Voorouders van Cor en Annie Danenberg » Cornelis Wijnker (1878-1959)

Données personnelles Cornelis Wijnker 

Les sources 1, 2, 3

Famille de Cornelis Wijnker


Notes par Cornelis Wijnker

Priester gewijd op 15 augustus 1904,pastoor van Bonifatiusparochie Dordrecht.(foto uit boek uit stamboom Wijnker Wenker)
De kelk.
In de pastorie van de parochie van Jacobus de Meerdere in Tuitjenhorn staat een fraaie kelk. Een kelk met geschiedenis. Een kelk gecreëerd in 1904 in opdracht van Gerrit Wijnker voor zijn zoon Cornelis Wijnker.
Gerrit Wijnker en Maartje Zuurbier trouwden in 1858, waren welgesteld en hadden allebei welgestelde ouders. Gerrit en Maartje kregen 9 kinderen waarvan er 3 geen half jaar oud werden. Hun jongste zoon, Cornelis, werd geboren in 1879 in de Heerhugowaard, en zijn ouders waren er trots op dat hun benjamin er voor koos om naar het seminarie te gaan.
Cornelis was 12 jaar toe hij van huis vertrok om in oktober 1891 naar het klein seminarie in Hageveld te gaan om te studeren voor priester, een studie die 13 jaar zal duren. Als hij thuis was besteedde hij tijd om zijn moeder schrijven en lezen te leren. Op 14 mei 1902 overlijdt zijn moeder, Maartje Zuurbier, ze leed aan benauwdheid. Zo dicht bij de wijding van haar zoon, en er niet meer bij kunnen zijn moet een groot verdriet geweest zijn.
De vader van Cornelis, Gerrit Wijnker, besloot als geschenk voor zijn zoon een kelk te laten maken met daarin verwerkt de juwelen van de kap zijn overleden vrouw Maartje. Hij laat ook een pateen maken en een bijpassend lepeltje, allebei verguld. Deze kelk met toebehoren krijgt Cornelis van zijn vader als hij op 15 augustus 1904 in de Sint Bavo te Haarlem, door Monseigneur Augustinus Callier, de bisschop van Haarlem, tot priester wordt gewijd. Zijn eerste mis draagt hij op in de Dionysiuskerk van Heerhugowaard, als de eerste priesterzoon uit de geschiedenis van dit dorp, en waar hij voor de eerste keer de kelk gebruikt.
Op de voet van de kelk staan 4 afbeeldingen in goud op een blauwe achtergrond. Daarop is de heilige Gerardus te zien, de naamheilige van Gerrit, zijn vader, en de heilige Maria, de naamheilige van Maartje, zijn moeder, en de heilige Cornelius, de naamheilige van Cornelis, de priester die deze kelk mocht ontvangen. Het vierde beeld is een Christus afbeelding met een Latijnse tekst over het beminnelijke en aller-dierbaarste hart. Aan de onderzijde van de kelk staat gegraveerd: "Ter gedachtenis van mijn dierbaren vader aan mijne H.Priester wijding 15 aug. 1904 G.Wijnker"
De kelk gaat mee naar Amsterdam, waar hij kapelaan wordt van de Nicolaaskerk, ook gaat deze mee naar Texel, waar Cornelis herder wordt in Oudeschild, in die periode wordt daar een nieuwe pastorie gebouwd. Na deze missie wordt Cornelis in 1927 overgeplaatst naar Zandvoort om daar als bouwpastoor een nieuwe kerk te bouwen. En zo krijgt in 1928 de kelk een plaatsje in het tabernakel van deze nieuwe Zandvoortse kerk, toegewijd aan de heilige Agatha. Elke dag wordt de kelk 2 keer gebruikt, 's morgens bij de mis van 7 uur en bij de mis van tien voor 8, en op de zondag meerdere keren.
In 1936 wordt Cornelis overgeplaatst en de kelk verhuist mee. En zo belandde deze kelk op het altaar in het Zuid-Hollandse Dordrecht. De provincies Noord- en Zuid Holland vielen toen nog allebei onder het bisdom Haarlem.

