van Leeuwen |