KindtabTheodorus Tuerling
Geslachttabm
VadertabTuerling
Soort registratietabdoopakte
ReligietabRK
Paginatab4V
Plaats dooptabOisterwijk
Datum dooptab23-11-1597
PlaatstabOisterwijk
(1) Il est marié avec (Ne pas publique).
Ils se sont mariés
Enfant(s):
(2) Il est marié avec (Ne pas publique).
Ils se sont mariés le 28 septembre 1638 à Vlijmen, il avait 40 ans.
Enfant(s):
1652
Heijlke hertrouwt Dierick Peter Tolinghs, weduwnaar
van Geertruijd Hendrick Reijen, te Vlijmen. Dit bruidspaar
maakt op 28 september 1638 hun huwelijkse voorwaarden
op, terwijl de bruid op dezelfde dag een staat
en inventaris van haar goederen opmaakt. (127)
Dierck Peter Tholinghs is overleden vr 7 augustus
1652, wanneer Heijltje als weduwe vermeld wordt.
*
*
1597 KindtabTheodorus Tuerling
Geslachttabm
VadertabTuerling
Soort registratietabdoopakte
ReligietabRK
Paginatab4V
Plaats dooptabOisterwijk
Datum dooptab23-11-1597
PlaatstabOisterwijk
*
1622, H(sBosch-RoodeLeeuw)
*
Jan Adriaan Jan Brocken, zoon van Adriaan Jan Jan Brocken (VI-P) en Aryken Elias Peter Adriaens, is overleden voor 1637. Jan werd hoogstens 55 jaar.
Van Jan en een onbekende vrouw zijn twee kinderen bekend:
1 Jacobus Adrianus Brocken is geboren rond 1608 te Moergestel, zie VIII-Q.
2 Gerardus Adrianus Brocken, zie VIII-R.
Jan was gehuwd (2) met Heijlwich Antonius Heester, dochter van Antonius Heester en Aleyd Adriaan Termeer. Heijlwich is overleden rond 1638. Heijlwich werd ongeveer 50 jaar.
Heijlwich was later gehuwd (2) met Dierick Peter Tolinghs.
*
1638 Heijlke hertrouwt Dierick Peter Tolinghs, weduwnaar
van Geertruijd Hendrick Reijen, te Vlijmen. Dit bruidspaar
maakt op 28 september 1638 hun huwelijkse voorwaarden
op, terwijl de bruid op dezelfde dag een staat
en inventaris van haar goederen opmaakt. (127)
Dierck Peter Tholinghs is overleden vr 7 augustus
1652, wanneer Heijltje als weduwe vermeld wordt.
*
Dierck huwt Gertruyt Hendricx. Ook zij verhuizen
naar Onsenoort en later naar Vlijmen. Met oir
*
1597 Theodorus Tuerling gedoopt op zondag 23 november 1597 Oisterwijk Ouders: geb abt 1566: Peter Tuerling x abt 1571 Meus religie: rk getuige: Meriken_Jan Verdoolt en Aert_Peterssen de Lepper Oisterwijk RK Dopen 1597 - 1610 (GA Tilburg) RK parochie Oisterwijk (register 1 pg4v)
*
1609 Uit de erfdeling 25) van de goederen van Peeter op 11-2-1609 blijkt dat deze een zoon Aert had die zelfstandig meedeelde, evenals zijn broer Goossen en zuster Cornelia. Voor zijn broers Adriaen en Dierick en zijn zus Lysken trad Dierck van de Wiel voornoemd op. Aert staat op 3-7-1610 te boek als ?oudt over de 24 jaer soe hij verclaerde" 26). Zijn doop is te Oisterwijk niet te vinden, aangezien het doopboek eerst in 1597 aanvangt. Wel staan hierin twee broers vermeld : Theodorus op 23-11-1597 en Anthonis op (XXXXX@XXXX.XXX)
*
1617 Goos Peter Tuelingh en Embert Goijaert Emberts voogden over Dierck en Lijske, onmondige kinderen van wijlen PETER TUELINGH en MEEUSKE dochter van wijlen BERTHOLOMEUS. Oisterwijk 31-3-1617 (57v).