Zilveren Priesterfeest PASTOOR C. WIJNKER te Zandvoort Zandvoort’s Katholieken hebben zich opgemaakt, om het zilveren priesterfeest van hun Pastoor luisterrijk te vieren.

En geen wonder I Want hoewel Pastoor Wijnker slechts ongeveer twee jaar te Zandvoort verblijft, was deze korte spanne tijds ruim voldoende, om Katholiek en niet-Katholiek in deze Noord – zeebadplaats de. rijke gaven van geest en hart, welke den Pastoor in zijn doen en laten kenmerken, te leeren waardeeren en hoogachten. 'Pastoor kent zijn parochianen en weet, hoe hij het best hen kan leiden, om den weg tot hun harten te vinden. Dat er op het oogenblik reeds een hechte band tusschen Herder en kudde bestaat, bewijzen de hartelijkheid en spontaneïteit, waarmede de voorbereidingen voor zijn zilveren priesterfeest getroffen zijn. En de Pastoor verdient dat, gelijk blijken zal uit de levensbijzonderheden van den jubilaris, welke wij uit den mond van alleszins bevoegden mochten op teek enen en welke wij hieronder laten volgen. Pastoor Wijnker werd 12 Juli 1878 te Veenhuizen (gem. Heer-Hugowaard) geboren op de boerderij „Bethlehem”, door zijn vader, den heer G. Wijnker, bewoond. De jubilaris spruit voor); uiteen geslacht, waaraan Kerk en gemeenschap veel te danken hebben. Tot op zeer hoogen ouderdom was zijn vader kerkmeester in zijn geboorteplaats, terwijl hij talrijke jaren de gemeente als raadslid en als wethouder diende. Een broer van den jubileerenden Pastoor heeft de voetstappen van zijn vader gevolgd; de andere zoon wijdde zich geheel aan den dienst van God, toen hij 15 Augustus 1904 door Mgr. A. J. Callier z. g. tot het priesterschap werd verheven. Zijn eerste kapelaansplaats was Hoek van Holland, waar hij ongeveer twee jaar verbleef, om vervolgens een tijdperk van nagenoeg gelijken duur als kapelaan werkzaam te zijn te Nootdorp. Deze vier jaren hadden den jongen, üverigen kapalaan voor zwaarderen priesterlijkenarbeid voorbestemd, weshalve zijn benoeming volgde tot kapelaan te Amsterdam (H. Nicolaas).

Hier eerst ontplooide zijn priesterlijke ijver zich ïn Zjjn volle glorie. Z.Eerw. ontzag zich niet. om de Katholieken inde donkerste achterbuurten van onze hoofdstad op te zoekep en waar hij ook verscheen, bracht zijn prettige, opgeruimde geest troost en verlichting inde gezinnen, die dikwijls niet alleen In lichamelijke, maar ook in nog dieper geestelijke armoede verkeerden. Dag aan dag bracht hij zoo door, om des avonds te vertoeven in het z.g. Zwartjestehuis, dat door Z.Eerw'. gesticht was ten behoeve van de zeevarenden, en wel speciaal jonge Curaeaosche matrozen, die regelmatig Amsterdam bezochten. Godin den Hemel alleen is het bekend, hoevele zielen voor de aloude Moederkerk behouden zijn gebleven, doordat kapelaan Wijnker de zeelui hier aangenaam wist bezig te houden. Met veel persoonlijke opofferingen ging dit gepaard, maar die had de goede kapelaan er gaarne voor over. Zoo kon men kapelaan Wijnker heel dikwijls verdiept zien in het Lottospel, met Curagaosche Jantjes als medespelers. Zeven jaar lang heeft ’s Rijks hoofdstad van zijn vruchtdragenden kapelaansarbeid mogen profiteeren. Toen riep de Bisschop hem naar Rotterdam, waar hem een nieuwe, zware taak wachtte, Wat Z.Eerw. hier heeft verricht, grenst schier aan het wonderbaarlijke. Speciaal kon hij- hier zijn aandacht wijden aan het Patronaatswezen, terwijl ook de Vereenigingsgebouwen voor den Volksbond veel aan hem te danken hebben. Wij denken hier in het bijzonder aan het tehuis, dat hij voor de grondwerkers stichtte, in wier midden hü vaak vertoefde en wier nooden hij dikwijls wist te lenigen. Dit ruwe volkje, anders zoo onhandelbaar, wist kapelaan Wijnker te leiden op een wijze, die niet anders dan aller bewondering kon wegdragen. Het was dan ook een gevoelig verlies, toen Z.Eerw., nadat hij ongeveer 9 jaren in het volle Rotterdamsche leven had gestaan, door Mgr. geroepen werd, om een Pastoorsplaats op Texel in te nemen. Ook voor den nieuwbenoemden Pastoor was het een geweldige verandering: uit het drukke Rotterdam te worden overgeplaatst naar het stille dorpje Oudeschild aan de Oostzijde van het eiland Texel. De parochV ( Oudeschild telt slechs + 150 communicanten, van wie er slechts enkelen zijn, die zich in financieel gunstige omstandigheden bevinden. Temeer was de verandering van den nieuwen pastoor geweldig, daar hij ineen parochie kwam, waarin Ijverige voorgangesr hem reeds als 't ware het gras voor de voeten hadden weggemaaid. Pastoor Moens had met inspanning van al zijn krachten de gelden bijeen weten te krijgen voor verbouw van kerk en pastorie, terwijl Pastoor Koevoets er slechts enkele jaren te voren het nieuwe gebouw van den Kath. Volksbond had weten tot stand te brengen. Fasoor Wijnker verbleef inde parochie Oudeschild slechts zeer kort, want reeds op 7 Mei 1027 werd hij overgeplaatst naar

