bij overlijden
Zij is getrouwd met Joannes Trip.
Zij zijn getrouwd op 14 december 1836 te Arnhem , zij was toen 20 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
JOSINA JASPERINA BURGERS, trouwde in 1836 in Arnhem met JOANNES TRIP. De vader van Joannes, HENDRIK TRIP kocht in 1829 de schepenmakerswerf "De Verloren Zoon" gelegen aan de Helling (Vaartse Rijn) in Utrecht met het bijbehorende woonhuis. De naam werd later omgedoopt in Rijnenburg, een naam die we later terugvinden in het familiehuis in Dedemsvaart. Samen met medevennoot Peter Mathijs Verwins, een bierbrouwer en smid uit Venlo, dreef hij met zes schepen handel in steenkool, tras-en tufsteen en Belgische kalk. Na het overlijden van Hendrik Trip trad Verwins uit de zaken en werd de firma voortgezet door zoon Joannes Trip en diens halfbroer Willem Klaassen onder de naam De Erven H.Trip. Er werd een succesvolle beurtvaart op Mannheim geopend, waarbij hoofdzakelijk tufsteen werd betrokken van langs de Rijn wonende boeren. Johannes was een zeer geziene figuur in Utrecht. Hij was Lid van de Kamer van Koophandel en van de Raad der Stad Utrecht.
In 1848 kocht Joannes Trip een viertal kalkovens in Dedemsvaart uit de voormalige bezittingen van baron Van Dedem. Een zoon van Joannes Trip en Josina Jasperina Burgers, WILLEM JAN LAURENS verhuisde naar Dedemsvaart en onder zijn leiding groeiden de kalkbranderijen en de bijbehorende handel in bouwmaterialen uit tot een bloeiende onderneming, die o.a. schelpkalk leverde t.b.v. van de rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en de bouw van de zeesluizen in het Noordzeekanaal te IJmuiden. In 1872 kocht hij een perceel grond aan aan de Langewijk in de gemeente Avereest, waarop de villa RIJNENBURGSOORD verrees, waar hij tot aan zijn dood in 1895 heeft gewoond. Toen Willem Jan Laurens overleed ging de leiding van de zaak over naar zijn zoon GERARDUS JOHANNES MARIE TRIP, die hiervoor zijn priesteropleiding aan het seminarium afbrak. Uit een verslag van de Kamer van Koophandel uit 1911 blijkt dat de schelpkalkbranderijen en cement-pannenfabriek van Gerardus Trip ongeveer 25 man in dienst had voor het loodzware werk bij de kalkovens. In 1941 verkocht Gerardus het bedrijf aan de gebroeders Peters. Na het dempen van de Dedemsvaart in de jaren zestig van de vorige eeuw en door de concurrentie van de grote betonfabrieken kwam in de jaren daarop een eind aan de schelpkalkindustrie die niet alleen voor Dedemsvaart maar ook voor Avereest van grote betekenis is geweest.
Een kleinzoon van Josina Jasperina en Hendrik Trip bracht het later tot President van de Nederlandsche Bank. Leonardus Jacobus Anthonius Trip werd in oktober 1931 benoemd, maar trad in 1941 af en werd vervangen door de Duitsgezinde Meinoud Rost van Tonningen. Na de oorlog bekleedde hij de functie van commissaris van de bank en voorzitter van de Raad van Bestuur.
Josina Jasperine Burgers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1836 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joannes Trip |