Van der Ende stamboom » Joost Cornelisz van den Enden (1639-1679)

Données personnelles Joost Cornelisz van den Enden 

Les sources 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Famille de Joost Cornelisz van den Enden

Il est marié avec Maertge Pieters Breghman.

Ils se sont mariés le 5 mai 1666 à Schipluiden, 2636, Nederland, il avait 26 ans.


Enfant(s):



Notes par Joost Cornelisz van den Enden

1.Wordt bij begraven genoemd: Joost de Molenaar.

GeneaNet: wjschulze



2.Descendants of Joost Cz van den Ende






Generation No. 1




1. Joost Cz3 van den Ende (Cornelis Hugen2, Joost1)1 was born ca 1645 in JM wonende Pijnacker1, and died 1679 in Maasland, begraven in de kerk1. He married Maartje Pieters Breghman1 5 mei 1666 in Schipluiden o.tr, otr Vlaardingen 16/4 getr. Delft? FN19561, daughter of Pieter Bregman and Trijntje Oosterlee. She was born ca 1645 in [Berghman] jd won Zouteveen, wed in de Kralingerpolder1, and died Aft. 7 mrt 1703 in Dan doopgetuige!1.


Notes for Joost Cz van den Ende:


S1-190 Joost Cornelisz Mooleman J.M. Marijtje Pieters J.D. met att van Delft


uit lijst met namen van de gehuwden ten tijde van Isaack Leiendecker (1658-1698), zie S1-173 e.v..


Verdeeld over de hoofdnummers is hier een genealogie uit GN in de notes opgenomen.


1. Joost Cornelisz. van den Ende, watermolenaar, O:, in of omstreeks 1679, begraven in ,de kerk te Maasland ,,van ‘t graf te openen voor Joost de Molenaar IS”, trouwde Maerfge Piefers Berghman, leeft nog 7 maart 1703, als doopgetuige vermeld; zij hertrouwde (ondertrouw Maasland) 9 okt. 1680 Cornelis Jansz. van der Vaart: watermolenaar in de Kralingerpolder nabij de ,,Brederoderhoeve.

Uit dit huwelijk:


1. Cornelis, volgt 11.


2. Aeghje Joosten van den Ende, ged. Maasland 30 dec. 1673, begr. ald. 18 maart 1749, tr. Maasland 16 maart 1698 Leendert Philipsz. Rodenburg, geb. Naaldwijk, watermolenaar, testeerde met zijn vrouw voor nots Jacob van der Werff te Delft op 14 okt. 1724.

3. Piefer Joosten van den Ende, ged. Maasland 9 mei 1677.



Bijlage 1 (ex Weeskamer Maasland no. 1).


ACTE VAN UYTKOOP


Compareerde voor Hendrick van Waerf, schout, Ghijsbrecht Isbranfsz. Delff ende Cornelis Zuijdervliet schepenen ende overvooghden van alle minderjarige weeskinderen,behoorende onder de weeskamer van den Dorpe ende Ambachte van Maesland, Maertge Pieters Berghman, weduwe van Joost Cornelisz. van der Ende, haer O:e man zal. geadsiteert met Pieter Dircxsz. Goufappel, haer g e k o o z e n voocht in desen ter eenre, ende Cornelis Piefersz. van ‘f Schouw, watermolenaer woonende in de Kralingerpolder van Maeslant voor hem selven als oom en voocht van ‘s moederszijde van de naergenoemde weeskinderen, ende nogh vervangende ende hem sterchmaeckende voor Dirk Cornelisz. van den Ende, oom van ‘s vaderszijde ter andere zijde, ende verklaerde(n) sij comparanten respective in de voors qualiteijten met malkanderen in der minne ende vruntschap verdragen ende geaccordeert te sijn nopende de uijtkoop van de kinderen haer vaderlijcke Erffenisse ende besterffenisse, ende dat in maenieren, ende op condrtien hier naervolgende, te weten dat de voorn. weduwe, in vrijen eygendom sal hebben ende behouden alle ‘t gene de voorn. haeren man metter doodt heeft ontruympt ende naergelaten niet ter werelt uytgesondert, des dat sij weduwe daer jegens gehouden sal zijn, haer kinderen genaempt Cornelis loosfen van den Ende out tiendalff wordende voor mey 1681 elff jaren, Item Aeghje Joosten van den Ende, out nieuwejaersavont

