Il est marié avec Catharina Elisabeth Boldwina Witsen Elias.
Ils se sont mariés le 14 juin 1860 à Warnsveld, Gld. , il avait 29 ans.
Enfant(s):
De havezate Marxveld staat aan de Bisschopstraat. Boven de deur van het pand (eigenlijk de zijgevel) staat de naam in zwarte hoofdletters geschreven. Een baksteengevel met uitgehouwen wapensteen. Boven de onderste drie vensters ontlastingsbogen met zandstenen schelpen in de boogtrommels.
Rechts naast het huis nu een smeedijzeren hek, vroeger een stenen muur met een poort, waardoor men aan de voorkant van het huis op een plein kwam. Later is de verdieping op het huis gekomen. Het huis is inpandig vele malen ingrijpend gewijzigd, de buitenzijde vooral in 1860.
Het voormalige koetshuis aan de oostzijde van het huis heette "Telvoren", later ook Tilvoorde (tot de stroopfabriek aan de overkant van Marxveld deze naam kreeg) en was jarenlang het onderkomen van de Oudheidkamer. Het pand westwaarts van het huis tot aan de hoek Bisschopstraat - Bentstraat heet "Eckelenboom" en herbergt nu enkele woningen van woningstichting Wetland Wonen.
De ommuurde tuin is in oude stijl volledig heringericht in 1988.
De geschreven geschiedenis van Marxveld, dat toen nog niet zo heette, begint rond het begin van de 16e eeuw. Willem Sloet komt als eigenaar voor op een lijst van brandladders en brandhaken die het stadsbestuur in 1501 had laten opmaken.
Bij de huwelijksvoorwaarden, gesloten 17 januari 1506 tussen Willem Sloet en joffer Ghese van Inghen brengt hij mee ten huwelijk onder meer "dat huys ende hoff met cleynoden ende soe als dat staet ende gelegen is bynnen Vollenhoe". Willem Sloet hertrouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw met Henrica van Suyrbeeck in 1521. Dan wordt de ligging van het huis omschreven als gelegen aan de Bisschopstraat tussen de woningen van de weduwe van Roelof Vos ten westen, de erfgenamen van Johan ter Berchorst ten oosten en strekkende van de Bisschopstraat tot aan de Hofstraat. Van Willem Sloet is niet veel meer bekend dan dat hij in 1520 werd benoemd tot schout van Steenwijk.
Agnes, een dochter van Willem Sloet en Reiniera van Suurbeeck, bracht door haar huwelijk Marxveld aan Roelof van den Clooster tot Vledderinge (een havezate bij Meppel).
Na hun overlijden kwam Marxveld aan hun dochter Margaretha van den Clooster, de vrouw van Rutger van der Marck, en werd het Cloostermark genoemd: een samentrekking van 'Clooster' en 'Marck', beider namen. In het archief van Middachten komen in een acte van 13 mei 1600 de namen voor van Rutger van der Marck zu Ahuss en Margaretha van den Clooster.
In een opgave van de jaarlijkse inkomsten van de Kleine Kerk uit + 1606 staat: Juffer van der Marck van de hoff van L. Vrouwen karcke jaarlix 21 stuvers. Dit is dus een soort pacht.
Harmen van der Marck verklaarde te Vollenhove op 1 december 1623 overgedragen te hebben zijn 1/5 deel van landerijen en behuizing binnen Vollenhove die hij van zijn broer Adolph van der Marck gekocht had en die zijn broer van zijn overleden moeder geërfd had. Hij draagt nu alles over aan Jr. Arend Sloet ten Tweenijenhuizen, dit naar een maagscheid tussen voornoemde vrienden en verwanten op 8 december 1621 opgericht (archief Marxveld). Everhart van der Marck, kanunnik van Oldenzaal, draagt hem 10 oktober 1625 ook 1/5 deel van Marxveld over. Dit stuk en andere stukken van de periode 1575 - 1595 bevinden zich in het archief Sloet, Rijksarchief Zwolle, inv. no. 56 en 57.
Door het huwelijk van Armgard van der Marck, dochter van eerdergenoemde Rutger in 1637 met Arend Sloet ten Tweenijenhuizen kwam Marxveld weer in het geslacht Sloet.
