Kind(eren):
(2) Zij is getrouwd met Evert Tijssen.
Zij zijn op te Elspeet/Garderen in ondertrouw gegaan.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 19 december 1719 te Garderen.Archief Rekenkamer. Inv. nr. 1540, fol. 307 - 309 en fol. 309 - 311,
d.d. 16-10-1721 en 20-10-1721.
1.Akte van transport van het halve erff en goed genaamd "Kerkhoffsgoed"
voor 2/3 part Evert Martensen en Lubbertje Noyen en 1/3 part Evert
Tijssen en Hendrikje Jans.
2.Akte van transport van de andere helft, waarvan 1/2 deel Aart Rijx en
Hendrik Gerrits en de andere helft voor 2/3 deel Evert Martensen en voor
1/3 deel Evert Tijssen.
Archief Rekenkamer. Inv. nr. 1540, fol. 328 -330, d.d. 7-3-1722.
Akte van transport van een Saelwehr en herengoed door Evert Jansen en
Stjntje Lucassen aan Evert Tijssen en Hendrikje Jans.
Archief Rekenkamer. Inv. nr. 1541, fol. 323, d.d. 27-11-1741.
Prolongatie van oprukking van een saalwher en herengoed in den Ampte van
Barneveld, kerspel Garderen, gelegen binnen de hecken naast de pastorije
hoff voor Evert Tijssen en Hendrikje Jans.
In RAV. Inv.nr. 846, fol. 320, d.d. 2-5-1748 komen Evert Tijssen en
Frank Evertsen voor als geÂrfden in de Meervelderbosch.
Archief Rekenkamer. Inv. nr. 1545, fol. 137, d.d. 13-10-1768.
Approbatie van een magescheid tussen de kinderen en erfgenamen:
* Jan Evertsen en Marritje Driessen te Garderen;
* Egbert Freriks en Ellardje Everts te Elspeet;
* Besseltje Bessels, wed. van Tijs Evertsen te Putten;
* Gerrit Gerrits (Teunissen) en Jannetje Gerrits te Garderen.
De herengoederen op de Veluwe waren eigendom van de Hertog van Gelre. De
administratie van deze goederen werd verzorgd door de Gelderse
Rekenkamer.
Een Zaalweer was kern van een herengoed waarop meestal een huis
(boerderij) stond. Om de zes jaar werd een akte van oprukking opgemaakt.
Toestemming moest worden gevraagd voor rechtshandelingen waarbij een
herengoed (even- tueel zijdelings) was betrokken.
Recht. Arch. Veluwe Inv.nr. 947, Hoog Soeren, fol. 207vso. Evert
Thijssen cum suis in pandschap gedaan 1/2 vierel Herengoedt in 't Bosch
aan Rutger Gerrits voor 1600 gln.
In 1724 heeft Evert Tijssen sijn maelregt gewonnen op enig hout (in de
Meervelderbosch) dat hem in eigendom komt en ijts dat in tugt besit dog
als het kind (zoon uit het eerste huwelijk van zijn vrouw) tot sijne
mundige dagen komende selfs spreeckt dan sal weer van sijn maelschap
moeten renuntieren en sal betalen 4 guld.
Evert Tijssen ontvangt van diaconie in de periode 1724 - 1739 jaarlijks
 7,00 als pagt voor de kamer van Henderikjen Lubberts, in 1739 voor
Enike.
In 1730 ontvangt hij van de diaconie zes gulden en zes stuivers voor de
koeweijen van Jochem. Deze Jochem komt herhaalde malen voor in de
diaconie-
rekeningen. Het hooi voor de koe en de vracht wordt ook door de diaconie
betaald.
Kind(eren):
Hendrikje Jans | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1719 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evert Tijssen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.