1680 seven jaren, ende Piefer loosten van den Ende out geweest sijnde den 6e mey 1680 drie jaren, ofte yder daer ontrent, gehouden sal zijn op te voeden en onderhouden in eten, drincken, cleedenreeden van wolle linne ende alle andere behouften, deselve kint off kinderen in sieckte en gesontheyt van nooden hebbende, ende dat tot den ouderdom van achtien jaren toe, ondertusschen deselve k’ndt off kinderen ter schele te doen gaen en te late leeren lesen en schrijven met een hantwerck daer toe ijder van de selve best bequaem sullen zijn naer haer vermogen ende daerenboven nogh soo wanneer de v(oor)s kinderen komen te trouwen maer anders niet te geven tot haar uytsettingh van kleedingh ende reedingh yder kint een silvere duyckaton, sonder eenige kortinge daeraen te mogen doen, alsmede te betalen alle de lasten ende schulden des boedels daer mede de selve belast is, mitsgaders ‘t sallaets op desen gevallen, ende in cas een van de voors. kint off kinderen voor den voorn. ouderdom van achtien jaren quamen te overlijden, soo bel(ooft) sij comparante als weduwe de voors. kint off kinderen, eerl(ijck) op haeren kosten te sullen doen begraven, ende als dan sal ontslagen sijn van alle ‘t gunt hier vooren is belooft. Ende hiermede (v( er)claerde sij comparanten uytkoop gedaen te hebben, ende uytgekocht te wesen, belovende malkanderen, desen aengaende om geen andere uytkoop te eysschen ofte doen eysschen. Tot naerkominge ende verseeckeringe van alIe ‘t gene voors. staet verbindt sij weduwe haer persoon ende generaI(ycken) alle haere andere goederen. soo roerende als onroerende hebbende, ende verkrijgende egeen uytgesondert, ten bedwangh van allen ‘s Heeren rechten ende rechteren. Alles sonder bedrogh. Aldus gedaen ende verleden voor Schout ende Schepenen voornoemt ende t’oirkonden geteyckent op den XVIe October XVIc tacktigh.

Hendrick van Waert 1680. Gijsbrechf Ysbrants Delff Corñ Zuydervliet


1680.Bijlage 2 (ex. R. A. Maasland no. 2)


Compareerde ter Reghthuyse van den Dorpe ende Ambaghte van Maeslant Maertge Pieters Berghman: weduwe van loost Cornelisz. van den Ende haer O: Man Zalyger. geadsisteert met Pieter Dircxsz. Goufappel haer gekooren vooght in desen, te kennen gevende dat Sij met den vooriï. haeren man heeft geprocreert drie kinderen, sijnde onmondigh, dienende volgens Tweesrecht deses Ambachts van vooghden versien tewerden, versouchende Sij comparanten Boelhoudt. Nominerende Dubbelt getal van Vooghden, Namentlijck Ende van

i Dirck Cornelisz. van I Cornelis Pietersz.den Ende, vant Schouw van ‘s Vaderszijde met S moederszijde i ende lfsbrant Cornelisz. Daem Piefersz. van den Ende Berghman Schoudt, ende Gerechte van Maeslandt, als overvooghden van alle minderjaerige weeskinderen,

behoorende onder de Weeskamer aldaer, gesien hebbende ‘t bovenstaende versouck, committeeren ende stellen, gelijck wij committeeren ende stellen bijdesen tot vooghden over de drie naergelate onmondighe weeskinderen van loost Cornelisz. van den Ende zalyger bij hem geprocreert aen de voornoemde Maerfge Piefers Berghman, Dirck Cornelist. van den Ende, oom van ‘svaderszijde, ende Cornelis Pietersz. van ‘t Schouw, oom van ‘s moederszijde, omme de voors. kinderen en deszelfs goederen te regeren ende administreeren, en hen luyden onderwerpende Tweesrecht deses Ambachts. Actum int Collegie, present Mr. Hendrick van Waert, schoudt, Cornelis Zuyderoliet,

beenderf lansz. v a n Bergen, Pieter Cornelisz. van der Valck, Ary Cornelisz. van der


Goude ende Jacob Piefersz. de Jongh, schepenen en weesmannen voorn(oem)t. Actum den Xe April 1680.


Ter ordonnantie van de selve Bij mij als secretaris.Glaude van der Tholl Bijlage 3 (ex. Biografisch Woordenboek van Van der Aa, Haarlem 1859, D. IV, litt.E, bl. 42).



More About Joost Cz van den Ende:


Burial: "van ´t graf te openen voor Joost de Molenaar 1 £1


Occupation: watermolenaar1



Notes for Maartje Pieters Breghman:


A38. Haar eerste huwelijk is ook geregistreerd te Schipluiden, O.T. 5-meij 1666, Joost Cornelisz. Mooleman,


j.m. en Maertje Pieters j.d., met aantekening Delft.



Marriage Notes for Joost van den Ende and Maartje Breghman:


A38. Het huwelijk is ook geregistreerd te Schipluiden, O.T. 5-meij 1666, Joost Comelisz. Mooleman,



4. Joost Cornelisz VAN DEN ENDE (Cornelis2) was born about 1650 in Zierikzee, Zeeland, Netherlands. Joost died 1679 in Maasland, South Holland, Netherlands. He married Maertge PIETERS BERGHMAN about 1670 in Zuid Holland, Netherlands. She was born about 1650 in Zuid Holland, Netherlands.

They had 3 children:


+ 7. M i. Cornelis JOOSTEN VAN DEN ENDE, christened 26Feb 1670.


+ 8. F ii. Aeghje JOOSTEN VAN DEN ENDE, christened 30Dec 1673, died Mar 1749.


