Akte nr. 94
[Transcriptie akte van geboorte]
Op heden den een en dertigsten juli des jaars achttienhonderd tachtig, is voor ons ondergeteekende, ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente Putten, Provincie Gelderland, verschenen:
Aalt Wolbersen, oud zeven en veertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Putten, welke ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouw Mechteldje Leijenhorst, oud vier en veertig jaren, zonder beroep, op vrijdag, den dertigsten juli dezes jaars des namiddags ten vijf ure, ten zijne woonhuize Wijk E no. 57 binnen deze gemeente is bevallen van een kind van het mannelijk geslacht. aan hetwelk hij verklaard heeft, dat door hem de voornaam is gegeven van Aalt.
Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Fransiscus Huijgen, oud vijftig jaren, van beroep schoenmaker, en Aart van de Werfhorst, oud zes en twintig jaren, van beroep smid, wonende beide te Putten,opzettelijk daartoe medegebrachte getuigen; en is hiervan opgemaakt deze acte, die na voorlezing is onderteekend door Ons Ambtenaar, de aangever en de getuigen.
Tijdstip: 17:00
bij de NV Schovenhorst, Putten, Gelderland
Ligt begraven op de nieuwe begraafplaats aan de Engweg te Putten, (GD).
Hij is getrouwd met Aartje van Boeschoten.
Toestemming voor het huwelijk is 9 april 1911 verkregen te Putten, Gelderland .
Zij zijn getrouwd op 21 april 1911 te Putten, Gelderland , hij was toen 30 jaar oud.Bron 2Akte nr. 18
[Transkriptie akte van huwelijk]
Op heden den een en twintigsten april negentienhonderd elf, verschenen voor Ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Putten, in het Gemeentehuis:
Aalt Wolbersen, oud dertig jaren, arbeider, geboren en wonende te Putten, meerderjarige zoon van Aalt Wolbersen, overleden en Mechteldje van Lijenhorst, zonder beroep, wonende te Putten.
En Aartje van Boeschoten, oud vier en twintig jaren, dientbode, geboren en wonende te Putten, meerderjarie dochter van Jannes van Boeschoten, oud vier en vijftig jaren, arbeider, en van Gerritje Ruiter, oud acht en veertig jaren, zonder beroep, beide wonende te Putten, hierbij tegenwoordig en toestemming gevende.
Genoemde comparanten verzochten Ons, onder overlegging der vereiste stukken, om tot voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan.
De afkondigingen hebben alhier, zonder stuiting, plaats gehad op Zondagen den negenden april en den zestienden april laatstleden.
Nadat voornoemde comparanten Ons verklaard hadden, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hebben wij in naam der wet verklaard,dat zij door den echt aan elkaar verbonden zijn.
Alles gedaan in het openbaar en in tegenwoordigheid van: Johannes van Malenstein, oud twee en dertig jaren,van beroep landbouwer, Abel van Winkoop, oud een en veertig jaren, van beroep landbouwer, Willem Aartsen, oud vijf en zestig jaren, van beroep wagenmaker, en Geurt van Losenoord, oud vier en dertig jaren, van beroep winkelier, allen wonende te Putten.
Van welke voltrekking Wij deze akte hebben opgemaakt, en, na voorlezing, onderteekend met de comparanten, de vader der comparante en de getuigen, verklarende de moeder der comparante de schrijfkunst niet te verstaan.
Kind(eren):
Als daggelder heeft Aalt Wolbersen eerst een 5-tal jaren bij de N.V. Schovenhorst gewerkt voor f 0,10 per uur.
Het was een karig loon, waarbij de armoede hoogtij vierde.
Er moest hard worden gewerkt om de kop boven water te houden.
Hierna ging hij rijzen binden in de omgeving van Arnhem.
's-morgens om drie uur stapte hij op de fiets en 's-avonds om tien uur was hij weer thuis.
Hij verdiende daarmee f 8,00 per week.
Als hij dan gegeten had, moest hij thuis weer aan de gang om de 3 koeien en de kippen van het nodige te voorzien.
Voor de koeien moest hij gras gaan halen in de zak en dan nog wel vele kilometers van huis.
Ook zijn vrouw hielp hem hierbij dapper mee.
Beter te spreken was hij over de tijd dat hij in Holland ging werken.
Het eerst in de Amsterdamse polder en later verderop.
Hier kon men wat meer verdienen en kon zijn gezin de armoede enigszins verlaten.
De armoedige tijd 32 ct. voor een pond spek.
Daar moest men dan de hele week mee doen want geld voor meer spek was er niet.
De tijd van 1940-1945 ligt hem ook nog vers in het geheugen.
In april 1945 toen de Duitsers op de terugtocht waren kwamen zij bij hem om 2 mud aardappelen.
De Duitsers kookten die toen met schil en al in het fornuis waar ook het varkensvoer in gekookt werd.
Ook werd een koe geslacht, doch het meeste vlees heb ik hier gehouden omdat zij moesten vluchten voor de Canadezen.
[Bron: Veluws Nieuwsblad d.d. 27-04-1961]
Aalt Wolbersen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1911 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aartje van Boeschoten |
https://familysearch.org/ark:/61903/3:2:77JV-JK4Z?i=219&wc=Q84W-2YR%3A300405101%2C299997801%3Fcc%3D1949343&cc=1949343 94
GA_Putten huwelijksakte in archief