*
1657 de eersame Embert Goyaertss en Cornelia Teulinghs zijn hvr wnd bvvo Embert gezond Cornelia door een accident aen haeren beene enichsints ingedisponeert wesende maken testament - vorige test. sch.Otw 29-11-1644 dit als codiciel daartoe - legaat aan wittige krn w. Bartholomeeus Aert Teulinghs al hun klederen - Maria wede Bartholomeeus voors. zal als ze na de oogst overlijden de landerijen nog een jaar mogen beteulen - legaat van 50 gld als in het test. aan Engelken Gijsberts is gemaakt gerevoceert - gemaakt aan Bartholomeeus z. Bernaert Symons verwekt bij Peterken d. Aert Teulinghs 50 gld eens - Embert heeft handmerk Cornelia +
1657 november 24
*
1657 november 29tab851.Not.Otw.15, f. 89r(91)
ideerzame Embert Goijaertssen ende Cornelia d. Peter Teulinghs wettige beddegenoten bvvo hij gezond zij door een accident aen haeren beene ennichsints indispost wesede testament - cassatie alle vorige test. - donatie aan Barthokomeeus Aertsen Teulinghs op 17-11 1655 van goderen geratificeerd - aan huisarmen 3 ka gld - legaat aan gezamenlijke krn w. Bartholomeeus Teulinghs al hun klederen - legaat aan Marie wede Bartholomeeus voors. en na haar dood haar krn alhun schulden actien en crediten en volle gebruik van hun ackerlanden en weijden voor een jaar na de doodvan langstlevende - aan Emberden z. Bartholomeeus voors. 50 ka gld en aan Bartholomeeus . Bernaert Sijmons verwekt aan Peterken d. Aert Teulinghs ook 50 gld eens - aan krn Jan Cornelis van Aelst dmaw Engelken d.Peter Goyaerts 22 of 23 gld als hij schuldig is gebleven wegens affcoop van perde - aan langstlevende volkomen macht - alle stok goederen van testatrice en de helft van de geconqueseerde erffelijke goederen bij Elisabeth sustere van haar testatrice 1/4 de krn van Aert Teulinghs 1/4 de krn Goossen Teulinghs 1/4 en de krn Dirck Teulinghs haere gewesene broederen rest. 1/4 de andere helft van de geconquesteerde goederen op Jan broedere van vors. testateur en na zijn door op Thomas zijn zoon opde krn Peter Goyaerts ook gewesen broedere en op Goyaert Goyaerts zijnen halffen broedere - hij zet handmerk zij +
/i*
--------------------------------------------------------------------------
Dit gaat over een andere Dirk (peter)
Op 5 januari 1630 richtten 21 van hen bij akte voor notaris Laurens Lamberti een compagnie op voor het stichten van houtzaagmolens. Niemand mocht voor minder dan ? 1000 deelnemen en zij kwamen te zamen tot / 40.000. Voorts verwachtten zij van het stadsbestuur een octrooi omtrent de invoer van gezaagd hout in Amsterdam en de bouw van houtzaagmolens bij de stad. In concept werd dit octrooi op 28 juni 1630 door de vroedschap goedgekeurd en kon daarop door burgemeesters vastgesteld. Buiten de Regulierspoort en de Raampoort werden (16 en 12) terreinen aangewezen, waarop de leden van de compagnie met uitsluiting van alle anderen zaagmolens en de bijbehorende kleine woningen mochten bouwen. De eerste tien jaar zou geen grondhuur betaald behoeven te worden, voor de volgende tien jaar zouden burgemeesters en thesaurieren een redelijke huurprijs vaststellen. Als de molens gereed waren, zou geen gezaagd hout meer in Amsterdam ingevoerd mogen worden. Op 15 juli 1630 sloot de compagnie een contract met de molenmakers de gebroeders Claes en Frans Dirksz., bijgenaamd Meulen. Dezen kregen opdracht gedurende tien jaar de nodige molens te bouwen en te onderhouden. Zij zouden daarvoor ieder ? 