9. M iii. Pieter JOOSTEN VAN DEN ENDE, born 6May 1677 in Maasland, Zuid Holland, Netherlands.


BIJDRAGE TOT DE KENNIS VAN HET GESLACHT VAN DE(N-R) ENDE, door D. VAN BAALEN


De naam van der Ende (van den Ende, van den Eyfnden) kwam in de zeventiende eeuw reeds veel voor in Holland en daarbuiten, bij personen behorend tot uiteenlopende maatschappelijke kringen. Zo vindt men b.v. in ‘de trouwboeken van ‘s-Gravenhage als bruidegom anno 1642 Jan van der Ende, jongeman van Brugge, anno 1651 Jacob Joppen van der Ende, mr. chirurgijn te Rijnsburg en als ‘bruid anno 1646 Connelia van den Ende, jongedochter van Middelburg. De notariële archieven van ‘s-Gravenhage ‘bevatten ‘de ‘naam van Jonkheer Jacob van den Eynden, heer van Haemstede anno 1612 en in die van 1662 komen voor de Jonkers Willem en Jacob van den Eynden.

Haamstede ziet op Zeeland; ook op het eiland Flakkee werd toen de naam van den Eynden aangetroffen, evenals in [het oostelijk deel van de Bommelerwaard. In Delfland vindt men dan de naam van den Eynden in de rechterlijke archieven van Nootdorp. De betreffende personen heten in de registers van de gereformeerde (Ned. Hervormde) kerk en later ook in de rechterlijke archieven van den Ende.

Ariaenfgen Foppen van den Ende, gedoopt te Nootdorp 7 augustus 1605 als dochter van Vop Goris, overleed daar als weduwe van Corneliz


van Baersenburgh, in leven secretaris van Nootdorp, vóór 12 september 1678. Haar man, de secretaris, schreef de naam: van den Eynden. Veelal werd ,de familienaam echter weggelaten en werd volstaan met het noemen van de vadersnaam, op deze wijze: Cornelis Huygensz. Het gebruik van een patronymicum bemoeilijkt het onderzoek niet weinig. Symon Huygensz. van den Eynden (ook Simon Hugensz. van den Ende) was kleermaker en schepen (gezworene) in den banne van Nootdorp. Verder was hij geïnteresseerd bij de vervening. Evenzo zijn broeder Cornelis Huygensz., gedoopt Nootdorp 10 april 1594 als zoon van Huygh Goris (#mogelijk een broer van Vop Goris, bovengenoemd) en Maertgen Cornelis. Anno 1657 had deze Cornelis Hugensz. van den Ende zich te verantwoorden wegens het niet betalen van een partij turf door hem te Delft geleverd en van een zekere Diere lansz. in Hogeveen onder Nootdorp gekocht.

De hierna volgende genealogie vangt aan met Joosf Cornelisz. van de(n-r) Ende, die als Joost de Molenaar (bedoeld is watermolenaar)


anno 1679 te Maasland in de kerk aldaar werd begraven. Zijn oudste zoon Cornelis werd te Maasland gedoopt 26 februari 1670.


Diens doopakte is zeer eenvoudig, als volgt: (1670) Cornelis, v, loost Corn. den 26 febr.


Dat wij hier met generatie II van de bewezen genealogie te maken hebben volgt uit de akte van uitkoop gepasseerd voor schout en gerechte van Maasland op 16 oktober 1680 door de moeder Maerfje Pieters Berghman, weduwe van Joost Cornelisz. van den Ende. Haar zoon Cornelis is dan ,,out tiendalff wordende voor meij 1681 elff jaren” (zie bijlage 1). Blijkens de akte van voogdijstelling, gepasseerd voor schout, schepenen en weesmannen van Maaslaad op 10 aspril 1680 (zie bijlage 2) waren zijn broers Dirck ,en IJsbrant Cornelisz. van den Ende. Hun zuster was Pleuntje Cornelis van den Ende. Dit volgt uit het testament, dat Pleuntje met haar eerste man Cornelis Maartensz. van ‘t Wout lmaakte voor schepenen van Maasland op 27 augustus 1681 en waarin Dirck Cornelisz. van den Ende haar comparants ‘broeder genoemd wordt. Na het overlijden van Cornelis Maartensz. van ‘t Wout hertrouwde Pleuntje op 26 april 1682 met Ary Jacobsz. Coppert. Zij woonden toen beiden in de Duifpolder onder Maasland. Waar IJsbrant gevestigd was is niet te voorschijn gekomen. Hij was gehuwd met Beeltje Jacob.s. Dit blijkt uit het doopboek van ,de Hervormde gemeente van Berkel uit een inschrijving van 13 april 1681. Op genoemde datum werd zijn neef Abraham gedoopt, zoon van zijn broer Dirck, en waren hij

