(1) Il est marié avec Martha Huurdeman.
Ils se sont mariés le 20 novembre 1912 à Soest , il avait 27 ans.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Wilhelmina Johanna Stalenhoef.
Ils se sont mariés le 17 septembre 1920 à Soest , il avait 35 ans.
Enfant(s):
Rijk Hilhorst maakte in 1912 een start op een eigen boerderij. Hij had toen 5 bunder (hectare) eigen weiland en 7 bunder gehuurd van zijn vader Piet. Omstreeks 1930 is de boerderij al gegroeid tot zo'n 20 bunder. De nuttige veestapel bestaat dan uit ongeveer vijftien melkkoeien, tien stuks jongvee, vier varkens en een paard. Daar moeten zeven tot negen personen van leven. Door een slechte nier is moeder Wilhelmina de eerste jaren veel ziek. Daarom is er ruim negen jaar een meid voor dag en nacht: Antje Malenstein. Er is geen vaste knecht. Als de jongens nog klein zijn, helpt Antje dikwijls met het melken en ook op het land. Alleen op zondag heeft ze vrij. 'Elke zaterdamiddag gaat zij lopend naar huus in Eemsediek'. Als liefhebberij worden ook enkele schapen gehouden. Voor elk gezinslid een eigen schaap. Bij die schapen hoort een herinnering van een spel ten opzichte van moeder: 'As d'r ien dood ging was tíe altied van moeder; zo wisten we dat van te veuren.'
In de zomermaanden begint de dag tussen vier uur en half vijf. Twee personen gaan melken. Zij zorgen dat er om zeven uur drie bussen melk van elk 30 liter aan de weg staan. Tusssen zeven en negen uur komt lange Bart (Malenstein) de melk halen met het oude Fordje. Hij brengt de melk naar melkfabriek Eemlandia in Bunschoten. De prijs is een tijdje gedaald tot 1,75 gulden per 100 liter. Elke koe geeft 10 tot 15 liter melk per keer. Er blijft dus melk over voor ander gebruik op de boerderij; om kaas te maken en kalveren vet te mesten (met echte melk). Het gezin ontbijt samen om acht uur. Daarna gaat ieder aan het werk. De mannen meestal op het land. Om goed tien uur wordt er koffie gebracht naar de werkers op het land. Jarenlang is dit een taak voor de jongste zoons. De warme maaltijd gebruikt men om ongeveer half één.
Door de slechte afvoer van het regenwater staan 's winters grote stukken land onder water. In maart droogt de polder weer op. Later is dit probleem door de bouw van meer en sterkere gemalen voorbij. 's Zomers hebben de boeren met hoger gelegen land vaak last van de droogte. Dan gaan de sluizen bij de Eem open om water in te laten. Dat helpt echter te weinig voor het hogere land, want zo hoog komt het water niet.
Bron: Eemland in verandering, ontginning en ruilverkaveling in het gebied van de Eem. Jelle Vervloet en Simon van den Bergh.
Richardus Hilhorst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1912 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martha Huurdeman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1920 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wilhelmina Johanna Stalenhoef |
Les données affichées n'ont aucune source.