In deze tijd moet Marxveld een ingrijpende verbouwing hebben ondergaan ter verhoging van het aanzien. Daarvoor moet het huis een veel eenvoudiger karakter hebben gehad. De Vollenhoofse edelen merkten er in 1653 schamper over op dat het met riet en stro gedekt was geweest als was het slechts een 'gemeen borgerhuis'.
Zeker is dat Arend Sloet de gevel aan de straatkant opnieuw heeft laten opmetselen, het dak laten vernieuwen en de bovenkamers laten verbeteren. Inwendig dateert thans alleen het balkenplafond nog uit die tijd. Het gebruik van schelpmotieven boven de vensters doet vermoeden dat Arend zich bij de renovatie heeft laten inspireren door het juist gereedgekomen nieuwe raadhuis uit 1621.
Bij de verdeling van de ouderlijke erfgoederen door hun kinderen op 12 juli 1651 werd het huis en hof met zijn adellijke gerechtigheden binnen Vollenhove gelegen en andere vaste goederen toegedeeld aan juffer Margaretha Sloet. Deze Margaretha Sloet bracht Marxveld door haar huwelijk met Lodewijk Gansneb genaamd Tengnagel in dat geslacht.
Bij akte van 2 februari 1654 geeft zij aan haar man, om gedurende zijn leven in volle eigendom te beheren en te bewonen, haar huis en hof met zijn adellijke gerechtigheden te Vollenhove, strekkende noordwaarts aan de Bisschopstraat tot zuidwaarts aan de Hoffstraat = Nieuwstraat = Groenestraat. Hij werd in 1654 van Marxveld verschreven nadat met veel moeite het huis, dat hij in 1645 nog 'Cloostermarck' noemde, als havezate erkend werd door de Overijsselse Staten. De naam Cloostermarck zou al gauw daarna worden verdrongen door die van 'Marxveld', want Lodewijk liet zich als 'tot Marxveld' ten landdage verschrijven. Blijkbaar vond hij de deelname aan het landsbestuur van Overijssel niet voldoende, want in 1663 deed hij moeite om in het Vollenhoofse stadsbestuur te komen. Hij werd tot schepen verkozen, maar zou het niet worden omdat hem duidelijk werd gemaakt dat zijn riddermatigheid dit belette.
In 1674 kocht hij het huis met de daar achter gelegen tuin ten oosten van Marxveld van bewoner dr. Winold Telvoren en voegde het aan de havezate toe. Het huis werd daarna ook Telvoren genoemd.
Op zijn overlijden 8 januari 1680 vervaardigde de Vollenhoofse predikant Lambert Schaank een rouwgedicht, dat opgenomen is in de Bijdr. Gesch. Overijssel, deel V.
Alhoewel Arend Sloet het huis meer aanzien had gegeven, ging het in uiterlijk en omvang de woningen van vooraanstaande burgers toch niet te boven. Marxveld telde tot 1682 vijf schoorstenen; de aanzienlijkste burgerwoningen in de stad bezaten er evenveel of zelfs meer.
Lodewijks oudste dochter Armgardina Margaretha breidde in 1692 het grondgebied van de havezate verder uit door van Arend Coenraad van der Lawick tot Benthuis de hof achter de Kleine Kerk te kopen. Door deze aankoop grensde het complex aan de oostzijde aan de Kerksteeg.
Armgardina Margaretha Gansneb genaamd Tengnagel trouwt op huwelijkse voorwaarden van 27 november 1698 met achterneef Gijsbert Frederik Sloet, die 14 jaar jonger was. Zij had bij die gelegenheid laten vastleggen dat hij zijn leven lang van haar havezate aan de landdagen zou mogen deelnemen.. Hij noemt zich in 1706 tot Marxveld, en zo kwam deze havezate weer in het geslacht Sloet. Na het beëindigen van zijn militaire loopbaan in het regiment Van Hessen - Homburg liet hij zich in 1722 van Marxveld verschrijven. Armgardina overleed in 1723.
In 1723 wordt Cabanus als huurder van Telvoren genoemd.
In het archief Sloet berust een inventaris van obligaties enz., d.d. 24 april 1728 in de boedel van Arent Herman Sloet, waar onder no. 11 voorkomt: aflossing van 25 stuivers 's jaars gaande uit het huis van Marxveld en uitkoop van 28 stuivers uit Rotger van der Markshuis, nu Marxveld.