Dirck Córnelisse van der Efnde was als jongeman wonende tot Berkel al,daar op 20 maart 1672 in het huwelijk getreden met Marritie (Maritje. Maria, Maartje) Claese Tas, jongedochter van Bergschenhoek. De .doop van Dirck noch ,die van IJsbrant, Joost of Pleuntje is in de kerkboeken van Berkel te vinden, zodat aangenomen kan worden, dat Dirck zich voor zijn ,huwelijk, komende van elders, daar gevestigd heeft. Deze vestiging kan echter reeds op zeer jeugdige leeftijd hebben plaats gehad. In de plaats van zijn inwoning was Dirck een vooraanstaand ingezetene. Hij woonde in ‘het Noordeinde en hield zich met ,de vervening bezig. Hij werd schepen en achteman van Berkel ,en Rodenrijs. Anno 1692 stond hij op de nominat,ie als welgeboren man van Delfland. Hij, of beter zijn zoon Jan, had enige betrekkingen met Nootdorp. In 1707 trouwde deze met een geborene van Hogeveen onder Nootdorp en in 1714 hertrouwde Jan te Nootdorp met Pleuntje Dingemans Schenk. Al bewijzen deze betrekkingen met Noot,dorp niets, toch blijven, zij ,de aandacht op eisen, wellicht ,ten onrechte. Te Nootdorp werd op 24 juni 1649 een lesbrandt gedoopt als zoon van Connelis Hugen, die mogelijk identiek is aan Cornelis Huygensz. hiervoor genoemd,

den Ende ,met namen vermeld staan. Dit valt te betreuren omdat wij hier in de mist blijven en slechts kunnen constateren, dat een ,dochter van Cornelis Hugensz van den Ende, Elisabeth, voor schepenen van Berkel trouwde op 9 oktober 1667 met Jan Leendertsz. Droge. Dat de bruid een zuster van Dirck zou zijn geweest Mijkt nergens uit. Wel kan men uit deze huwelijkssluiting voor schepenen afleiden, dat één der, of beide, partijen niet tot de gereformeerde kerk (behoorde. Gemengde huwelijken met bewilliging der ouders zijn dan in dit gebied vrij regelmatig voorvallende gebeurtenissen en bewijzen, dat de reformatie hier niet diep heeft aangeslagen. De Vlaamse naamsvormen en het gebruik van het Vlaamse pond als rekeneenheid bij de ruil wijzen wel op een herkomst uit het Zuiden, doch deze behoeft niet samen te vallen lmet de val van Antwerpen ( 1585) en de daaraan direct voorafgaande gebeurtenissen, Dat Dirck Connelisz. van der Ende als welgeboren man op de nominatie werd gebracht - in de jaren 1744 en 1745 deed als welgeboren man dienst Abraham van der Ende onder Berkel en in 1790, 1791, 1793 en 1794 Dingenaar van der Ende onder Maasland - houdt in, dat hij met zijn familie als schildboortig bekend stond. Dit betekent, dat er een wapen moet zijn geweest, dat zijn voorgeslacht als bewijs van adel voerde. Immers ,de mening, dat edel bloed en welgeboren synoniemen zijn, kan ik onderschrijven. Daarbij was eens een familiemerk - later wapen - het teken waarmede men zij’n afkomst aantoonde*). Was men welgeboren, dan bleef men dat, ongeacht zijn levensstijl. Dit is een opvatting, die ik gaarne wil verdedigen. Nu mag men bij Dirck, bij alle aanzien, die hij als schepen genoot, zeker geen riddermatige levenswijze, in de zin van landgoedbewoner, veronderstellen. Hij was vervener, evenals het grootste deel van de (bevolking in de veendorpen. Het is niet mogelijk bij deze mensen een scherp onderscheid te maken tussen zelfstandige ondernemers en lieden, die uitsluitend als arbeider om loon werkte. Het is geen zeldzaamheid, dat een veender nu eens opduikt als verkoper van een belangrijke hoeveelheid turf en dan weer als gerechtigde op een nog niet betaalde loonsom. De materiele welvaart van de zelfstandige onderneemer in het veenbedrijf wordt vrijwel eensluidend als zeer pover beschreven, Het slagturven was slechts ternauwernood voldoende om in het onderhoud te voorzien. Vrouwen- en kinderarbeid, ook van zeer kleine kinderen, was geen zeldzaamheid. Toch blijft het echter moeilijk in concrete de armoede van de dorpelingen te schetsen, zegt een hierna te noemen deskundige. ,,W.’IJ woon,en (is ‘t niet vreemt?) plat in het water schier,

En "niemant set de mont aen ,enckel water hier" aldus een zeventieneeuws verzenmaker in een lied waarin ,hij de welvaart van land en luiden roemt. De voornaamste plaatsen in Delfland, waar ,de bevolking zich met turfsteken een onderhoud verschafte, waren Nootdorp, Nieuweveen, Hogeveen, Tedingerbroek, Berkel en Pijnacker. Nootdorp, Nieuweveen en Hogeveen waren als kolonies in het veen opgekomen. Daar en in de andere genoemde plaatsen en in Zoetermeer onder Rijnland trof men van de(,n-r) Ende’s aan, die met het verrichten van zware arbeid in het veen aan de kost kwamen, of er echter onder hen en door hen veel familiewapens werden ten toon gespreid valt te betwijfelen. Dit zal men hebben overgelaten voor hen, die onder gunstiger omstandighedlen leefden, dan wel zich ambtshalve van een zegel bedienden.

