Il avait une relation avec Augusta van Hessen-Kassel.
Enfant(s):
Adolf Frederik (Buckingham Palace, Londen, 24 februari 1774 – aldaar, 8 juli 1850), hertog van Cambridge, was als tiende kind en zevende zoon vankoning George III van het Verenigd Koninkrijk en Charlotte van Mecklenburg-Strelitz, lid van het Britse koninklijk huis. Hij was eenentwintig jaarlang onderkoning van Hannover.
Prins Adolf kreeg thuis privé-les voordat hij met zijn broers, prins Ernst en prins August, in de zomer van 1786 naar de universiteit van Göttingenin Duitsland werd gestuurd. In 1791 ging hij met Ernst naar Hannover om van veldmaarschalk Heinrich Wilhelm von Freytag militaire training te ontvangen.Adolf promoveerde in 1794 naar de rang van kolonel, in 1798 naar die van luitenant-generaal en in 1813 naar die van veldmaarschalk. Adolf diende vervolgensin verschillende regimenten.
Hij trouwde met zijn achternicht Augusta van Hessen-Kassel (1797-1889), een kleindochter van landgraaf Frederik II van Hessen-Kassel. Het burgerlijkehuwelijk was op 7 mei 1818 te Kassel, Duitsland, en de kerkelijke ceremonie op 1 juni te Londen.
Van 1816 tot 1837 had Adolf de functie van onderkoning van Hannover voor zijn oudere broers, George IV en Willem IV. Koning Willem IV werd na zijndood in 1837 in het Verenigd Koninkrijk opgevolgd door zijn nicht Victoria. De in Hannover geldende Salische Wet maakte opvolging in de vrouwelijkelijn daar echter onmogelijk. Zo kwam Willems eerste mannelijke erfgenaam, Ernst August, op de Hannoveraanse troon en kwam er een einde aan de personeleunie tussen Groot-Brittannië en Hannover, die sinds 1714 had bestaan. Hierdoor verloor Adolf zijn functie als onderkoning van Hannover en keerdehij met zijn gezin terug naar Londen, waar hij in Kensington Palace ging wonen. Vlak voor zijn vertrek sprak hij de bevolking van Hannover toe, waarbijhij zei altijd met affectie aan hen zou blijven denken en hoopte dat het omgekeerde ook het geval zou zijn. Dit laatste was ongetwijfeld het geval.Al was het maar omdat Ernst August, meteen na zijn aantreden de onder Adolf ingevoerde liberale grondwet van 1833 verscheurde en zijn leven lang alseen absoluut monarch over Hannover regeerde.
Adolf stierf op 76-jarige leeftijd en werd begraven te Kew, een stadsdeel van Londen. Zijn overblijfselen werden later herbegraven in de St. George’sChapel van Windsor Castle.
Koning George III stelde prins Adolf in 1786 aan als ridder van de Kousenband (KG) en gaf hem in 1801 de titels “Hertog van Cambridge”, “Graafvan Tipperary” en “Baron Culloden”. Later wees de koning hem aan als lid van de Privy Council (PC), een raadsorgaan van de koning, en steldehij Adolf aan als ridder grootkruis in de Orde van het Bad, ridder grootkruis in de Orde van Sint-Michaël en Sint-George en ridder grootkruis vande Koninklijke Welfische Orde (GCH).
Adolf was geboren met de titel “Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Adolf Frederik van het Verenigd Koninkrijk” en stierf met de titel “Zijne KoninklijkeHoogheid Veldmaarschalk De Prins Adolf Frederik, KG, PC, GCB, GCMG, GCH, Hertog van Cambridge, Graaf van Tipperary en Baron Culloden”.
Adolf van Cambridge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Augusta van Hessen-Kassel |
Les données affichées n'ont aucune source.