George van Lalaing, beter bekend als graaf van Rennenberg of kortweg Rennenberg (ca. 1550 – Groningen 23 juli 1581), was stadhouder van Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Hij was afkomstig uit een Henegouws geslacht van landsbestuurders. Zijn ouders waren Filips van Lalaing, tweede graaf van Hoogstraten en Anna van Rennenberg. In de Nederlandse geschiedenis is hij vooral bekend geworden door zijn zogenaamde verraad.
Stadhouder
Op voordracht van Willem van Oranje werd Rennenberg in 1576 benoemd tot stadhouder van de genoemde noordelijke gewesten. Tot dan was Caspar de Robles stadhouder geweest, maar die was door zijn eigen troepen in Groningen gevangen genomen. In zijn instructie werd hem opgedragen een regeling te treffen met het Spaanse garnizoen in Groningen, zodat de stad daarvan bevrijd werd.
Rennenberg probeerde zijn gewesten, binnen het kader van de Pacificatie van Gent, voor het katholieke geloof te behouden. Zijn positie werd vrijwel onmogelijk na het aannemen van de Unie van Utrecht.
Nadat Don Juan van Oostenrijk het Eeuwig Edict niet meer naleefde, werd Rennenberg in 1578 door de Staten-Generaal naar Overijssel gestuurd om enkele steden in te nemen waar Spaansgezinde garnizoenen waren gelegerd. Dit leidde onder meer tot het Beleg van Kampen en het Beleg van Deventer.
Het Verraad van Rennenberg
In de Nederlandse geschiedenis wordt gesproken van het "Verraad van Rennenberg". Rennenbergs situatie was echter wat gecompliceerder dan die van een ordinaire "verrader". Veel katholieken in de Nederlanden hadden aanvankelijk de Pacificatie van Gent van harte ondersteund, in de hoop dat hiermee een verzoening tussen katholiek en protestant kon worden bewerkstelligd. De ervaring was echter dat in veel steden de goed georganiseerde calvinisten, zodra je hun één vinger gaf, de hele hand namen. In onder meer Brugge, Gent en Brussel hadden de calvinisten de macht overgenomen en was de positie van de resterende katholieken zeer precair geworden [bron?], in strijd met wat in de Pacificatie was bepaald.
De uiteindelijke keuze van Rennenberg werd mede bepaald door de situatie in de gewesten waar hij stadhouder van was. In Friesland was de positie van Rennenberg als stadhouder afhankelijk van de blokhuizen in Leeuwarden, Harlingen en Stavoren. In januari en februari 1580 werden deze steunpunten door de Staten van Friesland ingenomen en werd Rennenberg onbekwaam verklaard voor het stadhouderschap in Friesland.
In Groningen moest Renneberg laveren tussen de tegenstrijdige belangen van beide leden van het gewest, de stad en de Ommelanden. Na het onbekwaam verklaren van Rennenberg in Friesland werden zijn troepen onder bevel gesteld van Bartold Entens, een Ommelander jonker en een verklaard tegenstander van de stad Groningen. Rennenberg werd daarmee vrijwel gedwongen zich te verenigen met de stad, en dan met name met de katholieke factie binnen Groningen.
Zijn uiteindelijke keuze, op 3 maart 1580 om over te gaan naar de Spaanse zijde, werd dan ook van harte gesteund door het Groningse stadsbestuur. Het is zelfs de vraag of het Rennenberg was of de Groningse magistraat die de uiteindelijke beslissende stap zette.
Na zijn overgang probeerde Rennebnerg diverse steden over te halen om ook voor de Spaanse kant te kiezen, door het sturen van opruiende brieven. Dit had vaak een tegendraads effect. Zo werden in Deventer naar aanleiding van het verraad en de opruiende brieven diverse kerken geplunderd.
Rennenberg zelf werd kort na zijn overgang ernstig ziek. In 1581 overleed hij en werd begraven in de Groningse Martinikerk.
Bron: http://gw5.geneanet.org/index.php3?b=wailly⟨=nl;p=georges;n=de+lalaing
en: http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu08_01/molh003nieu08_01_1757.htm
George van Lalaing Graaf van Rennenberg |
Les données affichées n'ont aucune source.