Zandvoort. Tijdens zijn verblijf op Texel wist hij zich bij zijn parochianen zeer bemind te maken en dat gaat niet zoo gemakkelijk inde parochie Ouderschild. De Katholieken leven daar onder zeer eigenaardige omstandigheden, er bestaat onder de dorpelingen, van wie slechts een vijfde deel katholiek is, over het algemeen een zeer prettige verhouding. En daar de niet Katholieke bevolking van Oudeschild, voor verreweg het grootste gedeelte vurige aanhanger is van de S.D.A.P. en er slechs enkelen zijn, die met eenige godsdienstige gevoelens zijn behept, is het voor een Pastoor moeilijk den juisten toete treffen.' Pastoor Wijnker kon dit echter uitstekend. In het gebouw van den R. K. Volksbond wist hij met het ijverige bestuur daar vele zeer goed geslaagde avondjes voor de parochianen tot stand te brengen. Z. Eerw. bleek ook veel belangsteling te hebben, voor het boerenbedrijf, zelf was hij de eerste pastoor aldaar, die eigen paard en rijtuig bezat. Deze betrekkelijke „weelde” voor een pastoor van Oudeschild zou hem werkelijk duur te staan zijn gekomen. Pastoor Wijnker had de gewoonte zelf zijn paard te besturen en reed ineen gemakkelijk te behandelen karretje. Het paard was, zooals later bleek, eenigszins schichtig. Z. Eerw. ondervond dit, toen hij eens op den weg Burg—Oudeschild reed, het paard schrok vaneen passeerende autobus, geraakte op hol en het rijtuig geraakte met bestuurder ineen greppel aan den kant van den weg. Het rijtuig was deerlijk gehavend, doch de pastoor kwam er met den schrik af.

