Engelbrecht, Willem Anton (1874-1965)
Engelbrecht, Willem Anton, achtereenvolgens officier en leider van een Rotterdams havenbedrijf (Cheribon 25-6-1874 - Rotterdam 4-1-1965). Zoon van Eduard Alexander Engelbrecht, resident van Bantam, en Justine Louise Godefroy. Gehuwd sinds 15-4-1903 met Elisabeth Margaretha Lycklama à Nijeholt. In dit huwelijk werden 3 zoons geboren. Engelbrecht stamde uit een geslacht, dat in de 19de eeuw een vooraanstaande ambtelijke positie innam in het toenmalige Nederlands-Indië. In 1890 deed hij toelatingsexamen tot de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Hij koos bewust voor het wapen der infanterie en onderscheidde zich in 1896 en 1897 in Atjeh, waar hij de Militaire Willemsorde 4e klasse verwierf. Om gezondheidsredenen nam hij in dit laatste jaar als 1e luitenant ontslag uit de dienst. Na 1914 trad hij gedurende en enige tijd na de mobilisatie weer op als reserve-officier. In 1898 verbond hij zich als volontair aan de Rotterdamse cargadoorsfirma Wambersie & Zoon, waarvan zijn oom Antoine Plate vennoot was. In 1904 trad hij tot de firma toe. Als zodanig bewoog hij zich later ook in de zeerederij. Tot op hoge leeftijd ontwikkelde hij in deze zaken zijn activiteit. Als vooraanstaand havenondernemer trad hij op de voorgrond door organisatorische sociale werkzaamheid. Met name toonde hij zich een krachtige persoonlijkheid tijdens de moeilijkheden met de invoering van drijvende graanelevatoren te Rotterdam gedurende enkele jaren tot 1907. Uit zijn overwinning in dit conflict trok hij de slotsom, dat overleg tussen de betrokkenen nodig was ter verbetering van de toestand in het havenbedrijf. Onder zijn leiding kwam in de werkgeverskring de Scheepvaartvereeniging tot stand, waarvan hij van 1907 tot 1909 de eerste voorzitter was. Van 1911 tot 1913 bekleedde hij nogmaals deze functie. In die hoedanigheid sloot hij de eerste collectieve arbeidsovereenkomst af op 15 december 1908, hiermede vooruitlopend op de later van kracht wordende wettelijke bepaling van 1 februari 1909. In 1908 trad Engelbrecht toe tot het bestuur van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. In 1930 werd hij hiervan ondervoorzitter en nog datzelfde jaar, bij een tussentijdse vacature, voorzitter. De actieve en fel bewogen man drukte zijn stempel op de strijd van de Kamer tegen de gevolgen van de zwaar op de internationale haven drukkende economische crisis. Ook de verhouding tot België, welke, na de verwerping door de Eerste Kamer van het met dit land gesloten verdrag van 3 april 1925, moeilijk was, had zijn invloedrijke belangstelling. Hij betoonde zich tevens een bevorderaar en beoefenaar van de wetenschap. In 1913 speelde hij een belangrijke rol bij de oprichting van de Handelshogeschool te Rotterdam, bij welker leiding hij lange tijd betrokken bleef. In 1929 werkte hij mede aan de stichting van het Nederlandsch Economisch Instituut. Zijn onderneming bood op ongewoon ruime schaal ruimte voor de vervulling van stages door studenten. Van 1928 tot 1946 was hij voorzitter van de door de Hogeschool ingestelde commissie voor voortgezet handelsonderwijs ten bate van de ontwikkeling van medewerkers op de handelskantoren. Op 24 juni 1954 verleende de Nederlandsche Economische Hoogeschool hem bij zijn tachtigste verjaardag honoris causa het doctoraat in de economische wetenschappen. Engelbrecht bracht een indrukwekkende verzameling bijeen van oude reisbeschrijvingen, journalen, kaarten, atlassen, historieprenten en -tekeningen, alsmede van boeken op deze en verwante gebieden. Hij maakte het mogelijk, dat de gemeente Rotterdam deze wetenschappelijke schatten op gunstige voorwaarden uit zijn nalatenschap kon overnemen. Op zijn naam staan ook verschillende wetenschappelijke publikaties, terwijl hij actief werkzaam was in geleerde genootschappen.
P: Zijn voornaamste publikatie was W.A. Engelbrecht en P.J. van Herwerden, De ontdekkingsreis van Jacob le Maire en Willem Cornelisz. Schouten in de jaren 1615-1617 ('s-Gravenhage, 1945. 2 dln.). (Werken Linschoten-Vereeniging.)
L: W.F. Lichtenauer, in Economisch-Historisch Jaarboek 30 (1965) 315-322.
I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 437.
Il est marié avec Elisabeth Margaretha Lycklama á Nijeholt.
Ils se sont mariés le 15 avril 1903 à Zwolle Ov. NL , il avait 28 ans.
Evénement (6. Akte van huwelijk.) le 15 avril 1903.
Akte: 45Huwelijk Willem Anton Engelbrecht en Elisabeth Margaretha Lijcklama à Nijeholt, 15 04 1903
Aktedatum:15 04 1903
Huwelijksdatum:15 04 1903
Huwelijksplaats:Zwolle
Soort akte:huwelijksakte
Bruidegom:Willem Anton Engelbrecht
Vader bruidegom:Eduard Alexander Engelbrecht
Moeder bruidegom:Justine Louise Godefroij
Bruid:Elisabeth Margaretha Lijcklama à Nijeholt
Vader bruid:Petrus Lijcklama à Nijeholt
Moeder bruid:Catharina Elisabeth Margaretha de Kok
Toegangsnummer:0123 Burgerlijke Stand in Overijssel
Inventarisnummer:14577
Aktenummer:45
Willem Anton Engelbrecht | ||||||||||
1903 | ||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.