Hoewel van Marxveld verschreven, woonde Gijsbert als weduwnaar meestal op zijn buitengoed Scherpenzeel bij Olst. Rond 1740 heeft hij Marxveld laten verbouwen. De thans nog aanwezige decoratie van diverse vertrekken - schoorstenen, deurpanelen en stucplafond - dateert uit deze tijd. Als vertrekken werden genoemd het salet (de latere grote zaal), de kamer van Gijsbert Frederik Sloet, de kelderkamer (opkamer) en de keuken.
In 1748 woonde hij in het huis met een knecht en een meid. Gijsbert stierf in 1757.
Van Marxveld werd in 1759 verschreven de landrentmeester Coenraad Willem Sloet, die als mede-erfgenaam, de andere 1/10 delen van Marxveld van zijn broeders en zusters enz. had overgenomen. Beide huizen waren in die tijd verhuurd, omdat men doorgaans elders verbleef. In die akten staat: de havezate Marxveld met recht van verschrijving ten landdage, bestaande uit twee huizen, naast elkaar aan de Bisschopstraat, thans bewoond door Adolph Oirbaan en de Wed. van Ds. Landman, waaraan ten oosten Hendrik Polman en ten westen Vrouwe Douariere van Haersolte tot den Oldenhave, met wheere, grond, hof, schuren enz. bezwaard met 1 gld. 4 st. jaarlijks aan het Weeshuis van Vollenhove.
Uit stukken over een hevige verwarring over de verschuldigde uitgangen ten voordele van het Weeshuis uit Marxveld en Benthuis is af te leiden, dat grond van de hof van Marxveld destijds van Benthuis is aangekocht.
Coenraad Willem Sloet overleed ongehuwd in 1784, na tot testamentaire erfgename te hebben ingesteld zijn schoonzuster F. M. Sloet douairière van Boldewijn Sloet tot Lindenhorst. Haar zoon Reint Wolter, neef van Coenraad Willem, erfde Marxveld 'vanwege een byzondere affectie' en werd in 1785 van Marxveld verschreven.
Reint had rechten gestudeerd. Als rechtsgeleerde lag voor hem een succesvolle carrière in het verschiet. Maar in 1788 werd hij vanwege zijn hervormingsgezindheid, die zich uitte in de weigering de vernieuwde eed op de constitutie af te leggen, als statenlid geschorst. In 1795, in de Franse Tijd, beleefde hij een glorieuze terugkeer in de politiek als drost van Vollenhove. In 1805 promoveerde hij zelfs tot Overijssels hoogste politieke ambt als drost van Salland.
Hij verkocht 31 december 1805 de Benthe, strekkende van de Bentsteeg tot aan de Bentdijk aan Anthonie Sloet van Oldruitenborgh.
Reint Wolter Sloet overleed ongehuwd 25 augustus 1842 op zesentachtigjarige leeftijd in zijn buitenverblijf Scherpenzeel.
Reint Wolter Baron Sloet tot Marxveld liet bij testament, gedeponeerd ten kantore van de notaris te Wijhe bij acte van 16 juni 1839, Marxveld na aan zijn nicht, Douairière Johanna Phillippa H. Baronesse van Knobelsdorff, geboren Baronesse van Dedem.
Bij akten van publieke verkoop en toewijzing van 15 en 29 september 1857 verkocht zij de havezate Marxveld met de gehele tuin en het daaraan gelegen woonhuisje Tilvoorde, kadastraal Sectie A, no. 269, 270 en 271, geheel groot 48 roeden, 40 ellen voor f 3.657,24.
Teunis Everts Spit was de hoogste bieder, maar was gemachtigde voor een ander.
Koper bleek de 26-jarige Gerard Baron Sloet, kandidaat notaris te Vollenhove.
Gerard Sloet kocht in 1859 het huis 'de Eckelenboom' met achtergelegen tuin, ten westen van Marxveld. Door deze aankoop zou het havezate-complex een gebied bestrijken vanaf de Kerksteeg tot aan de Bentstraat en zijn huidige omvang krijgen.