1 ) Zie Prof. Mr. 1. Ph. de H on e verkozen ,.Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke org,anisatie in de Noordelijke Nederlanden, 1946, p. 38 en verder Jhr. Mr. D. G. pengers Hora Siccama (1914) en Jhr. Dr. Th. van Rheineck Leyssius (1938) Ned. Leeuw: Middeleeuwsche Geslachtsnamen k. 434-439.

Van ‘laatstbedoelde categorie zijn de wapens veelal bewaard gebleven.In het Armorial Général van Rietstap vindt men dan ook zowel op de naam van den Ende als op van den Eynde(n) enige wapens vermeld. Op vain den Eynde geeft Rietstap voor Holland, Vlaanderen en Brussel drie verschillende wapens. Gezien hun samengesteld karakter, daarbij rekening houdend (met ,de eenvoudige staat van de meeste veenders onder wie ik de naaste verwanten van Joosf Connelisz. van de(n-r) Ende, de stamvader van .de hier verder nog te behandelen van der Ende’s, meen te moeten zoeken, wil ik aan deze wapens echter, als hier niet ter zake dienend, zonder meer voorbij gaan. Anders wordt het met een wapen van den Ende (Holland): ,,D’argent à trois trêfles de sinople. Cimier: un chien arreté au naturel"

en één van den Ende (Breda): Les armes de van den Eynden, à Delft. Van den Eynden (‘Delft): ,,D’azur à troris canettes Id’argent, becgué de gueules. Cimier: une canette ‘de l’écu.Wanneer ,de zaak nu nader onderzocht wordt, dan blijkt het eerst beschreven wapen:

,,in zilver drie groene klaverbladen, helmteken een staande hond van natuurlijke kleur gevoerd te zijn door een aanzienlijke Amsterdamse familie,

,,in (blauw drie zilveren eenden met rode snavel, helmteken een dito eend v.a. gevoerd door Mr. Jacob van den Eynden, van 1534-1536 raad van Delft, maar ook door een familie Eindius van Haamstede. In aanmerking nemende het feit, dat, naar boven is gebleken, van de

(n-r) Ende identiek kan zijn aan vain den Eynden, heeft men dus twee wapens, waarvan dat met de Klaverbladen nu verder even met rust gelaten wordt en het andere eerst aan een nadere beschouwing wordt onderworpen.

In de 13e eeuw groeiden verschillende nederzettingen in Holland tot steden uit. Hoewel deze plaatsen aanvankelijk allerminst belangrijke bevolkingscentra waren, en de stedelijke nijverheid en de stedelijke handel de omtrek nog slechts flauw in ,de stedelijke sfeer betrokken vormden zij toch een belanfgrijk element in .de ontginning van het platteland van Delfland en Schieland. Aanvankelijk gebruikten de stadsbewoners de turf van DDE geestgronden, de zandturf, spoedig trokken de veengravers echter in het wilde land, waarvan tot nog toe alleen de periferie bekend was. Van de #hoger gelegen kleistroken en geestgronden ,drong men de wildernis binnen. De wijze waarop .de ontginning plaats vond kunnen wij ons voorstellen als die van kolonisten van een woest en moeilijk toegankelijk gebied. Een gebied begroeid over grote uitgestrektheden met ruigte, gras en riet, en kreupelhout, bossen van elzen en waterwilgen, een waterrijk landschap met tal van pjassen en meren. De wildernissen, die aan de graaf behoorden, werden door hem aan ondernemers verkocht. De meest gebruikelijke vorm schijnt geweest tezijn afstand van een stuk van het ,,moer aan adellijke ondernemers, die tevens het gericht en de tienden verwierven. Onder de poorters waren het vooral de brouwers, die sterk bij de vervening geïnteresseerd waren. Het Delftse brouwerijbedrijf is ,daarvan een duidelijk voorbeeld. De overvloed van turf leverde goedkope brandstof. Aan de belangrijkste vestigingsvoorwaarde voor (de Hollandse brouwerij-industrie was hiermede voldaan.Het is niet onwaarschijnlijk, dat Mr. Jacob van den Eynden met de reedsgenoemde Jonkheer Jacob van den Eynden, heer van Haemstede van één zelfde stam was. Dat de adel zich in de steden vestigde, was een bekend verschijnsel. De maatschappelijke positie van Mr. Jacob verzet zich niet tegen deze veronderstelling en de overeenkomst van zijn wapen met dat van Eindius van Haamstede is frappant.

