B ASTIAAN (Bas) Aartsen gefotografeerd met zijn bedrijf; paard en bomenwagen. Bas trouwde op 29 oktober 1902 met GERRITJE Aartsen. Ze gingen wonen aan de Woeste Hoeve. Er werden tien kinderen geboren, die in Loenen of Hoenderloo naar school moesten. Zij kozen voor Loenen, dat was iets korter, meenden ze, en daar moest vader soms heen met hout en dan konden ze meerijden.
Omstreeks 1920 dringt de Rijksscholengemeenschap er bij de gemeente Apeldoorn op aan om bij de Woeste Hoeve een school voor lager onderwijs te bouwen. 24 Kinderen zouden daar op dat moment gebruik van kunnen maken. Hoewel de kortste weg allang was uitgeknobbeld, soms dwars door het bos, was het toch altijd weI zo'n zes kilometer lopeno Vooral bij slecht weer was dit een groat bezwaar en er was veel verzuim.
De school kwam er na enkele jaren plannen maken: met een klas en een huis voor het schoolhoofd. AARTJE Aartsen kon er nag maar een jaar van genieten, zij zat in de hoogste klas. De meester van de school in Loenen moest de kinderen opmeten, opdat de gemeente wist hoe groot de banken moesten worden besteld. Aartje mat 1 meter 48 en was daarmee op 3 em. na de grootste van de klas.
Vader Bas is nu nog vermaard om de geweldige kracht die hij en zijn broers ten toon stelden. Zakte het wiel van de zwaar beladen bomenwagen in een onverwachte kuil, een konijnenhol of iets dergelijks, en kon het paard het niet meer aan, dan zette hij zijn schouder achter onder de wagen en terwijl alles kraakte en kreunde tilde hij de wagen er als het ware uit. Tussen zijn opeengeklemde gebit klonk dan, .Hut peerd", en langzaam kwam er weer beweging in. Het is moeilijk voor te stellen dat hij zo onnoemelijk sterk was, als men de bijna tengere figuur rustig op de lege bomenwagen, nag met houten spaakwielen waaromheen een ijzeren hoepel, ziet meerijden. Wat een humor straalt er van zijn gezicht.
Ook van de kracht van zijn broer HENDERIK ( HENT ) worden nu nog sterke staaltjes verteld. Zo ging Hent eens tijdens de Loenense kermis een pilsje drinken in Den Eikenboom. Broer GERRIT die nog maar een jaar of dertien was, moest op paard en wagen letten. Op last van de politie moest het gespan verwijderd worden. Dat stond Henderik niet aan en hij gaf daar duidelijk blijk van. Door acht man, onder wie de politie, werd hij in bedwang gehouden. Ondanks dat wist hij toch nag een rong van de wagen te trekken om een wapen te hebben om de politie te lijf te gaan. Hij werd door de omstanders tegengehouden en op aandringen van deze mensen ging de politie weg.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.