Al spoedig was Aagje Deen in de gelegenheid een echte winkel te betrekken. Janus Wijte kocht in 1924 aan het noordeinde van het dorp een huis waarin een piepklein winkeltje. Janus verhuisde mee met het gezin van Aagje Deen naar het nieuwe winkelhuis. In het nieuwe pand kon Aagje Deen onder betere omstandigheden haar kruidenierszaak voortzetten. Het pand als zodanig bestaat nog steeds. Verbouwd tot een particulier woonhuis kennen wij de oude winkel van Aagje Deen nu als Dorpsstraat 253. Op 8 maart 1929 overleed Janus Wijte en Aagje Deen erfde het winkelhuis van de kinderloze Janus.
Om het venten te vergemakkelijken schafte Aagje een duwkar aan, ook wel bakkerswagen genoemd. Deze kar werd voortgeduwd door de kinderen Commandeur en moeder Aagje ventte de boodschappen uit. Later kwam er een transportfiets met voorop een vierkante mand en uiteindelijk werd een driewielige bakfiets met een gesloten bak gekocht. Het venten werd toen aan de kinderen overgelaten, vooral aan Aagje’s oudste zoon Jaap, geboren op 21 juni 1907. Ook in de winkel deden modernere instrumenten langzamerhand hun intrede. De weegschaal met gewichtjes werd vervangen door een moderne snelweger met een pijl voor de aanduiding van het gewicht en in plaats van een geldbak in een lade kwam er een kasregister met hendeltjes en een slinger. De prijs van het gekochte artikel werd met hendeltjes, die naar beneden moesten worden gedrukt, ingesteld op het kasregister en vervolgens werd de prijs afgedrukt op de kassabon door een aantal malen aan de slinger te draaien. Tot slot werden alle prijzen bij elkaar opgeteld en werd een kassabon afgedrukt. Ook kwam er een elektrische koffiemolen waardoor, na veel geraas van het luidruchtige apparaat, een pakje koffiebonen vers gemalen aan de klant kon worden meegegeven. Sigaren kostten, afhankelijk van de kwaliteit, 3 tot 6 cent per stuk en voor een pakje sigaretten van twintig stuks moest 15 cent worden betaald. Ook pijp- en pruimtabak gingen in ruime mate over de toonbank. Wie kent ze nog de puntzakjes “Pool’s pruimtabak” en het verschijnsel van de voornamelijk oudere mannen die op straat regelmatig een bruine straal tabakssap uitspuwden? Later kwam er ook een houten kast in de winkel met drogisterijartikelen en op zolder werden klompen en zachtlederen klompsokken verkocht. In het begin van de jaren dertig werd de winkel verbouwd. Achter de winkel werd door aannemer Piet Borst een groot pakhuis en een schuur met een grote extra zolder met houten stellingen gebouwd. Voor de vleeswaren werd een met de hand aangedreven snijmachine aangeschaft en een elektrische koelkast. Een tafelmodel van het Amerikaanse merk “Goldspot”. De slagers in Obdam waren toen nog niet zo ver. Zij gebruikten wel koelkasten om hun vlees langer te kunnen bewaren, maar gebruikten staven ijs voor de koeling.
De kruidenierszaak werd in die tijd vooral gedreven door Aagje’s zoon Jaap. Zo langzamerhand was hij de kruidenier geworden. Hij had zakelijk inzicht en veel gevoel voor reclame. “Het kleine winkeltje met de grote omzet”, was zijn slogan in krantjes en folders. Bij het tienjarig bestaan van de winkel in 1934 werden filmvoorstellingen gegeven in zaal “De Admiraal” van Jan Tambach. De toegang was gratis! De middagvoorstelling was bestemd voor de jeugd. Dit jeugdprogramma bestond voornamelijk uit de vertoning van animatiefilms zoals “Micky Mouse” etc. De meeste kinderen hadden nooit eerder een film gezien en dat betekende veel angstig gegil wanneer een auto of een trein vanaf het filmdoek schijnbaar de zaal inreed. Na afloop kregen de kindertjes een vlaggetje en wat snoepgoed. Een ongekende luxe, zo midden in de crisistijd!
Voor de volwassenen werd ’s avonds de film “De wees van het verre westen” vertoond. De hele film bestond uit zeven grote rollen en telkens moest de filmvoorstelling worden onderbroken om een volgende rol op het filmapparaat te zetten. Een van de hoofdrolspelers vertoonde een sprekende gelijkenis met noodslachter Jan Knijn, die destijds woonde op de hoek van de Lutkedijk en de Kaag. Telkens wanneer de hoofdrolspeler op het witte doek verscheen, gaf dit veel hilariteit in de zaal. Ook het volwassen publiek had waarschijnlijk nooit eerder een film gezien en men was dus niet veel gewend.
Elle est mariée avec Cornelis Commandeur.
Ils se sont mariés le 30 août 1905 à Opdam, elle avait 23 ans.
Enfant(s):
Agatha ( Aagje) Deen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1905 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Commandeur |
Les données affichées n'ont aucune source.