De gedachte, dat de hierboven aangedulide ‘hard ploeterende veenders tot dezelfde familie clan, zouden

wapen net lde klaverbladen werd gepasseerd. Immers het klaverblad duidt op eigengeërf,den en is typisch voor een niet-feodaal gebied als Friesland. Het wapen met de eenden wint aldus aan betekenis. Het is eenvoudig, sprekend en decoratief. Niets kan nakomelingen van Joost Cornelisz. van de(n-r) Ende beletten sympathie voor dit symbool te tonen. Passend is, wanneer zij dit willen voeren, dit te doen met verandering van helmteken. De wetenschappelijke reserve wordt dan zeker in acht genomen. Gezien het beroep van de oudst bewezen stamvader - watermolenaar - zou als helmteken zijn te kiezen: een zwart mollenrad tussen een zilveren vlucht. Bovendien zou men voor ,de snavels der eenden goud kunnen nemen. De beschrijving van dit nieuwe wapen wordt dan, het Armorial Général volgend:

,,D’azur à trois canettes d´argent, becqué d’or. Cimier: une roue de moulin de sable, ,entre un vol l’antique ‘d’argent. Zo wordt een belangrijk stuk familiehistorie vastgehouden. Het turfdelven werd reeds bedreven voordat de venen drooggemalen werden. ,De onaangetaste venen moesten eerst op een primitieve wijze ontwaterd worden voor ze althans begaanbaar te maken. De ,,rouwe

venen”, de venen, die nog in maagdelijke toestand verkeerden, werden met sloten doorsneden en een zgn. ,,afghetapt” veen ontstond, waarin met turfgraven kon worden begonnen. Op de duur was de grond zo zeer weggedolven, ,dat verder graven in het water moest geschieden. O’mstreeks 1530 kwam baggeren, modderen of wel slagturven ,de plaats innemen van het delven op de oude wijze. De mens heerste steeds meer over de natuur. Het technisch kunnen speelde hierbij een voorname rol. Het lbepolderen van de landen begon in de 15e eeuw een grote omvang aan te nemen. Toen werden de eerste molens voor het wegmalen van water gesteld. Vervolgens werden polders met molens meer en meer algemeen en op de 16e eeuwse kaarten ziet men overal molens aangegeven.

De samenhang tussen molen en veenbedrijf vindt men geïllustreerd op bijgaande afbeelding. Zij geeft een aardig beeld van het leven en bedrijf van de 17e eeuwse van de(n-r) Ende’s in Delfland. Bij enigszins meer nauwkeurige beschouwing ziet men een eend in het water, doch interessanter is ,de voorstelling van ,het laden van een turfpont. De turf was een belangrijk exportartikel. In 1581 werd de uitvoer ter Statenvergadering op 4 millioen ton 1) begroot. De turf werd voornamelijk naar de Brabantse en Vlaamse steden geëxporteerd. Ook naar Zeeland werd veel turf verzonden. Vele schippers waren uit de zuidelijke gewesten afkomstig. Het Goudse impostregister van 1568/‘69 bevat bijvoorbeeld namen van schippers uit Bergen op Zoom, Amtwerpen, Breda, Leur, Lier, Mechelen, Brussel en Rosendaal voor zoveel het Brabant, en uit Moerbeke, Gent,Biervliet, Brugge en Sluis voor zoveel het Vlaanderen betreft. De Zeeuw-

1) Volgens Van Swinden (1808) is een turfton 227 1. en een harington 121 1.


se schippers kwamen vooral uit Middelburg, Arnemuiden, Goes, Vlissingen, Ierseke, St. Maartensdijk, Zoutelande en Bommenede.


Het is opvallend, dat in de Rotter’damse registers meer Zeeuwse dan Brabantse of Vlaamse schippers zijn opgetekend. Diepeveen, aan wiens werkr) de gegevens betreffende het veenlbsdrijf zijn ontleend, leidt hieruit af, dat de turf naar Zeeland vooral over Rotterdam werd uitgevoerd. Bij deze stand van zaken is het vooralsnog wel onbegonnen werk naar de geboorteplaats en -datum van onze Joost Cornelisz. van den Ende te blijven zoeken. Gezien de nauwe relaties, ‘die de abdij van Middelburg met ‘s-Gravenzande heeft onderhouden, is het geheel niet vreemd, dat zijn nageslacht juist daar vaste wortel heeft geschoten. Ter plaatse genieten sommige van de(n-r) Ende’s een reputatie wegens *hun zicht op grondwerk, terwijl er één geweest is, die de toenaam ,,de uitvinder met ere droeg. Tot dit geslacht behoort ook ,,de eenvoodige maar begaafde Hollandse scheepsbouwmeester” Jan van der Ende, geboren te Naaldwijk 4 september 1854, ontwerper van een nieuw scheepstype, de zgn. ,,loggerbom. Zie verder voor hem en voor diens zoon: E. W. Pefrejus, de bomschuit, een verdwenen scheepstype, uitgave van het Maritiem Museum ,,Prins Hendrik, Rotterdam 1954.

Uit de archieven van ‘s-Gravenzande ‘treden enige Van den(r) Ende’s naar voren als waren zij vrijbuiters. In de eerste generaties van de genealogie vindt men namen, die verwantschap met het oude geuzenvolk doen veronderstellen. Dit is voor mij aanleiding (als bijlage 3) aan dit relaas toe te voegen hetgeen ik vond betreffende ene Joost van den Ende, watergeus. Daarbij voeg ik de wens,dat de trouwakte van IJsbrant van de(n-r) Ende en Beeltje Jacobs gevonden mag worden. Misschien krijgen wij zo de sleutel in handen die het verder opvoeren van de hier nu volgende genealogie mogelijk maakt.