In Mei 1927 deed Pastoor Wijnker dan zijn intrede in Zandvoort. Zijn eerste werk was hier, gelden bijeen te krijgen voor een nieuwe kerk. En wat hem te Oudeschild niet gegeven was, geluke hem hier in zeer korten tijd. Binnen een jaar was de kerk gebouwd en kon het mooie nieuwe Godshuis worden ingewijd. Onze lezers herinneren zich nog wel, met welk een luister en plechtigheid dit gepaard is gegaan. De oude kerkwas nu buiten dienst gesteld, maar Pastoor Wijnker zou Pastoor Wijnker niet zijn, als hij deze ruimte onbenut had gelaten. Kennende den zegenrijken invloed, welke er van de Roomsche jeugdbeweging uitgaat, richtte hij het oude kerkgebouw in voor St. Josephgezellenvereeniging en voor patronaat. Dit laatste zoowel voor jongens als voor meisjes. Eveneens riep hij een Maria congregatie voor. jongens en meisjes in het leven, welke zich reeds in steeds groeiende belangstelling mag verheugen. Tenslotte nam de Pastoor ook nog den verbouw van de pastorie ter hand. Zeiden we na dit alles opgesomd te hebben teveel, toen we beweerden, dat de Zandvoortsche kaholieken alleszins reden hebben, het feest van hun geestelijken vader luisterrijk en in dankbare stemming te vieren? De pastoor heeft zich bemind weten te maken en zijn persoonlijk stempel op vele zaken ingedrukt. Wij weten ons zeker de tolk van alle Katholieken te Zandvoort, als wij dit artikel besluiten met den wensch, dat het Pastoor Wijnker gegeven moge zijn, nog talrijke jaren temidden van de bevolking van deze badplaats te verblijven. Het Katholieke leven te Zandvoort kan er niet anders door dan to steeds grooter bloei komen.

