Zij had een relatie met Adriaen Willemsz. Plas.
De relatie startte
Kind(eren):
Ongeveer twee jaar na de geboorte van Maria kreeg Magdalena nog een buitenechtelijk kind, Dirck Quirijnsz. geheten. Diens latere erfgenamen lieten in 1620 een notariële akte opstellen waarin een verklaring uit 1569 was opgenomen van ElisabethBoenen uit Delft. Deze verklaarde dat Dirck Quirijnsz. verwekt zou zijn door een dienstknecht van de familie Van Utrecht uit Overschie en dat het jongetje op verzoek van Jacob van Utrecht bij haar broer Cornelis in Leiden was ondergebracht tegen eenvergoeding van vijftien gulden per jaar. Elisabeth Boenen meldde in dezelfde verklaring van Magdalena te hebben gehoord dat zij ook nog een kind had van de Vlaardingse schuitvoerder Plas.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.