500 's jaars ontvangen. Bij hun dood zouden de weduwen of kinderen ? 200 's jaars krijgen tot het eind van de tienjarige periode. De gebroeders Meulen ontvingen een door de compagnie te bepalen vergoeding voor hun veerzagerij. Zij werden verplicht een administratie bij te houden van al het door de molens gezaagde hout en zij moesten ervoor zorgen dat het op tijd werd afgeleverd. Als de zagerij goed 'zonder doppen' verliep, zouden de gebroeders aan de Staten octrooi vragen, dat door de compagnie voor ? 200 ineens zou worden overgenomen. Reeds op 1 augustus 1630 verleenden de Staten-Generaal aan Claes en Frans Dirksz. voor twaalf jaar octrooi voor een 'inventie waerdoor de sagen der hout- ofte saechmolens die door den wint worden gedreven, in suicker manieren sullen connen gedwongen ende gestiert worden, dat niet allen noyt geene bochtenoff cromten, m't gesaechde hout en sullen worden bevonden, maer dat oock de sagen veel rechter ende gladder sullen doorgaen ende het wagenschot mitsgaders ander fijn hout veel subtylder dunner ende bequamer sagen ende doven, dat off t'selve by twee de beste hantsagers van 't Lant waere gesaecht'. Zes dagen later verhoogden de houtzagers het kapitaal van hun compagnie tot ? 74.700. Claes Dirksz. wordt op 4 augustus 1631 'meester of fabriek van de zaagmolens' genoemd, als hij ten verzoeke van Paulus Hilmers, boekhouder van de compagnie, verklaart als lasthebber van de houtkoper Claes Jansz. een smid, wonende in De Vergulde Clopper op de Breestraat, te hebben aangenomen om voor de compagnie ijzerwerk te maken.
Problemen Dat ijzerwerk gaf nog al eens problemen. Op 22 maart 1631 lieten de bewindhebbers der compagnie een Claesgen Thijssen, smidswinkelhoudster op de Breestraat bij de Moddermolensteeg, door notaris Lamberti aanzeggen dat het ijzerwerk aan de Waelsmolen niet voldeed. Op 24 april 1632 maakte notaris Nicolaas Gerrit Rooleeu twee akten op over door de grofsmid Jacob Jans in Hoorn geleverde 'bedriebochte crecken' die niet behoorlijk in een triangel gemaakt waren. Zijn Amsterdamse collega Jan Abrahams moest ze oversmeden om ze voor de houtzaagmolens bruikbaar te maken. Ook over Claes Dirksz. Meulen waren de bewindhebbers niet tevreden. Op 20 mei 1633 ontsloegen zij hem van de overeenkomst van 15 juli 1630. Hij ontving daarbij 600 Carolusguldens, een kwartaal huishuur en enige gereedschappen. Het octrooi van l augustus 1630 had hij op 20 februari 1632 aan de compagnie overgedragen. Het werd op 16 maart 1632 aangevuld met bepalingen omtrent een as met drie krukken in triangel voor het zagen van krom en licht hout. De rechtsgeleerde Hugo de Groot was er zelfs aan te pas gekomen om te verklaren dat het octrooi voor verkoop vatbaar was. Broer Frans Dirksz. had al op 21 maart 1631 de dienst van de houtzaagmolenaars verlaten, zij kochten hem uit voor f 75.
1652
Heijlke hertrouwt Dierick Peter Tolinghs, weduwnaar
van Geertruijd Hendrick Reijen, te Vlijmen. Dit bruidspaar
maakt op 28 september 1638 hun huwelijkse voorwaarden
op, terwijl de bruid op dezelfde dag een staat
en inventaris van haar goederen opmaakt. (127)
Dierck Peter Tholinghs is overleden vr 7 augustus
1652, wanneer Heijltje als weduwe vermeld wordt.
*
R617 Goos Peter Tuelingh en Embert Goijaert Emberts [Teulings @at] voogden over Dierck en Lijske, onmondige kinderen van wijlen PETER TUELINGH en MEEUSKE dochter van wijlen BERTHOLOMEUS. Oisterwijk 31-3-1617 (57v).
Les données affichées n'ont aucune source.