Zilveren Priesterfeest PASTOOR C. WIJNKER te Zandvoort Zandvoort’s Katholieken hebben zich opgemaakt, om het zilveren priesterfeest van hun Pastoor luisterrijk te vieren. En geen wonder I Want hoewel Pastoor Wijnker slechts ongeveer twee jaar te Zandvoort verblijft, was deze korte spanne tijds ruim voldoende, om Katholiek en niet-Katholiek in deze Noord – zeebadplaats de. rijke gaven van geest en hart, welke den Pastoor in zijn doen en laten kenmerken, te leeren waardeeren en hoogachten. 'Pastoor kent zijn parochianen en weet, hoe hij het best hen kan leiden, om den weg tot hun harten te vinden. Dat er op het oogenblik reeds een hechte band tusschen Herder en kudde bestaat, bewijzen de hartelijkheid en spontaneïteit, waarmede de voorbereidingen voor zijn zilveren priesterfeest getroffen zijn. En de Pastoor verdient dat, gelijk blijken zal uit de levensbijzonderheden van den jubilaris, welke wij uit den mond van alleszins bevoegden mochten op teek enen en welke wij hieronder laten volgen. Pastoor Wijnker werd 12 Juli 1878 te Veenhuizen (gem. Heer-Hugowaard) geboren op de boerderij „Bethlehem”, door zijn vader, den heer G. Wijnker, bewoond. De jubilaris spruit voor); uiteen geslacht, waaraan Kerk en gemeenschap veel te danken hebben. Tot op zeer hoogen ouderdom was zijn vader kerkmeester in zijn geboorteplaats, terwijl hij talrijke jaren de gemeente als raadslid en als wethouder diende. Een broer van den jubileerenden Pastoor heeft de voetstappen van zijn vader gevolgd; de andere zoon wijdde zich geheel aan den dienst van God, toen hij 15 Augustus 1904 door Mgr. A. J. Callier z. g. tot het priesterschap werd verheven. Zijn eerste kapelaansplaats was Hoek van Holland, waar hij ongeveer twee jaar verbleef, om vervolgens een tijdperk van nagenoeg gelijken duur als kapelaan werkzaam te zijn te Nootdorp. Deze vier jaren hadden den jongen, üverigen kapalaan voor zwaarderen priesterlijkenarbeid voorbestemd, weshalve zijn benoeming volgde tot kapelaan te Amsterdam (H. Nicolaas). Hier eerst ontplooide zijn priesterlijke ijver zich ïn Zjjn volle glorie. Z.Eerw. ontzag zich niet. om de Katholieken inde donkerste achterbuurten van onze hoofdstad op te zoekep en waar hij ook verscheen, bracht zijn prettige, opgeruimde geest troost en verlichting inde gezinnen, die dikwijls niet alleen In lichamelijke, maar ook in nog dieper geestelijke armoede verkeerden. Dag aan dag bracht hij zoo door, om des avonds te vertoeven in het z.g. Zwartjestehuis, dat door Z.Eerw'. gesticht was ten behoeve van de zeevarenden, en wel speciaal jonge Curaeaosche matrozen, die regelmatig Amsterdam bezochten. Godin den Hemel alleen is het bekend, hoevele zielen voor de aloude Moederkerk behouden zijn gebleven, doordat kapelaan Wijnker de zeelui hier aangenaam wist bezig te houden. Met veel persoonlijke opofferingen ging dit gepaard, maar die had de goede kapelaan er gaarne voor over. Zoo kon men kapelaan Wijnker heel dikwijls verdiept zien in het Lottospel, met Curagaosche Jantjes als medespelers. Zeven jaar lang heeft ’s Rijks hoofdstad van zijn vruchtdragenden kapelaansarbeid mogen profiteeren. Toen riep de Bisschop hem naar Rotterdam, waar hem een nieuwe, zware taak wachtte, Wat Z.Eerw. hier heeft verricht, grenst schier aan het wonderbaarlijke. Speciaal kon hij- hier zijn aandacht wijden aan het Patronaatswezen, terwijl ook de Vereenigingsgebouwen voor den Volksbond veel aan hem te danken hebben. Wij denken hier in het bijzonder aan het tehuis, dat hij voor de grondwerkers stichtte, in wier midden hü vaak vertoefde en wier nooden hij dikwijls wist te lenigen. Dit ruwe volkje, anders zoo onhandelbaar, wist kapelaan Wijnker te leiden op een wijze, die niet anders dan aller bewondering kon wegdragen. Het was dan ook een gevoelig verlies, toen Z.Eerw., nadat hij ongeveer 9 jaren in het volle Rotterdamsche leven had gestaan, door Mgr. geroepen werd, om een Pastoorsplaats op Texel in te nemen. Ook voor den nieuwbenoemden Pastoor was het een geweldige verandering: uit het drukke Rotterdam te worden overgeplaatst naar het stille dorpje Oudeschild aan de Oostzijde van het eiland Texel. De parochV ( Oudeschild telt slechs + 150 communicanten, van wie er slechts enkelen zijn, die zich in financieel gunstige omstandigheden bevinden. Temeer was de verandering van den nieuwen pastoor geweldig, daar hij ineen parochie kwam, waarin Ijverige voorgangesr hem reeds als 't ware het gras voor de voeten hadden weggemaaid. Pastoor Moens had met inspanning van al zijn krachten de gelden bijeen weten te krijgen voor verbouw van kerk en pastorie, terwijl Pastoor Koevoets er slechts enkele jaren te voren het nieuwe gebouw van den Kath. Volksbond had weten tot stand te brengen. Fasoor Wijnker verbleef inde parochie Oudeschild slechts zeer kort, want reeds op 7 Mei 1027 werd hij overgeplaatst naar Zandvoort. Tijdens zijn verblijf op Texel wist hij zich bij zijn parochianen zeer bemind te maken en dat gaat niet zoo gemakkelijk inde parochie Ouderschild. De Katholieken leven daar onder zeer eigenaardige omstandigheden, er bestaat onder de dorpelingen, van wie slechts een vijfde deel katholiek is, over het algemeen een zeer prettige verhouding. En daar de niet Katholieke bevolking van Oudeschild, voor verreweg het grootste gedeelte vurige aanhanger is van de S.D.A.P. en er slechs enkelen zijn, die met eenige godsdienstige gevoelens zijn behept, is het voor een Pastoor moeilijk den juisten toete treffen.' Pastoor Wijnker kon dit echter uitstekend. In het gebouw van den R. K. Volksbond wist hij met het ijverige bestuur daar vele zeer goed geslaagde avondjes voor de parochianen tot stand te brengen. Z. Eerw. bleek ook veel belangsteling te hebben, voor het boerenbedrijf, zelf was hij de eerste pastoor aldaar, die eigen paard en rijtuig bezat. Deze betrekkelijke „weelde” voor een pastoor van Oudeschild zou hem werkelijk duur te staan zijn gekomen. Pastoor Wijnker had de gewoonte zelf zijn paard te besturen en reed ineen gemakkelijk te behandelen karretje. Het paard was, zooals later bleek, eenigszins schichtig. Z. Eerw. ondervond dit, toen hij eens op den weg Burg—Oudeschild reed, het paard schrok vaneen passeerende autobus, geraakte op hol en het rijtuig geraakte met bestuurder ineen greppel aan den kant van den weg. Het rijtuig was deerlijk gehavend, doch de pastoor kwam er met den schrik af. In Mei 1927 deed Pastoor Wijnker dan zijn intrede in Zandvoort. Zijn eerste werk was hier, gelden bijeen te krijgen voor een nieuwe kerk. En wat hem te Oudeschild niet gegeven was, geluke hem hier in zeer korten tijd. Binnen een jaar was de kerk gebouwd en kon het mooie nieuwe Godshuis worden ingewijd. Onze lezers herinneren zich nog wel, met welk een luister en plechtigheid dit gepaard is gegaan. De oude kerkwas nu buiten dienst gesteld, maar Pastoor Wijnker zou Pastoor Wijnker niet zijn, als hij deze ruimte onbenut had gelaten. Kennende den zegenrijken invloed, welke er van de Roomsche jeugdbeweging uitgaat, richtte hij het oude kerkgebouw in voor St. Josephgezellenvereeniging en voor patronaat. Dit laatste zoowel voor jongens als voor meisjes. Eveneens riep hij een Maria congregatie voor. jongens en meisjes in het leven, welke zich reeds in steeds groeiende belangstelling mag verheugen. Tenslotte nam de Pastoor ook nog den verbouw van de pastorie ter hand. Zeiden we na dit alles opgesomd te hebben teveel, toen we beweerden, dat de Zandvoortsche kaholieken alleszins reden hebben, het feest van hun geestelijken vader luisterrijk en in dankbare stemming te vieren? De pastoor heeft zich bemind weten te maken en zijn persoonlijk stempel op vele zaken ingedrukt. Wij weten ons zeker de tolk van alle Katholieken te Zandvoort, als wij dit artikel besluiten met den wensch, dat het Pastoor Wijnker gegeven moge zijn, nog talrijke jaren temidden van de bevolking van deze badplaats te verblijven. Het Katholieke leven te Zandvoort kan er niet anders door dan to steeds grooter bloei komen.