1) Vers]. en Med. Ver. t. u. Bronnen v. L. 0. V. Recht, dl. X. 2 (1948). ,,De Hollandsche Welgeborenen.



1) Dr. W. J. Diepeveen: De vervening in Delfland en Schieland tot het einde der zestiende eeuw, Leiden 1950.3



Children of Joost van den Ende and Maartje Breghman are:


+ 2 i. Cornelis Joosten4 van den Ende, born 26 feb 1670 in Maasland, weduwnaar wonend te Zandambagt [van der]; died Aft. 27 aug 1738 in (woont dan op de Lier, ziek te bedde).


+ 3 ii. Aeghje Joosten van den Ende, born 30 dec 1673 in JD van Maasland ML1-45; died 18 mrt 1749 in Maasland.


4 iii. Pieter Joosten van den Ende1, born 9 mei 1677 in Maasland ML1-50 F4654/51.




Wordt bij begraven genoemd: Joost de Molenaar.

GeneaNet: wjschulze


NOTE: watermolenaar.


Hij werd waarschijnlijk te Zierikzee geboren en was één der moedigste bevelhebbers in den worstelstrijd tegen Spanje. Wij ontmoeten hem het eerst in 1573 bij de belegering van het kasteel Rammekens, waar hij, als luitenant tegenwoordig, een der eerste was die langs de opgerichte stormladders naar boven klom. Toen in 1574 Requesens plan had om Zierikzee te veroveren, en daartoe te Rozendaal een vloot wel bemande kromstevens liet in gereedheid brengen, bood VAN DEN ENDE zich bij den Prins aan om deze zoo gevreesde onderneming te verijdelen. Aan hem werd dan ook uitvoerig van het plan toevertrouwd. Hij wachtte daarmede zolang tot de gehele vloot in gereedheid en met tweehonderd soldaten van Mondragon?s regiment bemand was. Na een scherp en langdurig gevecht, werd de verraste vijand genoodzaakt te wijken met een verlies van elf schepen, die merendeels verbrand werden, en enige honderden matrozen en soldaten, waaronder verscheidene kapiteinen en bevelhebbers. Tijdens het beleg van Zierikzee door de Spanjaarden in 1575 en 1576 had hij met NICOLAAS RUYCHAVER het bevel over twaalf vaandels voetvolk binnen de belegerde stad. Ook daar was hij in de gelegenheid een blijk van zijne dapperheid te geven. Toen namelijk Mondragon de schans op het hoofd ingenomen had en van daar met enige sloepen naar Brouwershaven voer, zette hem VAN DEN ENDE, die juist de wacht had, met enige pontjes achterna, achterhaalde hem bij Kerkwerve en geraakte in een hevig gevecht met de Spanjaarden, die meest allen over boord sprongen en door de onzen werden afgemaakt. Vreemd is het, dat de juiste dag van dit roemrijk feit niet wordt vermeld en dat het niet blijkt of Mondragon hierbij gekwetst of gevangen genomen werd. De nood in de belegerde stad al grooter en groter geworden zijnde, werd VAN DEN ENDE te rade zijne huisvrouw er buiten te brengen.


Niet zonder gevaar werd dit volbracht. Maar weinig tijd daarna, bij gelegenheid van een alarm des nachts, bijna half naakt den degen in de vuist naar de wallen lopende, werd hij door zijn lichaam geschoten en moest op pieken huiswaarts worden gebracht, aan welke wonden hij kort na de overgave der stad in 1576 overleed. Hij liet na een dochter MARIA genaamd, bij wier nakomelingen bewaard werd een gouden fluitje, een draak voorstellende, hetgeen koningin ELISABETH gewoon was op haar borst te dragen en aan VAN DEN ENDE vereerd had om zijn betoonde bravoures.

Wordt bij begraven genoemd: Joost de Molenaar.

GeneaNet: wjschulze

Wordt bij begraven genoemd: Joost de Molenaar.

GeneaNet: wjschulze

NOTE: watermolenaar.