Hij huwde in 1860 met zijn achternicht Catharina Elisabeth Boudewina Witsen Elias uit Warnsveld en ging op Marxveld wonen. Zij gaven opdracht voor een grote verbouwing van omstreeks 1860. Daarbij werd het huis vergroot en onderging het uitwendig een versobering. De speelse renaissancetrapgevel aan de Bisschopstraat werd afgetopt en van zijn trappen en ornamenten ontdaan. De versiering onder de vensters verdween en alleen de natuurstenen schelpvullingen in de boogtrommels boven de onderste drie vensters bleven gehandhaafd. Het naastgelegen huis Telvoren werd afgebroken. Op deze plaats verrees een koetshuis en paardestal en kreeg Marxveld een nieuwe entree. Ook inwendig onderging het huis een grote verandering. Slechts in de opkamer en de grote zaal, beide rechts van de nieuwe ingang, bleef iets van de oude inrichting bewaard.
Vanaf die tijd zouden Gerard en zijn nakomelingen zich 'Sloet van Marxveld' noemen, hoewel ze officieel als Sloet van Oldruitenborgh te boek staan. Tot op heden is de familie bij de plaatselijke bevolking als zodanig bekend.
Gerard Sloet heeft zich gedurende zijn leven bijzonder ingezet voor de ontwikkeling van Vollenhove. Hij was later dijkgraaf, en zette zich in voor een tramlijn vanaf Zwolle. Tegenover Marxveld stichtte hij in 1869 een stroopfabriek, die hij Tilvoorde noemde naar het oorspronkelijke huis Telvoren. Naar hem werd in 1952 de Chr. Landbouwhuishoudschool genoemd: "Baron Sloet van Marxveldschool". Deze werd op 29 oktober 1952 officieel geopend. De school, gevestigd in de Groenestraat op de plaats waar nu de Openbare Basisschool 'De Voorpoort' staat, verdween in de jaren 1980 door de schaalvergroting in het onderwijs.
In een kasboek van Plattenburg en Cannevelt komt voor: 5 september 1885 van Marxveld 172 en Pleiter 260 stenen en 19 maart 1895, 200 oude dakpannen van Marxveld (Archief Marxveld). Bij herstel in 1945 van een vloer op Marxveld bleek, dat de balken in de vloer tot aan de planken in een bed van zuiver droog zeezand lagen: dus geen ventilatie onder de vloer door.
Toen Gerards zoon Ir. Anton Henri (in de familie Henri genoemd) in 1903 trouwde, betrok deze Marxveld en verhuisden zijn ouders naar de Oldenhof. Gerard overleed in 1911.
Henri en zijn vrouw Maria Digna Friederike d'Ablaing van Giessenburg woonden van 1917 tot 1941 op Beukbergen in Huis ter Heide. Toen in 1941 Beukbergen door de Duitsers werd gevorderd keerden ze naar Vollenhove terug. Henri overleed op Marxveld in 1957. Zijn vrouw, die in 1972 stierf, was de laatste bewoner van het huis
http://www.henkvanheerde.nl/vollenhove/Marxveld/marxveld.htm
In 1894 kocht Gerard Baron Sloet tot Marxveld de havezate van de erven van zijn oom. Hij ging in 1902 wonen op De Oldenhof. Na zijn overlijden in 1911 en van zijn vrouw in 1915 vererfde het op zijn jongste dochter Isabella G. Baronesse Sloet in 1920. Isabella Geertruida Sloet van Marxveld was tot 1927 hofdame van koningin Wilhelmina en speciaal belast met de opvoeding van prinses Juliana. Zij kwam op de Oldenhof wonen, maar was ook vaak op reis. Ze woonde er samen met haar zuster, freule Jeanette Sloet van Marxveld. Haar andere zuster, freule Catharina E. B. Sloet van Marxveld, tot dan ook hofdame van Wilhelmina, was op 21 juli 1904 getrouwd met jonkheer mr. Willem Frederik Roëll, raadslid van Amsterdam. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik bezochten toen ook De Oldenhof. In 1919 waren ze weer, toen na een bezoek aan Vollenhove het nieuwe stoomgemaal werd bezichtigd. De dochter van het echtpaar Roëll-Sloet werd later de particulier secretaresse van Koningin Juliana en vluchtte met haar in 1940 naar Canada. Kleindochter Renee Roëll speelde daar met Beatrix en werd zo haar vriendin.
Toen freule Jeanette stierf bleef freule Isabelle alleen achter. Een deel van het huis werd toen bewoond door de familie Van Broekhuizen. Volgens de dames Ziel en Westendorp, die vele jaren dienst hebben gedaan op De Oldenhof, was het leven er rustig en sober.