In 1946, na 10 jaar Dordrecht, bracht Cornelis samen met zijn Rotterdamse huishoudster de kelk weer terug naar Heerhugowaard, hij ging met emeritaat. In de boerderij aan het "zuid-end" waar hij bij familie in ging wonen werd een kapel gecreëerd zodat daar elke dag een mis opgedragen kon worden. Deze kapel werd zelfs van glas-in-loodramen voorzien, en op het huisaltaar kreeg de kelk een plekje. Na elke viering werd de kelk zorgvuldig opgeborgen om bij de volgende viering weer door een lid van de familie te worden klaar gezet, en dat elke dag. In 1959 overleed Cornelis Wijnker. De kelk was toen 55 jaar in gebruik.
In de familie Wijnker was inmiddels nog iemand priester, dat was Theodorus Petrus Wijnker. En zo ging de kelk van een priester naar een priester. Theodorus, thuis Dirk genoemd, werd geboren op 28 februari 1920 in Heerhugowaard als het derde kind in een gezin van 16 kinderen van veehouder Gert Wijnker en Anna Kieft. Het gezin woonde aan het zuideinde van de Middenweg in Heerhugowaard en hoorde bij de parochie van Oudorp. Vader Gert was een bekend organist en heeft vele jaren het kerkorgel van deze kerk, en ook andere orgels in diverse kerken bespeeld. Voor deze inzet kreeg hij een pauselijke onderscheiding , het erekruis Pro Ecclesia et Pontifice.
Ook Dirk studeerde aan het seminarie van Hageveld. Op 22 mei 1948, 26 jaar oud, werd hij tot priester gewijd door bisschop Huibers in de Bavo kathedraal van Haarlem. Zijn eerste mis droeg hij op in zijn eigen parochiekerk, de Laurentiuskerk in Oudorp. Als kapelaan komt hij in vele Noord Hollandse plaatsen. Van 1951 tot 1961 is hij kapelaan te Purmerend.
En zo verhuisde de kelk in 1959 van de boerderijkapel in Heerhugowaard naar de pastorie van de Nicolaas en Catharinakerk aan de Kerkstraat in Purmerend. Kapelaan Wijnker was een aantal maanden vervanger van de kapelaan van Nibbixwoud, omdat de pastoor ziek was, ging naar Ouderkerk aan de Amstel, naar Grootebroek, en als kapelaan naar de Cyriacus en Fransiscusparochie in Hoorn, en overal ging de kelk met hem mee.
Toen kapelaan Wijnker 47 jaar was, werd hij in 1967 benoemd tot pastoor van de parochie Jacobus de Meerdere in Tuitjenhorn. Daar kreeg de kelk een plaatsje in het tabernakel van zijn altaar. Op 2 juli 1985 overlijdt pastoor Wijnker, 65 jaar oud. Hij heeft de kelk dan 26 jaar in zijn bezit gehad en sindsdien staat deze bijzondere kelk, inmiddels 107 jaar oud, nog steeds in deze kerk.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Cornelis Wijnker?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Cornelis Wijnker

