Il est marié avec maria HAVELAAR.
Ils se sont mariés le 18 novembre 1865 à maasdam , il avait 25 ans.Source 1
Enfant(s):
Cornelis de Geus was op 27 mei 1840 te Maasdam geboren. Zijn moeder, Marijgje van der Waal, was een godvrezende vrouw. Dikwijls zat ze aan de kerkenka, een pad langs de vliet, te zingen. Dan zeiden haar kinderen wel eens: Moeder, dat zingtu helemaal verkeerd, dat is een hele andere wijs! Maar dan zei ze: Boven zal ik wel op de goede wijs zingen, hoor! Ze is ruim gestorven op 19 maart i86o, 47 jaar oud.
Cornelis wandelde aanvankelijk niet in het voetspoor van zijn moeder. Hij ging de wereld in en was een liefhebber van stropen. De Heere greep hem echter in zijn hart. Toen moest hij zijn eertijds met hete tranen bewenen. Hij zei eens: Vroeger heb ik het kwaad binnengehaald en nu wil ik het eruit hebben, maar nu gaat het niet!
In 1865 trad hij te Maasdam in het huwelijk met Maria Havelaar. Van beroep was De Geus vlasboer.
In 1890 werd het gezin De Geus in diepe rouw gedompeld. Op 3 oktober van dat jaar overleed een meisje van nog geen vier maanden oud, Corstiana. Precies twee maanden later, op 3 december 1890, werd het gezin opnieuw getroffen door een zware slag. s Nachts om één uur overleed dochtertje Cornelia, nog maar tien jaar oud. Op school had ze van de juffrouw een klap op haar hoofd gekregen met een stok en dat was zo hard aangekomen, dat ze aan de verwondingen overleed. Voor dit meisje mocht gegronde hoop zijn dat ze een goede ruil gedaan had. Dikwijls zei ze: Ik moet sterven, vader! En dan ging De Geus met haar in het gebed. Ook zei ze nogal eens: Vader, wilt u eens lezen? Op de vraag wat hij dan moest lezen, antwoordde ze altijd: Over de arme Lazarus. Ze had veel strijd met de dood. De Heere nam echter op het laatst de vrees voor de dood weg, nadat Hij ook aan haar vader bekendgemaakt had dat haar een beter lot bereid was. Kind, zei hij, leg nu je hoofdje maar gerust neer. Ik heb tijding van Boven gekregen, alles is goed. De Heere zal voor je zorgen.
Daar heeft het meisje nog van mogen getuigen.
Het bestuur van de school kwam aan De Geus vragen of ze de juffrouw moesten ontslaan. Daarop antwoordde hij: Nee, de Heere heeft het zo gewild!
Er is nog een bijzonder voorval bekend met betrekking tot dit jong gestorven meisje. Op een keer waren haar twee oudere zussen elkaar vragen voor de catechisatie aan het overhoren. Cornelia zei: Overhoor mij ook eens. Haar zussen begonnen te lachen, want zij had die vragen nooit geleerd, omdat ze nog te jong was. Toch bleef ze aanhouden. Toen ze ook haar overhoorden, bleek dat ze die vragen allemaal goed kon beantwoorden, terwijl ze die nooit geleerd had.
De Geus behoorde tot de Gereformeerde Kerk in Puttershoek. In 1893 stond hij op een tweetal voor ouderling. In december 1895 werd hij tot ouderling gekozen, waarvoor hij bedankte. Een jaar later werd in de kerkenraadsvergaderingen regelmatig gesproken over eenige leden die den openbaren Godsdienst verzuimen en elders kerken. Daaronder behoorde ook De Geus. Waarschijnlijk kerkte hij ook regelmatig in de Christelijke Gereformeerde Kerk in s-Gravendeel. Vanwege zijn gezondheid zal het voor hemniet lang mogelijk geweest zijn om naar s-Gravendeel te lopen. Uit overlevering is bekend dat hij later thuis een preek voorlas. Wulfert Floor was zijn lievelingsschrijver. Ik neem Floortje maar weer eens! zei hij dan.
De Geus had een zwakke gezondheid. Op het laatst kon hij niet meer werken. Dat betekende ook geen inkomsten. Zijn vrouw zei eens: Kees, t keldertje is binnenkort leeg!Och vrouw, de Heere kan beter in t keldertje kijken dan wij, hoor! was zijn antwoord. Zijn geloofwerd niet beschaamd. Ze hebben nooit gebrek hoeven te lijden. Daar werd zelfs eens een dier voor gebruikt. Toen het water tot aan de lippen gestegen was, liep er een bunzing door de kelder. De pels van het dier bracht geld op. Van de opbrengst konden de dagelijkse levensbehoeften worden aangeschaft.
In Maasdam had men respect voor De Geus. Als kinderen hem in de verte aan zagen komen, zeiden ze: Jongens, daar komt Kees de Geus aan!
Als het mooi weer was, zat hij wel eens buiten op het bankje te zingen. Een van zijn geliefde verzen was:
Jezus, Uw verzoenend sterven
Blijft het rustpunt van ons hart.
Als wij alles, alles derven,
Blijft Uw liefd ons bij in smart.
Och, wanneer mijn oog eens breekt,
t Angstig doodszweet van mij leekt, Dat Uw bloed mijn hoop dan wekke, En mijn schuld voor God bedekke. Toen hij nog werkte, was het zijn gewoonte om s avonds als hij naar huis kwam te zingen:
Eens aan de avond van mijn leyen,
Breng ik van zorg en strijden moe,
Voor elke dag mij hier gegeven,
U hoger, reiner loflied toe.
Op zijn sterfbed had hij het naar het lichaam soms erg benauwd. Nadat hij weer eens zon benauwdheid gehad had en weer bij mocht komen, zei hij: Nu dacht ik dat ik bij de Heere Jezus was, ben ik nu nog hier? Tegen zijn vrouw zei hij eens: Ik zou je wel mee willen nemen! Cornelis de Geus overleed te Maasdam op 8 augustus 1907 .s avonds om acht uur. Hij was toen 67 jaar oud.
cornelis de GEUS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1865 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maria HAVELAAR |