Hij werd waarschijnlijk te Zierikzee geboren en was één der moedigste bevelhebbers in den worstelstrijd tegen Spanje. Wij ontmoeten hem het eerst in 1573 bij de belegering van het kasteel Rammekens, waar hij, als luitenant tegenwoordig, een der eerste was die langs de opgerichte stormladders naar boven klom. Toen in 1574 Requesens plan had om Zierikzee te veroveren, en daartoe te Rozendaal een vloot wel bemande kromstevens liet in gereedheid brengen, bood VAN DEN ENDE zich bij den Prins aan om deze zoo gevreesde onderneming te verijdelen. Aan hem werd dan ook uitvoerig van het plan toevertrouwd. Hij wachtte daarmede zolang tot de gehele vloot in gereedheid en met tweehonderd soldaten van Mondragon?s regiment bemand was. Na een scherp en langdurig gevecht, werd de verraste vijand genoodzaakt te wijken met een verlies van elf schepen, die merendeels verbrand werden, en enige honderden matrozen en soldaten, waaronder verscheidene kapiteinen en bevelhebbers. Tijdens het beleg van Zierikzee door de Spanjaarden in 1575 en 1576 had hij met NICOLAAS RUYCHAVER het bevel over twaalf vaandels voetvolk binnen de belegerde stad. Ook daar was hij in de gelegenheid een blijk van zijne dapperheid te geven. Toen namelijk Mondragon de schans op het hoofd ingenomen had en van daar met enige sloepen naar Brouwershaven voer, zette hem VAN DEN ENDE, die juist de wacht had, met enige pontjes achterna, achterhaalde hem bij Kerkwerve en geraakte in een hevig gevecht met de Spanjaarden, die meest allen over boord sprongen en door de onzen werden afgemaakt. Vreemd is het, dat de juiste dag van dit roemrijk feit niet wordt vermeld en dat het niet blijkt of Mondragon hierbij gekwetst of gevangen genomen werd. De nood in de belegerde stad al grooter en groter geworden zijnde, werd VAN DEN ENDE te rade zijne huisvrouw er buiten te brengen.

 

Niet zonder gevaar werd dit volbracht. Maar weinig tijd daarna, bij gelegenheid van een alarm des nachts, bijna half naakt den degen in de vuist naar de wallen lopende, werd hij door zijn lichaam geschoten en moest op pieken huiswaarts worden gebracht, aan welke wonden hij kort na de overgave der stad in 1576 overleed. Hij liet na een dochter MARIA genaamd, bij wier nakomelingen bewaard werd een gouden fluitje, een draak voorstellende, hetgeen koningin ELISABETH gewoon was op haar borst te dragen en aan VAN DEN ENDE vereerd had om zijn betoonde bravoures.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Joost Cornelisz van den Enden?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Joost Cornelisz van den Enden

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Joost Cornelisz van den Enden


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



Visualiser une autre relation

Les sources

  1. van der Ende Web Site, Jan van der Ende, via https://www.myheritage.nl/person-7005064...
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen

    Stambomen op MyHeritage

    Familiesite: van der Ende Web Site

    Familiestamboom: 135157942-15
  2. KOUDIJS Web Site, J.A.C. van Riessen, Joost Cornelisz van den Ende, xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: KOUDIJS Web Site
    Stamboom: Koudijs
  3. WIJNANDS. J. Web Site, Joke Wijnands-Ville, Joost Cornelisz van den Enden, xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: WIJNANDS. J. Web Site
    Stamboom: WYNANDS
  4. Rockhold Web Site, Frans Willem, Joost Cornelis van den Ende, 1 mars 2011
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: Rockhold Web Site
    Stamboom: aug2010vitueel
  5. van der Ende Web Site, Lejo van der Ende, [Privé], xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: van der Ende Web Site
    Stamboom: van der Ende
  6. Rockhold Web Site, Frans Willem, Joost Cornelis van den Ende, xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: Rockhold Web Site
    Stamboom: Probleem19Aug2005
  7. Rockhold Web Site, Frans Willem, Joost Cornelis van den Ende, xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: Rockhold Web Site
    Stamboom: 5mei2010nw
  8. Rockhold Web Site, Frans Willem, Joost Cornelis van den Ende, xxx-template
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
    Stamboom op MyHeritage.com
    Familiesite: Rockhold Web Site
    Stamboom: debeerapril2010

Événements historiques

  • En l'an 1639: Source: Wikipedia
    • 13 février » le prince polonais Jean Casimir Vasa, qui deviendra roi de Pologne en 1648 est enfermé, sur ordre de Richelieu, dans le donjon de la citadelle de Sisteron.
    • 21 octobre » bataille des Downs pendant la guerre de Quatre-Vingts Ans. La flotte hollandaise, commandée par l'amiral Maarten Tromp, y remporta une victoire décisive sur les Espagnols, commandés par l'amiral Antonio de Oquendo.
  •  Cette page est uniquement disponible en néerlandais.
    Van 1650 tot 1672 kende Nederland (ookwel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) zijn Eerste Stadhouderloze Tijdperk.
  • En l'an 1666: Source: Wikipedia
    • 22 janvier » Saint-Germain-en-Laye devient résidence principale de Louis XIV.
    • 11 juin » Michiel de Ruyter et George Monck engagent la bataille des Quatre Jours, pendant la deuxième guerre anglo-néerlandaise.
    • 2 septembre » grand incendie de Londres.
    • 3 septembre » fondation de la Ville de Charleroi, actuellement dans la province de Hainaut, en Belgique.
    • 5 septembre » fin du grand incendie de Londres.
    • 28 novembre » victoire du gouvernement sur les Covenantaires à la bataille de Rullion Green.


Même jour de naissance/décès

Source: Wikipedia


Sur le nom de famille Van den Enden


La publication Van der Ende stamboom a été préparée par .contacter l'auteur
Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Jan van der Ende, "Van der Ende stamboom", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/van-der-ende-stamboom/I125.php : consultée 31 mai 2024), "Joost Cornelisz van den Enden (1639-1679)".