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Cornelis Wijnker

Dirk Wijnker
1790-1871
Aaltje Koog
1792-1858
Grietje Rood
1797-1871

Cornelis Wijnker
1878-1959


    Montrez le quartier généalogique complet

    Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

    • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
    • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
    • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



    Visualiser une autre relation

    Les sources

    1. Registratie gezin Gerrit Wijnker en Maartje Zuurbier, BVR0040-0041-01 Il ya des images liées
    2. BS Geboorteregister Cornelis Wijnker, BSG0515 Il ya des images liées
    3. Bidprentje van Cornelis Wijnker, BP0515 Il ya des images liées

    Des liens dans d'autres publications

    On rencontre cette personne aussi dans la publication:

    Événements historiques

    • La température le 12 juillet 1878 était d'environ 18,5 °C. Il y avait 2 mm de précipitation. La pression atmosphérique était de 76 cm de mercure. Le taux d'humidité relative était de 70%. Source: KNMI
    • Du 3 novembre 1877 au 20 août 1879 il y avait aux Pays-Bas le cabinet Kappeijne van de Coppello avec comme premier ministre Mr. J. Kappeijne van de Coppello (liberaal).
    • En l'an 1878: Source: Wikipedia
      • La population des Pays-Bas était d'environ 4,0 millions d'habitants.
      • 18 février » le meurtre de John Tunstall déclenche la guerre du comté de Lincoln.
      • 20 mai » à Constantinople, Ali Suavi, hostile au sultan Abdulhamid II, et un groupe composé majoritairement de musulmans des Balkans attaquent le palais Çırağan pour tenter de libérer l'ex-sultan Mourad V et le ramener au pouvoir. Très vite, la réaction s'organise et les forces de l'ordre se dirigent vers le palais: une fusillade nourrie s'engage au cours de laquelle Ali Suavi est tué.
      • 4 juin » convention anglo-ottomane, confiant au Royaume-Uni l'administration de Chypre.
      • 10 juin » fondation de la Ligue de Prizren, ayant pour but la réunification de tous les territoires albanais en un État.
      • 30 juin » fête nationale en l’honneur de la République, instaurée par le gouvernement Dufaure, immortalisée par plusieurs tableaux de Claude Monet: La rue Montorgueil, fête du 30 juin 1878 et La rue Saint-Denis, fête du 30 juin 1878.
      • 13 juillet » clôture du congrès de Berlin, par la signature du traité de Berlin.
    

    Même jour de naissance/décès

    Source: Wikipedia

    Source: Wikipedia


    Sur le nom de famille Wijnker

    • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Wijnker.
    • Afficher des informations sur Wijnker sur le site Archives Ouvertes.
    • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Wijnker.

    Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
    Cor Danenberg, "Voorouders van Cor en Annie Danenberg", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/voorouders-van-cor-en-annie-danenberg/I515.php : consultée 27 avril 2024), "Cornelis Wijnker (1878-1959)".