In 1966 komt de familie Westendorp op Den Oldenhof wonen om de dan al bejaarde freule te verzorgen. Dikwijls krijgt de oude freule bezoek van haar nichtje freule Roëll, de particuliere secretaresse van de toenmalige koningin Juliana. Bij de familie Westendorp herinneren nog vele cadeautjes aan deze bezoeken.
In 1973 overleed freule Isabelle op negenennegentigjarige leeftijd.
Het dagelijkse leven
De freule las veel en borduurde graag. Zij was de bewoonster van de benedenverdieping. Links aan de grachtzijde bevonden zich haar woonvertrekken. De salon bevond zich in het midden en rechts was de keuken. Men stookte op hout en kookte met behulp van petroleumstellen. Later deed butagas intrede in de keuken. In de kelder had men de wijn opgeslagen. Ook de wintervoorraad aardappelen vonden er een plaats en in de gangen bevonden zich appelrekken. Verder had men een speciale waskelder en zelfs een cel.
Verjaardagen vierde men in de besloten familiekring. Dikwijls was de familie Roëll aanwezig op zulke hoogtijdagen. Men logeerde dan bij de freule. Dit was een steeds terugkerend evenement. De bokkewagen werd van stal gehaald en men beleefde de meest dolle avonturen. Het koetshuis werd verbouwd tot woning, maar de bokkewagen bestaat nog steeds, zij het in desolate staat.
Grote feesten of partijen vonden eigenlijk niet plaats op De Oldenhof. Wel bracht men
regelmatig een bezoek aan Marxveld en aan de familie op kasteel Hackfort bij Vorden.
Dat men wel eens moest lachen bewijst het volgende verhaal van de tuinman van De Oldenhof. Hij moest in de Stad enkele boodschappen doen en kwam in een kruidenierswinkel. Daar vroeg Steven of de juffrouw hem kon vertellen wat voor soort touw maizena eigenlijk was. Op de verbaasde blik wees de man op een reklamebord met de tekst: 'Maizena bindt alle groenten'
Naar Vollenhove ging men meestal te voet, maar toen de jaren begonnen te tellen bestelde men een taxi bij de firma Souwman.
Feest op Koninginnedag
Met Koninginnedag was het een drukte van jewelste rondom de havezate. De kinderen van de lagere school brachten er onder begeleiding van de fanfare een aubade. Daarna volgde de traditionele tractatie voor de kinderen. De freule liet zich bij dergelijke gelegenheden nauwelijks fotograferen. Ze had er een hekel aan. Vandaar dat er zich slechts weinig foto's van de freule onder de bevolking bevinden. Na een dergelijk feestvertoon trad de rust weer in op het door oude bomen en weilanden omgeven landhuis.
Koninklijke bezoeken
Hoogtepunten waren ongetwijfeld de koninklijke bezoeken. Koningin Wilhelmina en vooral prinses Juliana waren er regelmatig te gast. Deze bezoeken vielen bij de buren / bewoners van het 'land Veno' eigenlijk nauwelijks op.
Tijdens de koninklijke bezoeken moest het zichtbare boerenwerk op de boerderij tegenover het huis worden gestaakt. Rommel diende te worden opgeruimd en verveloze balken en hekken van een frisse verflaag te worden voorzien.
Zo haalde men de witkwast over de balk rond de hoge kamp en zette men de hekken bij de hoofdingang open.
Het hoge bezoek placht altijd via het 'zwarte' ijzeren hek en de brede oprijlaan te arriveren. Toen op een gegeven ogenblik de boerenzoon nog even een wagen vol mest het bos in wilde brengen zag hij tot zijn grote schrik, dat er al een grote limousine de oprijlaan opdraaide. De wagen had de koninklijke standaard op het spatbord. Het paard werd extra aangespoord en bijkans op twee wielen werden paard en wagen rakelings voor de koninklijke slee een bospad opgereden. Via de chauffeur kwam de betreffende boerenzoon later te weten, dat de koningin (toentertijd Juliana) veel plezier had gehad om het voorval. Dat is goed voorstelbaar omdat dit zal één van de weinige keren zijn geweest, dat ze met een vracht mest werd geconfronteerd...
http://www.henkvanheerde.nl/vollenhove/Oldenhof/dagelijksleven1902-1973.htm
Bron: http://genealogics.org/getperson.php?personID=I00102462&tree=LEO
Les données affichées n'ont aucune source.